Bouwtechniek
Module 1.2
,Samenvatting Basis bouwkunde
1.2
Hoorcollege 1 grond en fundering
Een bouwvlot werd gebruikt tot circa 1275, vanaf de 14e eeuw werden bouwvloten met kleefpalen
gebruikt. Kleef wil zeggen dat er niet tot de draagkrachtige laag wordt door geheid.
Kleef = Niet tot draagkrachtige laag
Stuit = Wel tot draagkrachtige laag
De Amsterdamse paalfundering vanaf de 17e eeuw:
Keuze fundering
Op palen, staal en/of op tussenvorm (afhankelijk sondering)
Belastingen op de fundatie: wel/niet gelijkmatig
Aanwezige grondwaterstand en mogelijke noodzakelijke bemaling
Aanwezigheid belendingen en hoe gefundeerd
Dilateren van de fundatie noodzakelijk?
Fundering belendingen
Bereikbaarheid van de locatie
Wens wel/niet kruipruimte
Wens wel/niet onderkeldering
3 Grondsoorten in Nederland:
1. Niet samenhangend (zand en grind) zee-, rivier-, berg-duin-en klapzand
2. Samenhangen anorganisch (klei en leem) -teelaarde, zeeklei, potklei, keileem en loss
3. Samenhangend organisch (veen) -laag-en hoogveen
Sondering = Grondmeting voor de draagkracht van de grond
Fundering op staal = Het rechtstreeks op de ondergrond plaatsen van een bouwwerk
bij grondsoorten met onvoldoende draagkracht wordt er gefundeerd op tussenvormen
, Grondvervanging
Oppervlakteverdichting
Diepteverdichting
Grondverbetering door injectie
Grondverbetering door jetgrouten
Fundering op palen
Houten palen
Prefab palen
In de grond gevormde paal (vibro)
keuze paaltype
kosten en levertijd
trilling-en geluidhinder
invloed belendingen
afvoer grond
draagkracht en stijfheid
bereikbaarheid en benodigde werkruimte
paallengte en ondergrond
palen en categorisering
wel/niet grond verdringend