Angststoornissen
Anxiety
Algemeen gevoel van angst voor mogelijk toekomstig gevaar. Geen gevoel om te vluchten,
maar wel vermijdend gedrag. Voorbereiden op de fight/flight-respons.
Volgens Freud is anxiety een teken van een innerlijk gevecht / conflict tussen id / ego /
superego.
Componenten
- Cognitief / subjectief
Negatief humeur, zorgen maken, gevoel hebben niet in staat te zijn om het te
voorspellen of te controleren.
- Fysiek
Spanning, chronische overarousal, fight-flight voorbereiding
- Gedrag
Vermijden van situaties
Klein beetje anxiety zorgt voor betere prestatie, pas slecht wanneer anxiety chronisch is.
Fear
Alarmreactie die ontstaat als reactie op direct gevaar. Er is een fight/flight-respons. Bron van
de angst is aanwezig.
Paniekaanval Als de angstreactie plaatsvindt zonder dat er een extern gevaar is. Bij
controleverlies of angst om dood te gaan.
Componenten
- Cognitef / subjectief
Gedachten ‘Ik voel’
- Fysiek
Lichamelijke veranderingen. (Hartslag, bloeddruk)
- Gedrag
Drang om te vluchten
Discordantie -> wanneer niet alle drie voorkomen.
Concordantie -> wanneer alle drie voorkomen.
Angststoornissen
- Specifieke fobie
- Sociale fobie
- Paniekstoornis
- Agorafobie pleinvrees
- Gegeneraliseerde angststoornis
Zijn allemaal onrealistische angsten
Prevalentie
- 25 tot 29% vd bevolking (VS)
- Meest voorkomend bij vrouwen
- 2e meest voorkomend bij mannen
- Verhoogde kans op astma, chronische pijn, hoge bloeddruk, artritis, hart- en
vaatziekten en prikkelbare darmsyndroom
, Comorbiditeit
Krijgen vaak minsten nog 1 angststoornis en/ of depressie.
Oorzaken
- Vaak aangeleerd
- Genetische kwetsbaarheid op psychologische niveau
Neuroticisme
- Lymbisch systeem is meest betrokken en delen van de cortex
Neurotransmitters: GABA, noradrenaline en serotonine
- Gevoel hebben geen controle te hebben over de omgeving en emoties
Veroorzaakt door sociale omgeving en opvoeding
- Socio-culturele omgeving invloed op soorten angst
Behandeling
- Blootstelling aan de angst.
- Cognitieve gedragstherapie.
- Medicatie : anxiolytics en antidepressiva
Fobie
Aanhoudende en onevenredige angst voor specifiek object of bepaalde situatie, die zorgt voor
weinig of geen werkelijk gevaar en toch zorgt voor extreme vermijding ervan.
Specifieke fobie
Sterke, aanhoudende angst voor de aanwezigheid van een specifiek object / situatie.
- Confrontatie zorgt voor een onmiddellijke angstreactie -> lijkt op paniekaanval
- Mogelijkheid op confrontatie zorgt voor vermijding
- Er wordt vooral gefocust op de gevaren, waardoor de fobie in stand gehouden wordt
- Vaker bij vrouwen
- Weten zelf dat het onrealistisch is
- Zeer erfelijk
Fear-relevant stimuli (slangen en spinnen)
Roepen ook angst op in de hersenen bij ‘onbewust’ zien
Fear-irrelevant stimuli (bloemen)
Prevalentie
- 12 % van de bevolking, 75% hiervan heeft er minstens 2.
- Vaker bij vrouwen 2:1
- 90 – 95% zijn vrouw bij dierenfobie
- Kindertijd vaker bloed- en dierenfobie
- Adolescentie vaker claustrofobie en angst om te rijden
Subtypes
- Dieren
- Natuur
- Situaties
- Bloed-injectie-verwonding
- Anders