100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Volledige samenvatting Fiscale Economie of Inleiding Belastingrecht H1 t/m 7, 9 en 11, inclusief hoorcollege informatie en artikel. Boek: Inleiding Belastingheffing ondernemingen en particulieren, negentiende herziende druk 2019, SDU, mr. dr. G.M.C.M. Sta

Beoordeling
3,6
(8)
Verkocht
26
Pagina's
21
Geüpload op
28-03-2019
Geschreven in
2018/2019

De samenvatting is helemaal compleet en bevat alle informatie uit het boek voor de toets inclusief informatie en afbeeldingen uit de hoorcolleges van het vak Fiscale economie én Inleiding Belastingrecht. Verder is ook het artikel van Prof. Dr. P.G.H. Albert - De invloed van maatschappelijke ontwikkelingen op het beroep van belastingadviseur toegevoegd. Te gebruiken voor de midterm en finals. Boek: Inleiding Belastingheffing ondernemingen en particulieren, negentiende herziende druk 2019, SDU, mr. dr. G.M.C.M. Staats

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H1 t/m 7 h9 en h11
Geüpload op
28 maart 2019
Bestand laatst geupdate op
4 juni 2019
Aantal pagina's
21
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting H1 t/m H7 + H9 en H 11
Fiscale Economie
Ik gebruikte het boek: Inleiding Belastingheffing ondernemingen en particulieren,
negentiende herziende druk 2019, SDU, mr. dr. G.M.C.M. Staats

Hoofdstuk 1 De fiscale geschiedenis van Nederland in vogelvlucht
1.0 Inleiding
Belasting = een verplichte geldelijke bijdrage aan de overheid waartegenover geen bepaalde
tegenprestatie wordt geleverd. Ze zorgen onder andere voor het herverdelen van geld.

1.1 De Oudheid
Het begin van draagkracht stamt al uit de Romeinse tijd, toen was het op basis van akkergronden.

1.2 De Middeleeuwen
De middeleeuwen had een standensamenleving, door fiscale vrijstellingen rustte de volledige
belastinglast op de laagste stand. De belastingheffing bestond vooral uit accijnzen op de eerste
levensbehoeften. Iedereen betaalde hierdoor hetzelfde bedrag aan belasting  omgekeerd
draagkrachtbeginsel.

1.3 De Spaanse overheersing
De Hertog van Alva introduceerde een streng en duur belastingstelsel (de Tiende Penning) voor het
volk. Daarbij negeerde hij de zelfstandigheid van de Gewesten in Nederland. Er was veel opstand wat
uitliep in de Tachtigjarige Oorlog.

1.4 De Gouden Eeuw
De belasting bestond in deze tijd vooral uit in- en uitvoerrechten en dit was voornamelijk regionaal
bepaald. Er was ontevredenheid onder de bevolking, maar opstanden werden hard neergeslagen.

1.5 De Franse Bezetting
Ook onder de Franse Bezetting werd een algemeen belastingstelsel ingevoerd door minister Gogel 
‘de vader van de Nederlandse belastingdienst’. Een belangrijk uitgangspunt was het streven naar een
eerlijke verdeling. De accijnzen op de eerste levensbehoeften werden dus ook geschrapt.

1.6 Het Verenigd Koningrijk Der Nederlanden
Na de overheersing van Napoleon wilde koning Willem I één belastingstelsel in het land, op basis van
de fundamenten van van Gogel. De bestaande indirecte belastingen veranderde in directe belastingen.
Minister Pierson wordt gezien als de grondlegger van onze inkomstenbelasting. Hierbij werd gekeken
naar de waarde van ieders vermogen  Wet Vermogensbelasting 1892. Minister Treub voerde Wet
Inkomstenbelasting 1914 in met een ‘synthetische inkomstenbelasting’: inkomensbronnen worden bij
elkaar opgeteld en over het totaal wordt een uniform tarief geheven. Het tegenovergestelde van een
synthetisch belastingstelsel is een analytisch stelsel  boxen staan los van elkaar en er worden losse
inkomensbronnen onderscheiden. De Duitsers maakte het belastingstelsel reëler door Besluit
Inkomensbelasting 1941: er werd voortaan geheven over het reële inkomen in plaats van het fictieve
inkomen. Minister Hofstra voerde Wet Inkomstenbelasting 1964 in, dit was een vernieuwing van de
vermogensbelasting. Echter waren hier nog veel ‘loopholes’ in te vinden; wie niet wilde betalen,
hoefde dat in principe ook niet.

,Hoofdstuk 2 Algemene aspecten
2.1 Soorten belastingen
In het boek worden de volgende belastingen genoemd:
Soort belasting Subject en object van heffing
Inkomstenbelasting Mensen over hun inkomen
Loonbelasting Mensen over hun loon
Vennootschapsbelasting Lichamen over hun winst
Omzetbelasting Ondernemers over de toegevoegde waarde in hun
omzet
Onroerendezaakbelasting Mensen en lichamen over een eigen pand
Erfbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen erfenis
Schenkbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen schenking
Kansspelbelasting Mensen en lichamen over een gewonnen prijs uit een
kansspel
Motorrijtuigenbelasting Mensen en lichamen over auto- of motorbezit
Overdrachtsbelasting Mensen en lichamen over de verkrijging van een
onroerende zaak
Sommige belastingen zijn gebaseerd op rechtvaardigheidsgronden als draagkrachtbeginsel (komt
later) en profijtbeginsel (= je bent gebaat bij de activiteiten van de overheid van het belastinggeld).

2.2 Welke functies hebben belastingen?
Belasting heeft een budgettaire functie (= als de belangrijkste inkomstenbron van de overheid
figureren), instrumentele functie (= een middel om een sociaal of economisch doel te bereiken) en een
waarborgfunctie (= het ervoor zorgen dat de waarden van de rechtstaat op orde blijven). De
instrumentele functie is ook wel een stuurfunctie.

2.3 Draagkrachtbeginsel
Het draagkrachtbeginsel zegt dat de hoeveelheid belastingheffing afhangt van iemands mogelijkheid
om belasting te betalen  dus naar draagkracht. Echter is draagkracht op veel manieren te meten. In
ons stelsel is het inkomen een maatstaf van draagkracht, daaruit komt ‘Wet IB 2001’. In Wet IB 2001
worden 3 inkomenssoorten onderscheiden: 1) inkomen uit werk en woning (box 1, progressief tarief),
de werkelijke inkomsten worden belast op de eigen woning na. 2) inkomen uit aanmerkelijk belang
(box 2, 25% belast), dit is het inkomen uit een aanmerkelijk belang van meer dan 5%, werkelijke
inkomsten worden belast. 3) Inkomen uit sparen en beleggen (box 3, 30% belast), ook wel
vermogensrendementsheffing, inkomen uit vermogen  spaarrekeningen, effecten, onroerende
goeden, behalve eigen woning. Dit inkomen wordt forfaitair bepaald i.p.v. werkelijk. Daarna is het in
schijven ingedeeld met percentages. Om het stelsel persoonlijker te maken, is er heffingskorting (
zorgt ervoor dat een deel van het inkomen onbelast blijft) en persoonsgebonden aftrek (
inkomensaftrek voor uitgaven in een persoonlijke situatie, bijv. alimentatie).

2.5 Verschillende grondslagen, tarieven en genietingsmomenten
Inhoud van de boxen in ons huidige boxensysteem
Box 1 Box 2 Box 3
> Winst uit onderneming > Voordelen uit aanmerkelijk > Inkomen uit sparen en
> Loon belang beleggen
> Resultaat uit overige > Eventueel te verrekenen
werkzaamheden verliezen of winsten uit andere
> Inkomsten uit eigen woning jaren
> Eventueel te verrekenen
verliezen of winsten uit andere
jaren

, Bepaalde inkomensdelen kunnen in meerdere boxen vallen. Hiervoor is een rangorde regeling in Wet
IB 2001  het eerst genoemde gaat voor, dus eerst box 1, dan box 2 en als laatst box 3. Schulden
volgen volgens Wet IB 2001 de bezittingen. Daarnaast wordt de persoonsgebonden aftrek ‘over de
boxen heen verrekend’.

2.6 Een huis kopen – belastingvoordeel
Het fiscale inkomen uit de eigen woning = het eigen woning forfait – renten op de schuld (ook
verbouwingen) van de eigen woning. Dit is eigenlijk altijd negatief en behoort tot box 1, het kan dus in
mindering worden gebracht op het positieve inkomen. De inkomsten worden forfaitair berekend over
de waarde van de onroerende zaak (WetwaarderingOnroerendeZaken). De eigen woning moet het
hoofdverblijf zijn en moet in het bezit zijn van de belastingplichtige. Bij een huurwoning geldt dit
belastingvoordeel dus niet ondanks dat de woning het hoofdverblijf is van de belastingplichtige.

2.7 Belastingheffing bij partners
Het is fiscaal mogelijk om bepaalde inkomensbestanddelen tussen partners te delen. Het begrip
partner: 1) echtgenoten, tenzij van tafel en bed gescheiden of niet meer op hetzelfde woonadres
ingeschreven en een scheiding hebben ingediend, 2) geregistreerde partners, met dezelfde
uitzonderingen, 3) ongehuwd samenwonenden, die allebei op hetzelfde woonadres staan
ingeschreven en aan een van deze voorwaarden voldoen: notarieel samenlevingscontract, samen een
kind, een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit erkend, samen aangemeld bij pensioen,
allebei eigenaar van het pand, allebei meerderjarig en een van hen heeft een minderjarig kind dat op
hetzelfde adres is ingeschreven of in het vorige kalenderjaar partner zijn geweest. Ouder en kind
kunnen fiscaal partner zijn wanneer beide de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt en zij allebei eigenaar
zijn van het pand. Een persoon kan slechts één partner hebben, de oudste band geldt. Het is vaak
negatief om fiscaal partner te zijn. Maar bij één werkende en een werkloze is er recht op 2
heffingskortingen, bij maar 1 inkomen. Echter wordt dit voordeel afgebouwd. De gemeenschappelijke
inkomensbestanddelen en de bestanddelen van de rendementsgrondslag kunnen tussen partners in
een willekeurige verhouding worden aangegeven. Het verdelingsrecht bij partners wordt behandeld in
artikel 2.17 Wet IB 2001.




Hoofdstuk 3 Arbeid
3.1 Inkomensbegrip
Bronnentheorie = een opbrengst behoort alleen tot het inkomen als er een bron van inkomen is, een
voorbeeld hiervan is een dienstbetrekking. Voordelen die volgen uit de privésfeer worden niet belast.
Het winnen van een loterij is een buitenbronnelijk voordeel. De 2 andere voorwaarden voor het zien
als inkomen zijn dat het voordeel redelijkerwijs te verwachten (positief voordeel) moet zijn en dat er
deelname aan het economisch verkeer is. Inkomen wordt belast als het onder een van de volgende 6
broncategorieën valt: inkomen uit werk en woning, winst uit onderneming, loon, resultaat uit overige
werkzaamheden, periodieke uitkeringen en verstrekkingen, inkomsten uit eigen woning. Elk
vermogensbestanddeel in box 3 wordt geacht een bron van inkomen te zijn, hoe maakt niet uit. Echter
tellen roerende zaken voor persoonlijk gebruik niet mee in box 3.

3.2 De loonbelasting en de bron dienstbetrekking in de inkomstenbelasting
De Wet op de Loon Belasting 1964 zijn de belangrijkste bepalingen over loon uit dienstbetrekking. De
werknemer is hierbij de belastingplichtige, het loon de grondslag en het wordt belast tegen een
progressief tarief. In de volgende paragrafen komen belangrijke begrippen uit deze wet aan bod.

Beoordelingen van geverifieerde kopers

7 van 8 beoordelingen worden weergegeven
2 jaar geleden

5 jaar geleden

5 jaar geleden

5 jaar geleden

6 jaar geleden

6 jaar geleden

6 jaar geleden

3,6

8 beoordelingen

5
2
4
2
3
3
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
AmbervGils Tilburg University
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1055
Lid sinds
7 jaar
Aantal volgers
892
Documenten
0
Laatst verkocht
3 maanden geleden

4,0

204 beoordelingen

5
65
4
89
3
36
2
4
1
10

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen