Week 13 – Multilateraal instrument
Literatuur
• MLI (zie blackboard en pagina 2708 van de internationale verdragenbundel
• MBB 2017-04-04 (zie uitgeprint)
• MBB 2017-04-05 (zie uitgeprint)
• MBB 2017-07-08 (zie uitgeprint)
1. Het tegengaan van verdragsmisbruik onder het multilaterale instrument (april 2017)
Gaat over de antimisbruikbepalingen van BEPS actiepunt 6 die in het MLI opgenomen zijn.
Het MLI past een verdragstekst niet rechtstreeks aan, maar moet worden toegepast naast een
bestaand belastingverdrag en past op die manier de toepassing van het verdrag aan.
De preambule is eigenlijk de antimisbruiktekst en het doel van een belastingverdrag. Het is ietwat
vreemd om deze preambule op te nemen bij bestaande verdragen, aangezien deze verdragen al
gesloten zijn. De relevantie van de preambule ligt in de interpretatie van het belastingverdrag.
De Principal Purpose Test (PPT) bestaat uit een motief- en normvereiste. Indien het hoofddoel of een
van de hoofddoelen het behalen van een verdragsvoordeel is, dan wordt het verdragsvoordeel niet
toegekend. Het voordeel wordt echter wel toegekend indien het toekennen van het voordeel in lijn is
met doel en strekking van de betreffende bepaling van het belastingverdrag. De preambule speelt een
rol bij het bepalen of sprake is van in strijd met doel en strekking van een verdragsbepaling.
Er wordt door Nederland geen LOB opgenomen en dat heeft drie redenen:
- LOB stelt een aantal mechanische eisen en het is niet in alle gevallen duidelijk dat deze eisen
samenhangen met misbruik van het verdrag
- in de vereenvoudigde LOB-bepaling zit een discretionaire bevoegdheid voor de bevoegde
autoriteiten om de verdragsvoordelen toch toe te kennen. Het biedt slechts ogenschijnlijk heldere
grenzen.
- LOB-bepaling alleen is niet voldoende om aan de minimumstandaard onder BEPS actiepunt 6 te
voldoen
2. MLI Part Two: Hybrid Mismatches
Er worden drie artikelen van het MLI besproken in het artikel, te weten art 3 (transparante entiteiten),
art 4 (dual residents) en art 5 (voorkomingsregels).
Art 3 – Transparante entiteiten: heeft betrekking op samenwerkingsverbanden. Twee aanpassingen
voor art 1 en 2 van belastingverdragen. Deze bepaling beoogt voor verdragstoepassing het inkomen
dat door of via een hybride entiteit wordt genoten, toe te rekenen aan een verdragsinwoner, mits dit
inkomen ook ogv nationale wetgeving van de woonstaat aan de verdragsinwoner wordt toegerekend.
(miss nog even nalezen voor tt)
Art 4 – Dual Residents: verdragsstaten moeten overeenkomen in welk van de staten de entiteit voor
verdragsdoeleinden is gevestigd. Zonder overeenstemming geen aanspraak op enige
tegemoetkoming of vrijstelling ogv het verdrag. Een naar Nederlands opgericht lichaam wordt door het
vervallen van de tie-breaker weer onbeperkt binnenlands belastingplichtig. Dit geldt eveneens voor de
dividendbelasting. Het arrest Ierland-I is niet meer van toepassing, omdat hiervoor
verdragsbescherming nodig is. Dit is niet zo, tenzij uitdrukkelijk overeengekomen. Dit art van het MLI
breidt aldus de mogelijkheden van treatu shopping uit voor situaties waarin geen onderlinge
overeenstemming bestaat.
De MAP leidt tot te veel technische problematiek en te veel onzekerheid. De auteur stelt dat dit
opgelost kan worden door overeen te komen dat reeds bestaande situaties gesauveerd worden, in
MAPs overeen te komen dat de vaststelling van de vestigingsplaats terugwerkt tot het moment van het
ontstaan van de dual residency en slechts in evidente gevallen van misbruik vast te houden aan een
vestigingsplaats in Nederland.
Art 5 – Toepassing van de voorkomingsregels: betreft bepalingen inzake de voorkoming van dubbele
belasting. Deze bepalingen vormen normaliter geen onderdeel van de verdragsonderhandelingen. Het
Literatuur
• MLI (zie blackboard en pagina 2708 van de internationale verdragenbundel
• MBB 2017-04-04 (zie uitgeprint)
• MBB 2017-04-05 (zie uitgeprint)
• MBB 2017-07-08 (zie uitgeprint)
1. Het tegengaan van verdragsmisbruik onder het multilaterale instrument (april 2017)
Gaat over de antimisbruikbepalingen van BEPS actiepunt 6 die in het MLI opgenomen zijn.
Het MLI past een verdragstekst niet rechtstreeks aan, maar moet worden toegepast naast een
bestaand belastingverdrag en past op die manier de toepassing van het verdrag aan.
De preambule is eigenlijk de antimisbruiktekst en het doel van een belastingverdrag. Het is ietwat
vreemd om deze preambule op te nemen bij bestaande verdragen, aangezien deze verdragen al
gesloten zijn. De relevantie van de preambule ligt in de interpretatie van het belastingverdrag.
De Principal Purpose Test (PPT) bestaat uit een motief- en normvereiste. Indien het hoofddoel of een
van de hoofddoelen het behalen van een verdragsvoordeel is, dan wordt het verdragsvoordeel niet
toegekend. Het voordeel wordt echter wel toegekend indien het toekennen van het voordeel in lijn is
met doel en strekking van de betreffende bepaling van het belastingverdrag. De preambule speelt een
rol bij het bepalen of sprake is van in strijd met doel en strekking van een verdragsbepaling.
Er wordt door Nederland geen LOB opgenomen en dat heeft drie redenen:
- LOB stelt een aantal mechanische eisen en het is niet in alle gevallen duidelijk dat deze eisen
samenhangen met misbruik van het verdrag
- in de vereenvoudigde LOB-bepaling zit een discretionaire bevoegdheid voor de bevoegde
autoriteiten om de verdragsvoordelen toch toe te kennen. Het biedt slechts ogenschijnlijk heldere
grenzen.
- LOB-bepaling alleen is niet voldoende om aan de minimumstandaard onder BEPS actiepunt 6 te
voldoen
2. MLI Part Two: Hybrid Mismatches
Er worden drie artikelen van het MLI besproken in het artikel, te weten art 3 (transparante entiteiten),
art 4 (dual residents) en art 5 (voorkomingsregels).
Art 3 – Transparante entiteiten: heeft betrekking op samenwerkingsverbanden. Twee aanpassingen
voor art 1 en 2 van belastingverdragen. Deze bepaling beoogt voor verdragstoepassing het inkomen
dat door of via een hybride entiteit wordt genoten, toe te rekenen aan een verdragsinwoner, mits dit
inkomen ook ogv nationale wetgeving van de woonstaat aan de verdragsinwoner wordt toegerekend.
(miss nog even nalezen voor tt)
Art 4 – Dual Residents: verdragsstaten moeten overeenkomen in welk van de staten de entiteit voor
verdragsdoeleinden is gevestigd. Zonder overeenstemming geen aanspraak op enige
tegemoetkoming of vrijstelling ogv het verdrag. Een naar Nederlands opgericht lichaam wordt door het
vervallen van de tie-breaker weer onbeperkt binnenlands belastingplichtig. Dit geldt eveneens voor de
dividendbelasting. Het arrest Ierland-I is niet meer van toepassing, omdat hiervoor
verdragsbescherming nodig is. Dit is niet zo, tenzij uitdrukkelijk overeengekomen. Dit art van het MLI
breidt aldus de mogelijkheden van treatu shopping uit voor situaties waarin geen onderlinge
overeenstemming bestaat.
De MAP leidt tot te veel technische problematiek en te veel onzekerheid. De auteur stelt dat dit
opgelost kan worden door overeen te komen dat reeds bestaande situaties gesauveerd worden, in
MAPs overeen te komen dat de vaststelling van de vestigingsplaats terugwerkt tot het moment van het
ontstaan van de dual residency en slechts in evidente gevallen van misbruik vast te houden aan een
vestigingsplaats in Nederland.
Art 5 – Toepassing van de voorkomingsregels: betreft bepalingen inzake de voorkoming van dubbele
belasting. Deze bepalingen vormen normaliter geen onderdeel van de verdragsonderhandelingen. Het
