Door: D. Saada
Studentnummer:
Klas:
Opleiding: Bachelor HBO-Verpleegkunde
Faculteit: Gezondheidszorg
School: Zuyd Hogeschool
Leerjaar: 1
Docentbegeleidster:
Werkbegeleidster:
Werkplek en vestigingsplaats: Zorgorganisatie Daelzicht te Heel, afdeling Zonnebloemhof 20/21
Periode waarin het praktijkleren heeft plaatsgevonden: 23-04-2018 t/m 25-05-2018
Datum: 25-05-2018
,Voorwoord
Ik ben eerstejaarsstudent HBO-Verpleegkunde aan Zuyd Hogeschool. Ik zal eerst even kort
iets vertellen over de modules waarin het praktijkleren heeft plaatsgevonden. In module 3
Laagcomplexe zorg heb ik de verpleegkundige competenties met aandacht voor basiszorg
en gespecialiseerde zorg (zowel voor acute als planbare zorg met een hoge mate van
voorspelbaarheid) verder ontwikkeld. Dat betekent dus dat ik kennis heb opgedaan over een
aantal zorgvragers met chronische ziektebeelden die veelvuldig voorkomen. Ook heb ik over
de bijbehorende algemene en specifieke zorgvragen geleerd. Voortgaand op module 3 was
het de bedoeling dat ik in module 4 Hoogcomplexe zorg mijn kennis rondom het
verpleegkundige proces bij een hoog complexe situatie uitbreid. Hoog complexe
problematiek kenmerkt zich door een combinatie van factoren die het verloop van de zorg
slecht voorspelbaar maken. Ik heb in de periode van 23-04-2018 t/m 25-05-2018 152 uur
stage gelopen bij zorgorganisatie Daelzicht te Heel om te ervaren hoe het is om te werken
met mensen die laag- en/of hoog complexe zorg nodig hebben en om de daarbij behorende
verpleegkundige vaardigheden te trainen. Daelzicht is een zorgorganisatie voor
gehandicapten met verstandelijke en lichamelijke beperkingen. Ik heb voornamelijk stage
gelopen op afdeling Zonnebloemhof 21 waar mensen met aangeboren en niet-aangeboren
hersenletsel wonen. Verder woont er een iemand met een ernstige spierziekte. Ten slotte wil
ik mijn werkbegeleidster Maria en de rest van de lieve medewerkers bedanken voor de leuke
en leerzame tijd!
1
, Inhoudsopgave
Module 3 Laagcomplexe zorg
1. Zorgbehoeften- en aanbod (leerdoel 1 en 7) 2 t/m 5
2. Het belang van mantelzorg (leerdoel 6) 5 t/m 7
3. Verpleegkundige basiszorg (leerdoel 2 en 3) 7 en 8
4. Verpleegkundig proces/verpleegkundige methodiek en klinisch/verpleegkundig rede-
neren (leerdoel 4 en 5) 8 t/m 11
Module 4 Hoogcomplexe zorg
5. Betrokkenen bij het zorgaanbod (leerdoel 2) 11 en 12
6. Klinisch/verpleegkundig redeneren (leerdoel 3) 12 t/m 14
7. Frequent gebruikte meetinstrumenten (leerdoel 4) 14 en 15
8. Houding tijdens het praktijkleren (leerdoel 5) 15
9. Reflectie 15 t/m 17
10. Bijlagen 18 t/m 33
11. Literatuurlijst 34
1. Zorgbehoeften- en aanbod
Bij vrijwel alle mensen met een verstandelijke beperking verloopt de ontwikkeling niet zo
gelijkmatig als bij mensen zonder verstandelijke beperking. Zowel de verstandelijke
ontwikkeling als de emotionele ontwikkeling blijft achter. Daarmee wordt niet bedoeld dat de
zorgvrager een kind is gebleven maar dat hij of zij qua emotionele stabiliteit en
kwetsbaarheid misschien vergelijkbaar is met een kind. Dit uit zich bijvoorbeeld in beperkt
inlevingsvermogen, niet kunnen wachten, weinig zelfbeheersing en onzeker worden als iets
niet lukt.
Hoewel de zorgvrager niet volledig emotioneel en verstandelijk ontwikkeld is, heeft hij of zij
wel de nodige levenservaring opgedaan en dingen geleerd. Zo kan de zorgvrager misschien
handelingen verrichten zonder dat hij of zij helemaal snapt wat die doet en waarom het een
bepaald doel heeft. Iemand die de zorgvrager niet zo goed kent, zoals ik in het begin, zou
denken dat hij of zij tot aardig wat in staat is. Dit wordt vooral gedacht wanneer de
zorgvrager een vrij gewoon uiterlijk heeft.
2