100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Grammaire plus chapitre 14 t/m 16 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Grammaire plus chapitre 14 t/m 16

 10 keer bekeken  1 keer verkocht

Uitgebreide weergave van de hoofdstukken 14 t/m 16 uit Grammaire Plus. Geschreven in het Frans.

Voorbeeld 4 van de 53  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 14 t/m 16
  • 29 april 2024
  • 53
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
vogelssanne
1


Résumé Sanne Vogels - Grammaire Plus – Chapitre 14 t/m 16
Chapitre 14 – La conjugaison des verbes
Des verbes réguliers en –er, -ir, -re et –oir peuvent être conjugué selon un schéma fixe.

Le schéma fixe pour les verbes réguliers:
Infinitif (temps primitif) Participe présent (temps Participe passé (temps primitif)
1. Donner primitif) gevend gegeven
2. Finir 1. Donn(ant) 1. Donné
3. Vendr(e) 2. Finiss(ant) 2. Fini
4. Recev(oi)r 3. Vend(ant) 3. Vendu
4. Recev(ant) 4. Reçu
Indicatif futur simple Indicatif présent singulier Indicatif passé composé ik heb
Ik zal geven ik geef gegeven
Donnai / as / a / ons / ez / ont Je donne / es / e J’ai donné / fini / vendu / reçu
Je finis / is / it
Indicatif futur du passé ou Je vends / vends / vend Indicatif plus-que parfait ik had
conditionnel présent Je reçois / reçois / il reçoit gegeven
Ik zou geven J’avais donné / fini / vendu / reçu
Donnais / ais / ait / ions / iez / Indicatif présent pluriel
aient wij geven Subjonctif passé ik heb gegeven
Donnons / ez / donnent J’aie donné / fini / vendu / reçu
Mais : ils reçoivent
Indicatif futur antérieur
Impératif singulier geef ik zal hebben gegeven
Donne J’aurai donné / fini / vendu / reçu

Impératif pluriel Indicatif futur antérieur du passé ou
laten we geven + geeft conditionnel passé
Donnons / donnez ik zou hebben gegeven
j’aurais donné / fini / vendu / reçu
Indicatif imparfait ik gaf
Donnais / ais / ait / ins / iez /
aient

Subjonctif présent ik geef
Donne / es / e / ions / iez / ent
Mais : reçoive / es / e / ent
Passé antérieur ik had gegeven
J’eus donné / fini / vendu / reçu

Passé simple ik gaf
Je donnai / as / a / âmes / âtes /
èrent
Je finis / is / it / îmes / îtes / irent
Je vendis / is / it / îmes / îtes / irent
Je reçus / çus / çut / çûmes / çûtes /
çurent

, 2


Stamtijden = les temps primitifs
Afgeleide tijden = les temps dérivés
Infinitif  futur simple
 futur du passé
Participe présent  imparfait
présent pluriel
impératif pluriel
subjonctif présent
Participe passé passé composé
plus-que-parfait
subjonctif passé
futur antérieur
futur antérieur du passé
passé antérieur
Passé simple
Présent singulier
Impératif singulier

Conjugaisons spéciales parmi les verbes réguliers en –er.
- eter  dubbel t bij onbeklemtoonde e.
Maar niet bij acheter  è ipv tt
- eler  dubbel l bij onbeklemtoonde e
Maar niet bij geler  è ipv ll
- oyer y  i bij onbeklemtoonde e. Bij –ayer mag zowel y als i
- uyer
Werkwoorden met onbeklemtoonde e in stam  è als meteen onbeklemtoonde e volgt je me lève
É in stam  1e bij onbeklemtoonde e. Behalve bij de futur en de futur du passé.

C voor AOU  Ç C voor IE  C
G voor AOU  GE

Conjugaison d’avoir et être AVOIR
Infinitif (temps primitif) Participe présent (temps Participe passé (temps primitif)
avoir primitif) eu
ayant
Indicatif futur simple Indicatif présent singulier Indicatif passé composé ik heb
Ik zal hebben ik heb gehad
J’aurai / as / a / ons / ez / ont j’ai / as / a J’ai eu

Indicatif futur du passé ou Indicatif présent pluriel Indicatif plus-que parfait ik had
conditionnel présent wij hebben gehad
Ik zou hebben avons / avez / ont J’avais eu
J’aurais / ais / ait / ions / iez /
aient Impératif singulier heb Subjonctif passé ik heb gehad
Aie J’aie eu

, 3


Impératif pluriel Indicatif futur antérieur
laten we hebben + heeft ik zal hebben gehad
ayons j’aurai eu
ayez
Indicatif futur antérieur du passé ou
Indicatif imparfait ik gaf conditionnel passé
J’avais / avais / avait / avions / ik zou hebben gehad
aviez / avaient j’aurais eu

Subjonctif présent ik geef
J’aie / aies / ait / ayons / ayez /
aient
Passé antérieur ik had gegeven
J’eus eu / eus eu / eut eu / eûmes eu
/ eûtes eu / eurent eu

Passé simple ik gaf
J’eus / eus / eut / eûmes / eûtes /
eurent

ÊTRE
Infinitif (temps primitif) Participe présent (temps Participe passé (temps primitif)
être primitif) été
étant
Indicatif futur simple Indicatif présent singulier Indicatif passé composé ik ben geweest
Ik zal zijn ik ben J’ai été
Je serai / seras / sera / je suis / es / est
serons / serez / seront Indicatif plus-que parfait ik was geweest
Indicatif présent pluriel J’avais été
Indicatif futur du passé ou wij zijn
conditionnel présent nous sommes / êtes / sont Subjonctif passé ik ben geweest
Ik zou zijn J’aie été / aies été / ait été / ayons été /
Je serais / serais / serait / Impératif singulier ben ayez été / aient été
serions / seriez / seraient Sois
Indicatif futur antérieur
Impératif pluriel ik zal zijn geweest
laten we zijn + bent j’aurai été / auras été / aura été / aurons
soyons / soyez été / aurez été / auront été

Indicatif imparfait ik was Indicatif futur antérieur du passé ou
J’étais / étais / était / conditionnel passé
étions / étiez / étaient ik zou zijn geweest
j’aurais été / aurais été / aurait été /
Subjonctif présent ik ben aurions été / auriez /été / auraient été
Sois / sois / soit / soyons /
soyez / soient
Passé antérieur ik was geweest
J’eus fus / eut fus / eut / fut / eûmes
fûmes / eûtes fûtes / eurent furent
Passé simple ik was
Je fus / fus / fut / fûmes / fûtes / furent

, 4


Conjugaison des verbes irréguliers en –er
ALLER
Infinitif (temps primitif) Participe présent (temps Participe passé (temps primitif)
aller primitif) allé
allant
Indicatif futur simple Indicatif présent singulier Indicatif passé composé
Irai, iras, ira, irons, irez, iront Vais / vas / va Suis allé, es allé, est allé, sommes
allés, êtes allés, ils sont allés
Indicatif futur du passé ou Indicatif présent pluriel
conditionnel présent Allons / allez / vont Indicatif plus-que parfait
Irais, irais, irait, irions, iriez, étais allé, étais allé, était allé, étions
iraient Impératif singulier allés, étiez allés, étaient allés
va
Subjonctif passé
Impératif pluriel Sois alle, sois alle, soit allé, soyons
Allons, allez allés, soyez allés, soient allés

Indicatif imparfait Indicatif futur antérieur
Allais, allais, allait, allions, alliez, Serai allé, seras allé, sera allé, serons
allaient allés, serez allés, seront allés

Subjonctif présent Indicatif futur antérieur du passé ou
J’aille, ailles, aille, aillions, conditionnel passé
ailliez, aillent Serais alle

Passé antérieur
Fus allé, fus allé, fut allé, fûmes allés,
fûtes allés, furent allés

Passé simple
Allai, allas, alla, allâmes, allâtes,
allèrent

ENVOYER
Infinitif (temps primitif) Participe présent (temps Participe passé (temps primitif)
envoyer primitif) envoyé
envoyant
Indicatif futur simple Indicatif présent singulier Indicatif passé composé
Enverrai, enverras, enverra, Envoie, envoies, envoie Ai envoyé
enverrons, enverrez,
enverront Indicatif présent pluriel Indicatif plus-que parfait
Envoyons, envoyez, envoient Avais envoyé
Indicatif futur du passé ou
conditionnel présent Impératif singulier Subjonctif passé
Enverrais, enverrais, envoie Aie envoyé
enverrait, enverrions, Impératif pluriel
enverriez, enverraient Envoyons, envoyez Indicatif futur antérieur
Aurai envoyé, auras envoyé, aura
Indicatif imparfait envoyé, aurons envoyé, aurez
Envoyais, envoyais, envoyait, envoyé, auront envoyé
envoyions, envoyiez,

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vogelssanne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 85443 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen