Hoofdstuk 1: Informatiesystemen in het huidige mondiale ondernemen
Belangrijke veranderingen in technologische, management- en bedrijfsprocessen:
1. IT-innovaties > cloudcomputing, groei mobiel digitaal zakenplatform op basis van
smartphones/tablets, big data en internet business analytics, IoT, machine
learning systems en gebruik social media voor realisatie bedrijfsdoelstellingen
2. Nieuwe businessmodellen
3. Uitbreiding e-commerce
4. Management
5. Ondernemingen en organisaties
Internet is een volwassen internationaal communicatiesysteem dat de kosten voor het
opereren verlaagd en wordt gebruikt om zaken te doen op wereldniveau. Klanten
winkelen op wereldwijde markt en er is 24/7 een betrouwbare prijs en kwaliteit
informatie. Er worden kosten bespaard door goedkope leveranciers en productie in het
buitenland. Daarnaast is globalisering mogelijk door informatiesystemen.
Informatiesysteem= georganiseerde combinatie van mensen, hardware, software,
communicatienetwerken en gegevensbronnen die samenwerken om informatie te
verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden om de besluitvorming, coördinatie,
controle, analyse en visualisatie van informatie in organisaties te ondersteunen, met als
doel waardevolle informatie genereren en gebruiken om organisatiedoelstellingen te
ondersteunen en het concurrentievermogen te vergroten. Inkomsten worden verhoogd
en kosten verlaagd door informatie te bieden aan managers voor besluitvorming of
verbeteren uitvoering van bedrijfsprocessen
• MIS > relevante informatie voor managers om te ondersteunen bij besluitvorming
en sturen organisatie
• ERP > geïntegreerd softwarepakket dat alle kernactiviteiten van een organisatie
(financiën, productie, verkoop, HR) centraliseert en automatiseert zodat
processen worden gestroomlijnd, gegevens worden gedeeld tussen afdelingen en
zodat er realtime inzicht is in de bedrijfsprestaties
• CRM > beheren en verbeteren interacties/relaties van organisatie met klanten en
helpt bij vastleggen, organiseren en analyseren klantgegevens om
klanttevredenheid, klantloyaliteit en verkoop te verhogen
• SCM > beheren stroom goederen, informatie en geld door hele toeleveringsketen
en het integreert en automatiseert processen als inkoop, distributie en logistiek
om efficiëntie te verbeteren, kosten te verlagen en klanttevredenheid te vergroten
• GIS > geografische gegevens worden verzameld, opgeslagen, geanalyseerd en
weergegeven op basis van locatie-informatie en het combineert kaarten en
gegevens om ruimtelijke relaties en patronen te visualiseren (nuttig voor
planning, analyse en besluitvorming)
Digitale onderneming = onderneming die alle bedrijfsrelaties met klanten, leveranciers
en medewerkers digitaal mogelijk maakt. Centrale bedrijfsprocessen via digitale
netwerken in de hele organisatie.
,Timeshifting betekent 24/7 bedrijfsvoering en space shifting betekent
locatieonafhankelijk.
Bedrijfsprocessen = reeks logisch verwante taken en werkwijzen die organisaties
ontwikkelen om specifieke bedrijfsresultaten te produceren en het is de manier waarop
de activiteiten zijn georganiseerd en gecoördineerd.
Informatiesystemen realiseren strategische bedrijfsdoelstellingen.
De volgende zaken zijn afhankelijk van elkaar:
• Vermogen onderneming om IT te gebruiken
• Vermogen bedrijfsstrategieën implementeren
• Bedrijfsdoelen bereiken
Redenen investering in informatiesystemen
• Operationeel excelleren (winstgevendheid)
• Nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen
• Band verbeteren tussen klant en leverancier
• Betere besluitvorming
• Concurrentievoordeel
• Overleven
Bedrijfsmodel = model dat beschrijft hoe een bedrijf een product oplevert, produceert
en verkoopt om waarde te creëren.
Informatietechnologie (IT) = alle hardware en software die een onderneming nodig heeft
om haar bedrijfsdoelstellingen te realiseren.
Hardware Software
Randopslag Beveiliging
Servers Besturingssystemen
Computers Applicatiesoftware
Netwerkapplicaties Netwerksoftware
Database
Informatie = begrijpelijke en bruikbare gegevens
Gegevens/data = gebeurtenissen in organisaties of fysieke omgeving voordat ze worden
georganiseerd en geordend in een bruikbare en begrijpelijke vorm
Basisactiviteiten informatiesysteem
1. Input = onbewerkte gegevens verzamelen
2. Verwerking = input betekenisvol maken
3. Output = verwerkte informatie doorgeven
+ feedback = output terug aan leden die input kunnen evalueren en corrigeren
Bouwstenen informatiesystemen
, • Organisaties: werknemers, structuur, bedrijfsprocedures, beleid, cultuur
• Management
• IT
Computerhardware = fysieke apparatuur voor input-, verwerkings-, en outputactiviteiten
in een informatiesysteem
Computersoftware = gedetailleerd geprogrammeerde instructies die de
hardwarecomponenten in een informatiesysteem controleren en coördineren
Datamanagementtechnologie = software die de organisatie van gegevens op de fysieke
opslagmedia beheert om de kwaliteit, betrouwbaarheid, veiligheid en bruikbaarheid van
gegevens te waarborgen
Netwerk- en telecommunicatietechnologie bestaat uit fysieke applicaties en software,
en koppelt de verschillende hardware-elementen aan elkaar en verstuurt gegevens van
de fysieke locatie naar de andere.
Netwerk: computers koppelen om data/hardware (bijv. printer) te delen en uit te
wisselen
Internet = internationaal computernetwerk van computernetwerken dat universele
standaarden gebruikt
Intranetten = interne bedrijfsnetwerken gebaseerd op internettechnologie
Externanetten= eigen intranetten van onderneming die zich uitstrekken tot
geautoriseerde gebruikers buiten de organisatie
www = service geleverd door internet met universeel geaccepteerde standaarden voor
opslaan, vinden, formatteren en weergeven informatie in de vorm van een webpagina
IT-infrastructuur = basis/platform waarop een onderneming specifieke
informatiesystemen kan bouwen
, Hoofdstuk 2: Hoe bedrijven gebruikmaken van informatiesystemen
Voordelen gebruik informatiesystemen:
Concurrerend blijven Kostenbesparing
Prestatieverbetering Concurrentievoordeel
Innovatievermogen Klantgerichtheid
Efficiëntie Risicobeheer
Besluitvorming managers Klanttevredenheid
Toegang tot informatie Communicatie
productiviteit Veiligheid
Daarnaast automatiseren ze veel stappen in bedrijfsprocessen die medewerkers eerst
handmatig deden. Nieuwe technologie kan die informatiestroom veranderen doordat
meer mensen toegang tot informatie hebben en informatie kunnen delen.
Opeenvolgende stappen worden vervangen door taken die tegelijk kunnen worden
uitgevoerd en dit elimineert vertraging in besluitvorming. Verder wordt de manier van
werken getransformeerd en worden nieuwe bedrijfsmodellen gestuurd.
Bedrijfsproces = samenhangend geheel van activiteiten dat definieert hoe bepaalde
bedrijfstaken worden uitgevoerd en representeert een proces waarbinnen een
organisatie werk, informatie en kennis coördineert
Transactieverwerkingssystemen TPS = gecomputeriseerde systemen die dagelijkse
routinetransacties uitvoeren en registreren die belangrijk zijn voor de bedrijfsvoering,
zoals bestelling invoeren, loonadministratie, beheer personeelsgegevens en verzending
• Operationeel niveau
• Systemen moeten op operationeel niveau routinematige vragen beantwoorden
en de transactiestroom volgen
• Taken, middelen en doelen zijn eerder gedefinieerd en nauwkeurig gestructureerd
• Nodig voor managers om status interne bedrijfsvoering en relaties van de
onderneming met omgeving in de gaten te houden
• Leveranciers van informatie voor andere systemen
• Storing = ramp!
Managementinformatiesystemen MIS = informatiesystemen met alle gegevens en
software voor het organiseren, analyseren en benaderen van gegevens op basis waarvan
managers en andere gebruikers beargumenteerde beslissingen kunnen nemen
• Middenmanagement
• Geven rapportages over huidige organisatieprestatie → controleren/beheren
bedrijf en voorspellen toekomstprestaties
• Gegevens vanuit TPS
• Niet flexibel en weinig mogelijkheid tot analyse
Beslissingsondersteunende systemen DDS = informatiesystemen die minder
routinematige beslissingen ondersteunen
• Middenmanagement
Belangrijke veranderingen in technologische, management- en bedrijfsprocessen:
1. IT-innovaties > cloudcomputing, groei mobiel digitaal zakenplatform op basis van
smartphones/tablets, big data en internet business analytics, IoT, machine
learning systems en gebruik social media voor realisatie bedrijfsdoelstellingen
2. Nieuwe businessmodellen
3. Uitbreiding e-commerce
4. Management
5. Ondernemingen en organisaties
Internet is een volwassen internationaal communicatiesysteem dat de kosten voor het
opereren verlaagd en wordt gebruikt om zaken te doen op wereldniveau. Klanten
winkelen op wereldwijde markt en er is 24/7 een betrouwbare prijs en kwaliteit
informatie. Er worden kosten bespaard door goedkope leveranciers en productie in het
buitenland. Daarnaast is globalisering mogelijk door informatiesystemen.
Informatiesysteem= georganiseerde combinatie van mensen, hardware, software,
communicatienetwerken en gegevensbronnen die samenwerken om informatie te
verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden om de besluitvorming, coördinatie,
controle, analyse en visualisatie van informatie in organisaties te ondersteunen, met als
doel waardevolle informatie genereren en gebruiken om organisatiedoelstellingen te
ondersteunen en het concurrentievermogen te vergroten. Inkomsten worden verhoogd
en kosten verlaagd door informatie te bieden aan managers voor besluitvorming of
verbeteren uitvoering van bedrijfsprocessen
• MIS > relevante informatie voor managers om te ondersteunen bij besluitvorming
en sturen organisatie
• ERP > geïntegreerd softwarepakket dat alle kernactiviteiten van een organisatie
(financiën, productie, verkoop, HR) centraliseert en automatiseert zodat
processen worden gestroomlijnd, gegevens worden gedeeld tussen afdelingen en
zodat er realtime inzicht is in de bedrijfsprestaties
• CRM > beheren en verbeteren interacties/relaties van organisatie met klanten en
helpt bij vastleggen, organiseren en analyseren klantgegevens om
klanttevredenheid, klantloyaliteit en verkoop te verhogen
• SCM > beheren stroom goederen, informatie en geld door hele toeleveringsketen
en het integreert en automatiseert processen als inkoop, distributie en logistiek
om efficiëntie te verbeteren, kosten te verlagen en klanttevredenheid te vergroten
• GIS > geografische gegevens worden verzameld, opgeslagen, geanalyseerd en
weergegeven op basis van locatie-informatie en het combineert kaarten en
gegevens om ruimtelijke relaties en patronen te visualiseren (nuttig voor
planning, analyse en besluitvorming)
Digitale onderneming = onderneming die alle bedrijfsrelaties met klanten, leveranciers
en medewerkers digitaal mogelijk maakt. Centrale bedrijfsprocessen via digitale
netwerken in de hele organisatie.
,Timeshifting betekent 24/7 bedrijfsvoering en space shifting betekent
locatieonafhankelijk.
Bedrijfsprocessen = reeks logisch verwante taken en werkwijzen die organisaties
ontwikkelen om specifieke bedrijfsresultaten te produceren en het is de manier waarop
de activiteiten zijn georganiseerd en gecoördineerd.
Informatiesystemen realiseren strategische bedrijfsdoelstellingen.
De volgende zaken zijn afhankelijk van elkaar:
• Vermogen onderneming om IT te gebruiken
• Vermogen bedrijfsstrategieën implementeren
• Bedrijfsdoelen bereiken
Redenen investering in informatiesystemen
• Operationeel excelleren (winstgevendheid)
• Nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen
• Band verbeteren tussen klant en leverancier
• Betere besluitvorming
• Concurrentievoordeel
• Overleven
Bedrijfsmodel = model dat beschrijft hoe een bedrijf een product oplevert, produceert
en verkoopt om waarde te creëren.
Informatietechnologie (IT) = alle hardware en software die een onderneming nodig heeft
om haar bedrijfsdoelstellingen te realiseren.
Hardware Software
Randopslag Beveiliging
Servers Besturingssystemen
Computers Applicatiesoftware
Netwerkapplicaties Netwerksoftware
Database
Informatie = begrijpelijke en bruikbare gegevens
Gegevens/data = gebeurtenissen in organisaties of fysieke omgeving voordat ze worden
georganiseerd en geordend in een bruikbare en begrijpelijke vorm
Basisactiviteiten informatiesysteem
1. Input = onbewerkte gegevens verzamelen
2. Verwerking = input betekenisvol maken
3. Output = verwerkte informatie doorgeven
+ feedback = output terug aan leden die input kunnen evalueren en corrigeren
Bouwstenen informatiesystemen
, • Organisaties: werknemers, structuur, bedrijfsprocedures, beleid, cultuur
• Management
• IT
Computerhardware = fysieke apparatuur voor input-, verwerkings-, en outputactiviteiten
in een informatiesysteem
Computersoftware = gedetailleerd geprogrammeerde instructies die de
hardwarecomponenten in een informatiesysteem controleren en coördineren
Datamanagementtechnologie = software die de organisatie van gegevens op de fysieke
opslagmedia beheert om de kwaliteit, betrouwbaarheid, veiligheid en bruikbaarheid van
gegevens te waarborgen
Netwerk- en telecommunicatietechnologie bestaat uit fysieke applicaties en software,
en koppelt de verschillende hardware-elementen aan elkaar en verstuurt gegevens van
de fysieke locatie naar de andere.
Netwerk: computers koppelen om data/hardware (bijv. printer) te delen en uit te
wisselen
Internet = internationaal computernetwerk van computernetwerken dat universele
standaarden gebruikt
Intranetten = interne bedrijfsnetwerken gebaseerd op internettechnologie
Externanetten= eigen intranetten van onderneming die zich uitstrekken tot
geautoriseerde gebruikers buiten de organisatie
www = service geleverd door internet met universeel geaccepteerde standaarden voor
opslaan, vinden, formatteren en weergeven informatie in de vorm van een webpagina
IT-infrastructuur = basis/platform waarop een onderneming specifieke
informatiesystemen kan bouwen
, Hoofdstuk 2: Hoe bedrijven gebruikmaken van informatiesystemen
Voordelen gebruik informatiesystemen:
Concurrerend blijven Kostenbesparing
Prestatieverbetering Concurrentievoordeel
Innovatievermogen Klantgerichtheid
Efficiëntie Risicobeheer
Besluitvorming managers Klanttevredenheid
Toegang tot informatie Communicatie
productiviteit Veiligheid
Daarnaast automatiseren ze veel stappen in bedrijfsprocessen die medewerkers eerst
handmatig deden. Nieuwe technologie kan die informatiestroom veranderen doordat
meer mensen toegang tot informatie hebben en informatie kunnen delen.
Opeenvolgende stappen worden vervangen door taken die tegelijk kunnen worden
uitgevoerd en dit elimineert vertraging in besluitvorming. Verder wordt de manier van
werken getransformeerd en worden nieuwe bedrijfsmodellen gestuurd.
Bedrijfsproces = samenhangend geheel van activiteiten dat definieert hoe bepaalde
bedrijfstaken worden uitgevoerd en representeert een proces waarbinnen een
organisatie werk, informatie en kennis coördineert
Transactieverwerkingssystemen TPS = gecomputeriseerde systemen die dagelijkse
routinetransacties uitvoeren en registreren die belangrijk zijn voor de bedrijfsvoering,
zoals bestelling invoeren, loonadministratie, beheer personeelsgegevens en verzending
• Operationeel niveau
• Systemen moeten op operationeel niveau routinematige vragen beantwoorden
en de transactiestroom volgen
• Taken, middelen en doelen zijn eerder gedefinieerd en nauwkeurig gestructureerd
• Nodig voor managers om status interne bedrijfsvoering en relaties van de
onderneming met omgeving in de gaten te houden
• Leveranciers van informatie voor andere systemen
• Storing = ramp!
Managementinformatiesystemen MIS = informatiesystemen met alle gegevens en
software voor het organiseren, analyseren en benaderen van gegevens op basis waarvan
managers en andere gebruikers beargumenteerde beslissingen kunnen nemen
• Middenmanagement
• Geven rapportages over huidige organisatieprestatie → controleren/beheren
bedrijf en voorspellen toekomstprestaties
• Gegevens vanuit TPS
• Niet flexibel en weinig mogelijkheid tot analyse
Beslissingsondersteunende systemen DDS = informatiesystemen die minder
routinematige beslissingen ondersteunen
• Middenmanagement
