Samenvatting: paragraaf 6.2 - Motiverende gespreksvoering
Boek: De verpleegkundige als communicator
Bladzijden: blz. 116 t/m 118
6.2 - Motiverende gespreksvoering
Bevorderen van de intrinsieke motivatie.
Uitgangspunt voor de verpleegkundige is te proberen de afhankelijkheid zo veel
mogelijk te vermijden door het zelfmanagement van te patiënt te bevorderen.
Als voorwaarde voor gedragsverandering is het essentieel dat de verpleegkundige
een meedenkende, meevoelende en onderzoekende houding heeft, zonder dat zij
waarschuwt, oordeel, instemt, bevestigt, troost, afleidt of etiketteert.
Motiverende gespreksvorming wordt gekenmerkt door twee stappen, namelijk:
1. het ontwikkelen van de motivatie van de patiënten om te veranderen.
2. het versterken van het zelfvertrouwen in eigen kunnen.
6.2.1 - Stap 1: het ontwikkelen van motivatie van de patiënt om te kunnen veranderen.
Aandacht voor het verkennen van de ambivalent van de patiënt.
De verpleegkundige bekrachtigt selectief die uitspraken die motiverend zijn voor het
onderzoeken van zijn eigen mogelijkheden tot ander gedrag en mobiliseert deze.
De verpleegkundige bekrachtigt vooral uitspraken die gericht zijn op
probleemherkenning door de patiënt, diens bezorgdheid over de huidige situatie of
toekomst en de bereidheid om te veranderen.
Vermijden van ‘Ja, maar’ en dit vervangen voor ‘Ja, en’.
6.2.2 - Stap 2: Het versterken van het vertrouwen in eigen kunnen
Het is belangrijk dat de patiënt ervaart dat hij controle krijgt over de situatie waarin hij
zich bevindt; dat hij zelf van overtuigd is dat het beoogde en gewenste gedrag voor
hem haalbaar en uitvoerbaar is.
De patiënt wordt door het stellen van vragen gestimuleerd zijn eigen wensen en
plannen te bedenken.
Zowel fase 1 als in fase 2 zijn de volgende communicatieve vaardigheden belangrijk.
- Explorerend luisteren door open en doorvragen te stellen en te reflecteren.
- Tussentijds ordenend samenvatten
- Motiverend communiceren door selectief positief te bekrachtigen.
Boek: De verpleegkundige als communicator
Bladzijden: blz. 116 t/m 118
6.2 - Motiverende gespreksvoering
Bevorderen van de intrinsieke motivatie.
Uitgangspunt voor de verpleegkundige is te proberen de afhankelijkheid zo veel
mogelijk te vermijden door het zelfmanagement van te patiënt te bevorderen.
Als voorwaarde voor gedragsverandering is het essentieel dat de verpleegkundige
een meedenkende, meevoelende en onderzoekende houding heeft, zonder dat zij
waarschuwt, oordeel, instemt, bevestigt, troost, afleidt of etiketteert.
Motiverende gespreksvorming wordt gekenmerkt door twee stappen, namelijk:
1. het ontwikkelen van de motivatie van de patiënten om te veranderen.
2. het versterken van het zelfvertrouwen in eigen kunnen.
6.2.1 - Stap 1: het ontwikkelen van motivatie van de patiënt om te kunnen veranderen.
Aandacht voor het verkennen van de ambivalent van de patiënt.
De verpleegkundige bekrachtigt selectief die uitspraken die motiverend zijn voor het
onderzoeken van zijn eigen mogelijkheden tot ander gedrag en mobiliseert deze.
De verpleegkundige bekrachtigt vooral uitspraken die gericht zijn op
probleemherkenning door de patiënt, diens bezorgdheid over de huidige situatie of
toekomst en de bereidheid om te veranderen.
Vermijden van ‘Ja, maar’ en dit vervangen voor ‘Ja, en’.
6.2.2 - Stap 2: Het versterken van het vertrouwen in eigen kunnen
Het is belangrijk dat de patiënt ervaart dat hij controle krijgt over de situatie waarin hij
zich bevindt; dat hij zelf van overtuigd is dat het beoogde en gewenste gedrag voor
hem haalbaar en uitvoerbaar is.
De patiënt wordt door het stellen van vragen gestimuleerd zijn eigen wensen en
plannen te bedenken.
Zowel fase 1 als in fase 2 zijn de volgende communicatieve vaardigheden belangrijk.
- Explorerend luisteren door open en doorvragen te stellen en te reflecteren.
- Tussentijds ordenend samenvatten
- Motiverend communiceren door selectief positief te bekrachtigen.