Kiezen en verbonden blijven
Succes met leren en vergeet niet om een beoordeling achter te laten op stuvia! :)
H.1 De oudere bestaat niet
Centraal staat: de mens als ontwerper en regisseur van zijn eigen bestaan, zijn eigen levensloop.
als sociaal werker maatwerk i.p.v. uitgaan van stereotype beeld van ouderen.
‘Levensloopbewuste’ sociaal werkers kijken…
- Verbindend = het ouder worden is niet iets van ‘de ouderen’ maar van ons allemaal
- Dynamisch = we gaan ervan uit dat ontwikkeling een voortdurend proces is van inspelen op
verandering
In de levenslooptheorie kennen we 4 leeftijden:
- Chronologische = kalenderleeftijd
- Biologische = fysieke kenmerken en zegt iets over de levensverwachting (ene lichaam veroudert
sneller dan het andere lichaam)
- Psychologische = leeftijd zoals wij die zelf ervaren
- Sociale = ‘leeftijdsnormen’ zijn de verwachtingen die bij een bepaalde leeftijd horen
Vroeger ‘three boxes of life’ = jeugd=leren, midden=werken, oudere=rusten. Nu 5 levensfasen:
- Vroege jeugd 0-15 = primaire leerprocessen
- Jongvolwassenheid 15-30 = snel toenemende zelfstandigheid in verschillende gebieden
- Volwassenheid 30-60 = arbeid en/of zorg voor kinderen
- Actieve ouderdom 60-80 = mogelijkheden om zich sociaal-productief in te zetten
- Hoge ouderdom 80+ = mogelijkheden tot regie en zelfmanagement nemen af
Als sociaal werker in fase...:
- 3 vroegtijdig algemene preventieve maatregelen nemen
- 4 compleet dienstpakket bieden op het gebied van wonen, zorg en welzijn
Ontwikkelingsstadium volwassenheid:
- Generativiteit (de diep menselijke behoefte om zorg te dragen voor de huidige en komende
generaties)
- Productiviteit
Succes met leren en vergeet niet om een beoordeling achter te laten op stuvia! :)
H.1 De oudere bestaat niet
Centraal staat: de mens als ontwerper en regisseur van zijn eigen bestaan, zijn eigen levensloop.
als sociaal werker maatwerk i.p.v. uitgaan van stereotype beeld van ouderen.
‘Levensloopbewuste’ sociaal werkers kijken…
- Verbindend = het ouder worden is niet iets van ‘de ouderen’ maar van ons allemaal
- Dynamisch = we gaan ervan uit dat ontwikkeling een voortdurend proces is van inspelen op
verandering
In de levenslooptheorie kennen we 4 leeftijden:
- Chronologische = kalenderleeftijd
- Biologische = fysieke kenmerken en zegt iets over de levensverwachting (ene lichaam veroudert
sneller dan het andere lichaam)
- Psychologische = leeftijd zoals wij die zelf ervaren
- Sociale = ‘leeftijdsnormen’ zijn de verwachtingen die bij een bepaalde leeftijd horen
Vroeger ‘three boxes of life’ = jeugd=leren, midden=werken, oudere=rusten. Nu 5 levensfasen:
- Vroege jeugd 0-15 = primaire leerprocessen
- Jongvolwassenheid 15-30 = snel toenemende zelfstandigheid in verschillende gebieden
- Volwassenheid 30-60 = arbeid en/of zorg voor kinderen
- Actieve ouderdom 60-80 = mogelijkheden om zich sociaal-productief in te zetten
- Hoge ouderdom 80+ = mogelijkheden tot regie en zelfmanagement nemen af
Als sociaal werker in fase...:
- 3 vroegtijdig algemene preventieve maatregelen nemen
- 4 compleet dienstpakket bieden op het gebied van wonen, zorg en welzijn
Ontwikkelingsstadium volwassenheid:
- Generativiteit (de diep menselijke behoefte om zorg te dragen voor de huidige en komende
generaties)
- Productiviteit