Samenvatting Biochemie
Verschil anorganische en organische stof:
Organische moleculen Anorganische moleculen
Groot Klein
Energie rijk Energie arm
komen niet voor in levenloze dingen, alleen in levende komen voor zowel in levenloze als in levende dingen;
organismen en dode (resten van) organismen;
bevatten altijd de volgende elementen: C, H en O en vaak ook elk element uit het periodiek systeem kan een bestanddeel zijn
N, S en P; van een anorganisch molecuul;
Koppel twee aminozuren door middel van een peptide binding:
Herken de aminozuren uit een eiwit:
, 2
Enzymen:
Enzymen zijn altijd eiwitten.
Het zijn biokatalysatoren (stoffen die worden gebruikt, maar niet verbruikt)
De ruimtelijke structuur van het enzym is bepalend voor de functie. Als de vorm verandert verliest het zijn functie
Iedere reactie heeft zijn eigen enzym
De meeste chemische reacties verlopen alleen als het juiste enzym aanwezig is.
De reagerende stoffen en het enzym passen in elkaar als een sleutel in een slot.
Een enzym kan niets met stoffen die niet bij zijn vorm passen
Substraten: de stoffen die gaan reageren (staan voor de pijl)
Functie enzym:
De substraten en het enzym binden zich even aan elkaar en vormen een enzym substraatcomplex.
Je kan zeggen dat het enzym de substraten even 'bij elkaar houdt' zodat ze met elkaar kunnen reageren.
Reactieproduct: als de reactie heeft plaatsgevonden valt het enzym substraatcomplex uit elkaar.
het reactieproductie blijft over.
Gevolgen wel verandering ruimtelijke structuur enzym:
Door zeer hoge temperatuur of een zure omgeving, passen de substraten niet meer op het enzym.
Het enzym werkt niet meer. Deze onomkeerbare verandering van de ruimtelijke structuur van een eiwit heet
denaturatie.