Obstetrische interventies VKT 3
Excentrische pool is het diepste punt van het voorliggend deel dat buiten de bekkenas ligt.
Draaiing om de frontale as caput bij indaling in het algemeen flecteren, hierdoor gaat de kleinste
omvang door het bekken. (van voor naar achter bewegen)
Draaiing om de sagittale as beweegt van links naar rechts of andersom. Je hebt verschillende
namelijk;
- Synclitisme = de pijlnaad loopt door de bekkenas
- Asynclitismus anterior = de pijlnaad staat achter de bekkenas en het voorste wandbeen is het
diepst
- Asynclitismus posterior = de pijlnaad staat voor de bekkenas en het achterste wandbeen is
het diepst
Draaiing om de lengteas (spildraai)
- Inwendige spildraai = excentrische pool draait naar voren.
- Uitwendige spildraai = draaiing na de geboorte van het hoofd. Achterhoofd draait naar links
of rechts terug richting de rugzijde van het kind.
Baringsmechanisme bij een achterhoofdsligging
Kenmerken bij een achterhoofdsligging:
- Ligging = hoofdligging
- Voorliggend deel = achterhoofd
- Houding = flexie
- Aanwijspunt = achterhoofd
- Excentrische pool = achterhoofd
- De distantia suboccipitofrontalis (10cm) en de distantia biparietalis (9,5cm) van het hoofd
passeren de bekken
- Draaipunt = achterste haargrens.
VT kleine fontanel in of nabij de bekkenas
Hodge 1 draaiing om sagittale as want hoofd moet over promotorium kantelen. Vaak asynclitismus
posterior. Begin indaling.
, Hodge 2 1/3 ingedaald. Meer flexie = draaiing om frontale as. Kleine fontanel komt dichter bij de
bekkenas te staan. Pijlnaad staat in de bekkenas dus synclitismus wordt bereikt tussen Hodge 2 en 3.
Hodge 3 voor de helft ingedaald, grootste diameter (distantia biparietalis) is de bekkeningang
gepasseerd. Pijlnaad staat nu achter de bekkenas (asynclitismus anterior). Flexie hoofd neemt toe,
kleine fontanel dichter bij bekkenas en ontstaan excentrische pool.
Hodge 4 hoofd bevindt zich ter hoogte van bekkenuitgang. Inwendige spildraai is voltooid.
Inwendige spildraai draaiing om lente as. Komt tot stand door:
- Vorm baringskanaal
- Buigbaarheid hoofd (flexie/deflexie)
- Excentrische pool
Verscherpt mechanisme maximale flexie, kleinste fontanel in de bekkenas. Geen excentrische
pool, soms later optreden van spildraai.
Excentrische pool is het diepste punt van het voorliggend deel dat buiten de bekkenas ligt.
Draaiing om de frontale as caput bij indaling in het algemeen flecteren, hierdoor gaat de kleinste
omvang door het bekken. (van voor naar achter bewegen)
Draaiing om de sagittale as beweegt van links naar rechts of andersom. Je hebt verschillende
namelijk;
- Synclitisme = de pijlnaad loopt door de bekkenas
- Asynclitismus anterior = de pijlnaad staat achter de bekkenas en het voorste wandbeen is het
diepst
- Asynclitismus posterior = de pijlnaad staat voor de bekkenas en het achterste wandbeen is
het diepst
Draaiing om de lengteas (spildraai)
- Inwendige spildraai = excentrische pool draait naar voren.
- Uitwendige spildraai = draaiing na de geboorte van het hoofd. Achterhoofd draait naar links
of rechts terug richting de rugzijde van het kind.
Baringsmechanisme bij een achterhoofdsligging
Kenmerken bij een achterhoofdsligging:
- Ligging = hoofdligging
- Voorliggend deel = achterhoofd
- Houding = flexie
- Aanwijspunt = achterhoofd
- Excentrische pool = achterhoofd
- De distantia suboccipitofrontalis (10cm) en de distantia biparietalis (9,5cm) van het hoofd
passeren de bekken
- Draaipunt = achterste haargrens.
VT kleine fontanel in of nabij de bekkenas
Hodge 1 draaiing om sagittale as want hoofd moet over promotorium kantelen. Vaak asynclitismus
posterior. Begin indaling.
, Hodge 2 1/3 ingedaald. Meer flexie = draaiing om frontale as. Kleine fontanel komt dichter bij de
bekkenas te staan. Pijlnaad staat in de bekkenas dus synclitismus wordt bereikt tussen Hodge 2 en 3.
Hodge 3 voor de helft ingedaald, grootste diameter (distantia biparietalis) is de bekkeningang
gepasseerd. Pijlnaad staat nu achter de bekkenas (asynclitismus anterior). Flexie hoofd neemt toe,
kleine fontanel dichter bij bekkenas en ontstaan excentrische pool.
Hodge 4 hoofd bevindt zich ter hoogte van bekkenuitgang. Inwendige spildraai is voltooid.
Inwendige spildraai draaiing om lente as. Komt tot stand door:
- Vorm baringskanaal
- Buigbaarheid hoofd (flexie/deflexie)
- Excentrische pool
Verscherpt mechanisme maximale flexie, kleinste fontanel in de bekkenas. Geen excentrische
pool, soms later optreden van spildraai.