Vraag 1
Woordeindingsproblemen ten geeolge ean een ongeluk eallen onder:
a) Primaire taalontwikkelingsstoornissen
b) Secundaire taalontwikkelingsstoornissen
c) Verworeen taalontwikkelingsstoornissen
Vraag 2
Een kind zegt ‘ik heb ewandeld’ en ‘ik heb knipt’ de prefi ‘gee‘ ealt hier weg, in welke fase komt dit
eoor?
a) Voltooingsfase
b) Het kan in elke fase eoorkomen, want we spreken hier oeer een taalontwikkelingsstoornis
c) Diferentatefase
Vraag 3
Wanneer een kind /kjak/ zegt in plaats ean /krab/ dan spreken we ean:
a) Substtute
b) Omissie
c) Addite
Vraag 4
Een kindje zegt ‘dat.. dat.. dat.. is lekker’ tot welke onteloeiendheden behoord deze zin?
a) Normale between words – multssllabische woordherhaling
b) Niet normale within words – monossllabische woordherhaling
c) Normale between words – fraseherhaling
Vraag 5
In welke fase gaan kinderen liegen?
a) Vroeglinguale fase
b) Diferentatefase
c) Voltooiingsfase
Vraag 6
In welke fase gaat de kleuter oeerregulariseren bij sterke en zwakke werkwoorden?
a) Vroeglinguale fase
b) Diferentatefase
c) Voltooiingsfase
1
, Vraag 7
Wanneer start de eroeglinguale fase?
a) Als het kind 12 maanden oud is
b) Als het kind taal ssmbolisch gaat gebruiken
c) Als het kind eoor ouders eerstaanbaar gaat praten
Vraag 8
Wat wil epenthesis zeggen?
a) De ‘S’ wordt heel eaak weggelaten be: steen wordt teen
b) Toeeoegen ean een dofe klank be: kerk wordt kerek
c) Het is een ander woord eoor eocaliseren be: eogel wordt eoo
Vraag 9
Een kind zegt ‘wawadada dododoe deda bakagoegoe’ In welke fase ean de taalontwikkeling beeindt
het kind zich?
a) Eerste helf prelinguale fase
b) Tweede helf prelinguale fase
c) Vroeglinguale fase
Vraag 10
Een kind zegt ‘het paardje klimde op de stoel en toen eiel het, en toen had het pijn, en toen jankte
het’ In welke fase ean de taalontwikkeling beeindt het kind zich?
a) Begin diferentatefase
b) Latere diferentatefase
c) Voltooiingsfase
Vraag 11
Een kind zegt ‘mag ik trouwens naar de wc?’ In welke fase ean de taalontwikkeling beeindt het kind
zich?
a) Begin diferentatefase
b) Latere diferentatefase
c) Voltooiingsfase
Vraag 12
Een kind zegt ‘mij willen ook banaan Anna zijn banaan is geeallen’ Hoe oud zal dit kind ongeeeer zijn,
als zijn taaleerwereing zich normaal ontwikkelt?
a) 1,6 jaar
b) 2,6 jaar
c) 3,6 jaar
2