In: Journalisteke Cultuur in Nederland, p.289-305. Amsterdam: Universit) Press.
Meerdere manieren om het nieuws te gebruiken:
Lezen: verdieping, begrijpen van het nieuws i.p.v. weten. Vrijetjdsbesteding, in alle
rust.
Kijken: qua intensiviteit lijkt het op lezen. Opgaan in het nieuws. Zonder gestoord te
worden.
Zien: meer op de achtergrond, terwijl je bijvoorbeeld iets anders aan het doen bent.
’s Ochtends bij gezamenlijk ontbijt het nieuws kijken.
Luisteren: minder aandachtg dan lezen en kijken, inhoud doet toe maar verstrooiing
en gezelligheid is belangrijker zoals bij zien.
Checken: aanhoudende, regelmatge drang om op de hoogte te zijn. Overzichtelijk
gevoel. Effe checken wordt makkelijker gemaakt door nieuwsapps. Er wordt steeds
meer gecheckt.
Snacken: functe is verstrooiing, lekker en relaxed. Onmogelijk om alles te lezen,
maar een hapje is al fjn. Vergelijking is zappen op tv. Iets om over te praten. Lean-
back.
Scannen: zoeken naar nieuwe ontwikkelingen op een specifek terrein. Eenvoudiger
geworden.
Monitoren: actef in de gaten houden van de informateomgeving zodat ze indien
nodig in acte kunnen komen. Alert zijn op gevaar.
Zoeken: niet het nieuws, maar persoonlijke vraag is het leidmotef. e verkiezen
Google en ikipedia boven nieuwssites.
Clicken: aanklikken van nieuwsberichten en links voor meer informate.
Linken/delen/liken/aanbevelen/becommetariëren/stemmen: spreekt wel voor zich.