100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Ondernemingsrecht Samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
28
Geüpload op
07-04-2024
Geschreven in
2023/2024

Ondernemingsrecht Samenvatting, Tilburg University











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
7 april 2024
Aantal pagina's
28
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Ondernemingsrecht
Hoorcollege 1 – Inleiding privaatrecht: vermogensrecht
en goederenrecht
Inleiding Privaatrecht

Privaatrecht Publiekrecht
Burger – burger Burger – overheid
- Vermogensrecht - Strafrecht
- Personen- en - Staats- en
familierecht bestuursrecht
- Ondernemingsrecht - Fiscaal recht

Rechtssubjecten zijn de dragers van rechten en plichten. Dit kan in 2 vormen:
 Natuurlijke personen: mensen
 Rechtspersonen: een organisatie die als juridische eenheid opereert, en
eigen rechten of plichten heeft, die los staan van de eigenaar of
bestuurder (bijv. een BV of vereniging)
Rechtsobject is het voorwerp van het recht, bijvoorbeeld een auto waar een
juridisch conflict over gaat.

Objectief recht is een regel die voor iedereen geldt, bijvoorbeeld: “iedere
aandeelhouder bij een NV heeft tenminste 1 stemrecht”.
Dit zorgt voor subjectieve rechten: op basis van de objectieve rechtsregel die
voor iedereen geldt, ontstaat er een subjectieve recht of plicht die voor
individuele personen geldt
 Bijv: “het hebben van een aandeel van Shell verleent toegang tot de
algemene vergadering van aandeelhouders van Shell”. Doordat jij als individu
een aandeel hebt van Shell, heb je volgens de objectieve rechtsregel het
subjectieve recht op toegang tot de algemene vergadering aandeelhouders.

Dwingend recht: afwijken hiervan is niet toegestaan. Dit is vaak om een
zwakkere partij te beschermen.
Regelend aanvullend recht: afwijken hiervan is wel toegestaan. Dit is vaak
een regel “tenzij anders bepaald”, en wordt vaak gebruikt bij overeenkomsten,
omdat partijen onderling goed andere afspraken kunnen maken.

Materieel recht is het deel van het recht waar rechten en verplichtingen
geregeld zijn. Hierin staat hoe rechtspersonen zich naar elkaar moeten gedragen.
 Bijv. het wetsartikel waarin staat dat je niet mag stelen
Formeel recht omvat het procesrecht. Dit beschrijft hoe het materieel recht
moet worden gehandhaafd.
 Bijv. hoe een politieagent mag handelen wanneer iemand gestolen heeft
 Of hoe een rechter mag handelen in het veroordelen van iemand

Trias Politica: de staat is opgedeeld in 3 organen die elkaars functioneren
bewaken
 Wetgevende macht: stelt wetten op
 Uitvoerende macht: bestuurt de staat volgens de wetten
 Rechterlijke macht: toetst het bestuur aan de wetten

,Rechtsbronnen: hierin staan de geldende wetten
a) De wet: het recht is vastgelegd in wetten. De term ‘wet’ wordt op 2
manieren gehanteerd:
a. In formele zin: een besluit afkomstig van de Regering en Staten-
Generaal, bijvoorbeeld de verkeerswet
b. In materiele zin: ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een
onbepaald aantal mensen.
c. Binnen wetten is er een rangorde: de hogere wet gaat voor de
lagere wet: grondwet, wet in formele zin, provinciale/gemeentelijke
verordeningen etc.
b) Rechtspraak / jurisprudentie: wetten geven niet altijd duidelijk
antwoord op rechtsvragen
a. De rechter kan uitspraak doen, dit heet een arrest
b. De eerste aanleg is bij de rechtbank, hoger beroep kan gedaan
worden bij het gerechtshof, en in cassatie kan gegaan worden bij de
hoge raad
c) Verdragen: Internationaal recht, zoals het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens
d) Gewoonte: recht dat spontaan ontstaat binnen een rechtsgemeenschap


Forumbankarrest
 Het bestuur is bepalend binnen een NV, niet de AvA

Inleiding Vermogensrecht
Vermogensrecht = het geheel van rechtsregels omtrent vermogen
 Verbintenissenrecht = relaties tussen personen (dynamisch)
 Goederenrecht = relatie tussen personen en goederen (statisch)
 Artl. 2:5 BW: een rechtspersoon (bedrijven bv.) staat wat vermogensrecht
betreft gelijk aan een natuurlijk persoon




Inleiding Goederenrecht
Goederenrecht:
 Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn 3:3 lid 2 BW
 Onroerende zaken zijn de grond en alles wat daarmee duurzaam verenigd
is 3:3 lid 1 BW
 5:3 BW de eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestandsdelen
 3:4 lid 1 BW een bestandsdeel is iets dat eigendom is van een zaak
 3:10 BW registergoed zijn goederen waarbij voor overdracht of vestiging
een inschrijving in een register noodzakelijk is: bijv. alle onroerende

, goederen en roerende goederen zoals schepen 8:190 BW en vliegtuigen
8:1306 BW

Vermogensrecht 3:6 BW: rechten die overdraagbaar zijn en voordeel
verschaffen:
bijvoorbeeld aandelen  geven het recht op een deel van de winst (stoffelijk
voordeel)
OF vorderingen
 Absolute vermogensrechten: werkt tegenover iedereen
o Bijvoorbeeld: je bent eigenaar van een fiets: iedereen moet van je
fiets af blijven
 Relatieve vermogensrechten: werkt tegenover 1 of enkele personen
o Bijvoorbeeld: je hebt een hotelovernachting geboekt: dit kan je
alleen bij dat hotel claimen

HR Blaauboer - Berlips:
1. de woning is van Blaauboer,
2. De grond waar een weg naar het huis van Blaauboer over moet komen is
van Berlips.
3. Berlips zegt toe een weg aan te leggen.
4. Berlips verkoopt zijn grond aan mevrouw Maks.
5. Mevrouw Maks zegt dat Blaauboer niet meer over de weg mag
 Omdat dit een relatief recht is: afspraak tussen Blaauboer en Berlips
 Dit recht is niet overgegaan naar mevrouw Maks
 Wie een goed onder bijzondere titel verkrijgt is niet gevonden aan de
persoonlijke verplichtingen ten aanzien van dat goed van een eerder
rechthebbende.
 zakelijke rechten gaan wel mee onder bijzondere titel: als Blaauboer dus een
zakelijk recht op de grond had gevestigd, was dit met de grond mee overgegaan
naar mevrouw Maks

Beperkte rechten op een goed zijn geregeld in BW 3
 Vruchtgebruik
 Pand: art. 3:227 lid 1 BW
 Hypotheek art. 3:227 lid 1 BW
Beperkte rechten op een zaak zijn geregeld in BW 5
 Opstal
 Erfpacht
 Erfdienstbaarheid
 Appartementsrechten

Eigendom art. 5:1 BW
 De eigenaar mag van de zaak gebruik maken, mits dit niet in strijd is met
rechten van anderen, en de wettelijke voorschriften en regels in acht
worden genomen
 De eigenaar van de zaak wordt eigenaar van de afgescheiden vruchten
Macht = ter beschikking hebben
Bezit = houden van een goed voor jezelf
 Te goeder trouw: eigenaar bijvoorbeeld
 Te kwader trouw: dief bijvoorbeeld
Houderschap = houden van een goed voor een ander, bijvoorbeeld huurder of
lener

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
robinkleinen Tilburg University
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
76
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
16
Documenten
22
Laatst verkocht
1 week geleden

3,4

16 beoordelingen

5
6
4
3
3
2
2
1
1
4

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen