Leerkracht 3 Uitgaan van verschillen
Hoorcollege 4:Leerlingen volgen op groepsniveau
Doelen:
De student kan het verschil tussen formatief en summatief toetsen uitleggen
De student kan kwaliteitskenmerken noemen van het cito-leerlingvolgsysteem
De student scherpt zijn standpunt/mening/visie aan m.b.t. het volgen en evalueren
van leerprocessen
Link met alle vier de componenten
De gehele ontwikkeling in beeld. We volgen leerlingen op het gebied van:
Welbevinden: sociaal-emotionele ontwikkeling
Betrokkenheid: verschillende ontwikkelingsgebieden
Prestaties: cognitieve ontwikkeling
Competenties: verschillende ontwikkelingsgebieden
Richtlijnen formatief toetsen leerlingvolgsysteem
Formatief toetsen: ontwikkelingsgericht.
Niet alleen terugkijken, maar ook vooruitkijken
Hoe kan ik de resultaten van mijn toetsen gebruiken om de leerlingen verder te
helpen?
Maak het onderwerp bespreekbaar binnen de school
Heb het erover
Bepaal of de kennis en vaardigheden voldoende ontwikkeld zijn
Hebben ze de vaardigheden wel?
Kijk kritisch naar het toetsproces op school
Kunnen we uitleggen waarom we deze keuzes maken?
Maak tijd vrij
Betrek leerlingen
Denk aan de leerlingen
De leerlingen de regie geven
Organiseer een gedeelde visie, normen, doelen en verwachtingen
Doorgaande lijn
DL=Didactische Leeftijd
= Het aantal maanden dat een leerling in het basisonderwijs les heeft gehad.
Leerhaar = 10 onderwijsjaren (ivm vakanties)
In een schooljaar zitten 10 onderwijsmaanden
Tellen start in groep 3:
Start groep 3 geeft een DL van 0
Tellen stopt na 6 jaar:
Eind groep 8 geeft DL van 60
Als een leerling blijft zitten, kan het niet hoger worden dan 60, het stopt gewoon.
M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8
DL 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
, DLE=Didactisch Leeftijds Equivalent
= aantal maanden effectief onderwijs
Ideaal gemiddeld: gelijk DL en DLE > DL
van 10 en een DLE van 10, etc.
Is echter niet zo
Van het aantal onderwijsjaren (DL) heeft
de leerling zoveel begrepen als een
leerling van zoveel lesuren eigenlijk zou
moeten weten (DLE).
DLE past niet bij de manier die wij toetsen,
aldus Cito
Kinderen met zichzelf vergelijken
Het kind volgen
Ruwe score: aantal goed bij een toets
Zet je om in een vaardigheidsscore
Van toetsscore naar
vaardigheidsscore
Toetsen wil je met elkaar kunnen vergelijken
Ruwe score kan je niet vergelijken
Je hebt bij een hoger niveau meer goed nodig voor
hetzelfde cijfer
Anders kun je toetsen niet vergelijken
Als je verder komt, moet je meer vragen goed hebben om
dezelfde vaardigheid te halen.
Je moet kijken of ze vooruit gegaan zijn
Vaardigheidsscore maakt het mogelijk om toetsen met elkaar te vergelijken mits het binnen
hetzelfde vakgebied blijft
DLE score en Vaardigheidsscore
Vergelijken van appels en peren
Vaardigheidsscore: wat het kind kan is een vaardigheid en dat geeft een score
DLE: het kind behaald een bepaalde score op een bepaalde toets
Volgsystemen weergeven beide
Je mag ze nooit met elkaar vergelijken
Hoorcollege 4:Leerlingen volgen op groepsniveau
Doelen:
De student kan het verschil tussen formatief en summatief toetsen uitleggen
De student kan kwaliteitskenmerken noemen van het cito-leerlingvolgsysteem
De student scherpt zijn standpunt/mening/visie aan m.b.t. het volgen en evalueren
van leerprocessen
Link met alle vier de componenten
De gehele ontwikkeling in beeld. We volgen leerlingen op het gebied van:
Welbevinden: sociaal-emotionele ontwikkeling
Betrokkenheid: verschillende ontwikkelingsgebieden
Prestaties: cognitieve ontwikkeling
Competenties: verschillende ontwikkelingsgebieden
Richtlijnen formatief toetsen leerlingvolgsysteem
Formatief toetsen: ontwikkelingsgericht.
Niet alleen terugkijken, maar ook vooruitkijken
Hoe kan ik de resultaten van mijn toetsen gebruiken om de leerlingen verder te
helpen?
Maak het onderwerp bespreekbaar binnen de school
Heb het erover
Bepaal of de kennis en vaardigheden voldoende ontwikkeld zijn
Hebben ze de vaardigheden wel?
Kijk kritisch naar het toetsproces op school
Kunnen we uitleggen waarom we deze keuzes maken?
Maak tijd vrij
Betrek leerlingen
Denk aan de leerlingen
De leerlingen de regie geven
Organiseer een gedeelde visie, normen, doelen en verwachtingen
Doorgaande lijn
DL=Didactische Leeftijd
= Het aantal maanden dat een leerling in het basisonderwijs les heeft gehad.
Leerhaar = 10 onderwijsjaren (ivm vakanties)
In een schooljaar zitten 10 onderwijsmaanden
Tellen start in groep 3:
Start groep 3 geeft een DL van 0
Tellen stopt na 6 jaar:
Eind groep 8 geeft DL van 60
Als een leerling blijft zitten, kan het niet hoger worden dan 60, het stopt gewoon.
M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8
DL 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
, DLE=Didactisch Leeftijds Equivalent
= aantal maanden effectief onderwijs
Ideaal gemiddeld: gelijk DL en DLE > DL
van 10 en een DLE van 10, etc.
Is echter niet zo
Van het aantal onderwijsjaren (DL) heeft
de leerling zoveel begrepen als een
leerling van zoveel lesuren eigenlijk zou
moeten weten (DLE).
DLE past niet bij de manier die wij toetsen,
aldus Cito
Kinderen met zichzelf vergelijken
Het kind volgen
Ruwe score: aantal goed bij een toets
Zet je om in een vaardigheidsscore
Van toetsscore naar
vaardigheidsscore
Toetsen wil je met elkaar kunnen vergelijken
Ruwe score kan je niet vergelijken
Je hebt bij een hoger niveau meer goed nodig voor
hetzelfde cijfer
Anders kun je toetsen niet vergelijken
Als je verder komt, moet je meer vragen goed hebben om
dezelfde vaardigheid te halen.
Je moet kijken of ze vooruit gegaan zijn
Vaardigheidsscore maakt het mogelijk om toetsen met elkaar te vergelijken mits het binnen
hetzelfde vakgebied blijft
DLE score en Vaardigheidsscore
Vergelijken van appels en peren
Vaardigheidsscore: wat het kind kan is een vaardigheid en dat geeft een score
DLE: het kind behaald een bepaalde score op een bepaalde toets
Volgsystemen weergeven beide
Je mag ze nooit met elkaar vergelijken
