Praktijktoets voorbereiding;
Leer de vaardigheid LIG ZIT aan met Knowlegde of Result
Gaat er niet om hoe het gebeurt. Je laat de patiënt de beweging uitvoeren en als hij het kan is het
goed. Je let op stukjes in de beweging die beter kunnen maar daar gaat het niet om bij deze
opdracht.
Leer de vaardigheid ZIT ZIT aan met Knowlegde of Performance
Je let echt op de stukjes in de beweging. Je laat iemand van zit naar zit gaan en let op hoe iemand die
beweging uitvoert.
Leer de vaardigheid ZIT STAND aan met Chaining en Chunking
‘Chaining’ is het aan elkaar koppelen van reflexen of handelingsfragmenten. Het vormen van de
‘brokjes’ van de handeling noemen we ‘chunking’. We onderscheiden in chaining dan nog weer
‘forward chaining’ en ‘backward chaining’. Forward chaining: eerst de brokjes/fragmenten leren en
dan pas het geheel vormen. Backward chaining: Beginnen bij het einddoel en geleidelijk terugwerken
Leer de vaardigheid GAAN aan met Blocked en Random Practice
Het is van belang oefeningen te variëren, we onderscheiden daarbij: blocked practice (111-222-333),
serial practice (1-2-3-1-2-3-1-2-3) en random practice (2-3-1-1-3-2-1-3).
Leer de vaardigheid ZIT STAND aan met Fading in en – out
Fading in en fading out
Fading in (insluipen) is het geleidelijk inbrengen van elementen (bv. afleiding of context)
Fading out (uitsluipen) is het geleidelijk afbouwen van elementen (bv. hulpmiddelen, verbale of
fysieke ondersteuning en feedback)
Leer de vaardigheid LIG ZIT aan met 3 non-verbale manieren
Non-verbale manieren zijn eigenlijk manieren zonder dat je wat zegt, dus je moet zonder wat te
zeggen duidelijk maken hoe de opdracht moet en hoe je hem moet uitvoeren.
Leer een beweging aan met 2 manieren om re-afferente sensorische feedback te manipuleren
Uitzoeken.
Leer een vaardigheid aan waarbij Random Practice herkenbaar is
Van zit naar staan bijvoorbeeld, waarbij je het indeelt in kleine handelingen, zoals handen goed
neerzetten, benen goed, rechte rug en vooruitkijken. Je doet telkens deze handeling, maar dan in
verschillende volgordes.
Leer de vaardigheid ZIT ZIT aan met een opbouw van functie naar vaardigheid
Eerst de functie goed vertellen dus weer de benen goed, vooruitkijken, handen goed neerzetten en
rechte rug en daarna de vaardigheid uitvoeren.
Rek de M. Pectoralis Minor
, Kussentje tussen de schouderbladen en kruislings druk geven op de schoudertoppen. (lig)
Rek de M. Erector Spinae Cervicaal
In lig het hoofd in flexie brengen en een kleine rotatie erin, net aan welke kant je de spier pakt. Als je
de rechterkant pakt breng je flexie en lichte rotatie links. (lig)
Rek de M. Levator Scapulae
Heterolaterale lateroflexie met een heterolaterale rotatie en een kleine flexie. (lig)
Rek de M. Trapezius, Pars descendens
Heterolaterale lateroflexie en de schouder in depressie brengen. (lig, maar kan ook in zit)
Rek de M. Sternocleidomastoideus
Deze hoeft niet.
Rekken M.Piriformis
Enkel rechterbeen op de knie linkerbeen en dan flecteren omhoog, zodat je rek voelt dit is voor de
rechter piriformis.
Leer een vaardigheid aan met een Opbouw van elementair naar complex
Dit is eigenlijk van makkelijk naar moeilijk. Van zit naar staan bijvoorbeeld en je kan het complexer
maken met de ogen dicht en de handelingen goed uitleggen dus weer het vooruitkijken, de handen
goed neer zetten, de benen goed neerzetten en een rechte rug.
Inspectie N. Ulnaris, N. Medianus of N. Radialis letsel (geef nauwkeurig aan waar je op let)
Bij een N. Ulnarislaesie verwacht je een ‘klauwhand’; de eindkootjes in de vingers zijn gebogen,
terwijl de proximale vingerkootjes gestrekt zijn.
- Gevoelsstoornissen in de pink en de aangrenzende helft van de ringvinger;
- Krachtvermindering van de kleine handspieren, waardoor het sluiten en spreiden van de
vingers niet goed meer mogelijk is;
- Atrofie in de handspieren, waardoor de hand knokkelig wordt en er sleuven tussen de
middenhandsbeentjes ontstaan;
- Drukgevoeligheid in het verloop van de zenuw (voornamelijk bij de elleboog);
- Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
Bij een N. Radialislaesie verwacht je een ‘dropping hand’; een slappe pols en vingers, wat optreedt
door verlamming van bepaalde spieren.
- Atrofie, voornamelijk aan de buitenzijde van de arm; -
- Verminderd gevoel aan de achterkant van de duim en soms de achterkant van de onderarm;
- Zweethanden, afbrokkelende nagels en kippenvel.
Bij een N. Medianuslaesie verwacht je een ‘preachers hand’; die wordt veroorzaakt door zwakte van
de vingerflexoren. Dit treedt vooral op wanneer de patiënt een vuist wil maken.
- Atrofie, voornamelijk aan de binnenzijde van de arm;
- Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
Leer de vaardigheid LIG ZIT aan met Knowlegde of Result
Gaat er niet om hoe het gebeurt. Je laat de patiënt de beweging uitvoeren en als hij het kan is het
goed. Je let op stukjes in de beweging die beter kunnen maar daar gaat het niet om bij deze
opdracht.
Leer de vaardigheid ZIT ZIT aan met Knowlegde of Performance
Je let echt op de stukjes in de beweging. Je laat iemand van zit naar zit gaan en let op hoe iemand die
beweging uitvoert.
Leer de vaardigheid ZIT STAND aan met Chaining en Chunking
‘Chaining’ is het aan elkaar koppelen van reflexen of handelingsfragmenten. Het vormen van de
‘brokjes’ van de handeling noemen we ‘chunking’. We onderscheiden in chaining dan nog weer
‘forward chaining’ en ‘backward chaining’. Forward chaining: eerst de brokjes/fragmenten leren en
dan pas het geheel vormen. Backward chaining: Beginnen bij het einddoel en geleidelijk terugwerken
Leer de vaardigheid GAAN aan met Blocked en Random Practice
Het is van belang oefeningen te variëren, we onderscheiden daarbij: blocked practice (111-222-333),
serial practice (1-2-3-1-2-3-1-2-3) en random practice (2-3-1-1-3-2-1-3).
Leer de vaardigheid ZIT STAND aan met Fading in en – out
Fading in en fading out
Fading in (insluipen) is het geleidelijk inbrengen van elementen (bv. afleiding of context)
Fading out (uitsluipen) is het geleidelijk afbouwen van elementen (bv. hulpmiddelen, verbale of
fysieke ondersteuning en feedback)
Leer de vaardigheid LIG ZIT aan met 3 non-verbale manieren
Non-verbale manieren zijn eigenlijk manieren zonder dat je wat zegt, dus je moet zonder wat te
zeggen duidelijk maken hoe de opdracht moet en hoe je hem moet uitvoeren.
Leer een beweging aan met 2 manieren om re-afferente sensorische feedback te manipuleren
Uitzoeken.
Leer een vaardigheid aan waarbij Random Practice herkenbaar is
Van zit naar staan bijvoorbeeld, waarbij je het indeelt in kleine handelingen, zoals handen goed
neerzetten, benen goed, rechte rug en vooruitkijken. Je doet telkens deze handeling, maar dan in
verschillende volgordes.
Leer de vaardigheid ZIT ZIT aan met een opbouw van functie naar vaardigheid
Eerst de functie goed vertellen dus weer de benen goed, vooruitkijken, handen goed neerzetten en
rechte rug en daarna de vaardigheid uitvoeren.
Rek de M. Pectoralis Minor
, Kussentje tussen de schouderbladen en kruislings druk geven op de schoudertoppen. (lig)
Rek de M. Erector Spinae Cervicaal
In lig het hoofd in flexie brengen en een kleine rotatie erin, net aan welke kant je de spier pakt. Als je
de rechterkant pakt breng je flexie en lichte rotatie links. (lig)
Rek de M. Levator Scapulae
Heterolaterale lateroflexie met een heterolaterale rotatie en een kleine flexie. (lig)
Rek de M. Trapezius, Pars descendens
Heterolaterale lateroflexie en de schouder in depressie brengen. (lig, maar kan ook in zit)
Rek de M. Sternocleidomastoideus
Deze hoeft niet.
Rekken M.Piriformis
Enkel rechterbeen op de knie linkerbeen en dan flecteren omhoog, zodat je rek voelt dit is voor de
rechter piriformis.
Leer een vaardigheid aan met een Opbouw van elementair naar complex
Dit is eigenlijk van makkelijk naar moeilijk. Van zit naar staan bijvoorbeeld en je kan het complexer
maken met de ogen dicht en de handelingen goed uitleggen dus weer het vooruitkijken, de handen
goed neer zetten, de benen goed neerzetten en een rechte rug.
Inspectie N. Ulnaris, N. Medianus of N. Radialis letsel (geef nauwkeurig aan waar je op let)
Bij een N. Ulnarislaesie verwacht je een ‘klauwhand’; de eindkootjes in de vingers zijn gebogen,
terwijl de proximale vingerkootjes gestrekt zijn.
- Gevoelsstoornissen in de pink en de aangrenzende helft van de ringvinger;
- Krachtvermindering van de kleine handspieren, waardoor het sluiten en spreiden van de
vingers niet goed meer mogelijk is;
- Atrofie in de handspieren, waardoor de hand knokkelig wordt en er sleuven tussen de
middenhandsbeentjes ontstaan;
- Drukgevoeligheid in het verloop van de zenuw (voornamelijk bij de elleboog);
- Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
Bij een N. Radialislaesie verwacht je een ‘dropping hand’; een slappe pols en vingers, wat optreedt
door verlamming van bepaalde spieren.
- Atrofie, voornamelijk aan de buitenzijde van de arm; -
- Verminderd gevoel aan de achterkant van de duim en soms de achterkant van de onderarm;
- Zweethanden, afbrokkelende nagels en kippenvel.
Bij een N. Medianuslaesie verwacht je een ‘preachers hand’; die wordt veroorzaakt door zwakte van
de vingerflexoren. Dit treedt vooral op wanneer de patiënt een vuist wil maken.
- Atrofie, voornamelijk aan de binnenzijde van de arm;
- Zweethanden, afbrokkelende nagels, kippenvel en kleurverschil.
