College 4 artikel 3
A review of Processes and Outcomes in Family-Centered Services for Children With a Disability
Ian Dempsey, Deb Keen
Een evaluatie van processen en resultaten in gezinsgerichte diensten voor kinderen met een
handicap.
Het belang van gezinsgericht zijn bij het verlenen van diensten aan kinderen met een handicap en
hun gezinnen heeft zijn sporen verdiend in de literatuur over onderzoek en praktijk. Een groeiend
aantal bewijzen heeft veel van de theoretische verbanden tussen de hulpverlenende praktijken van
het personeel en de gewenste resultaten voor gezinnen met een kind met een handicap gevalideerd.
Uit het onderzoek tot nu toe is echter duidelijk dat de relatie tussen het verstrekken van
gezinsgerichte diensten en het bereiken van positieve resultaten voor kinderen en hun ouders
complex is en nog niet volledig wordt begrepen. Het huidige artikel bespreekt het onderzoek op dit
gebied en bespreekt de verbanden tussen hulpverlenende praktijken en de resultaten van kinderen
en gezinnen voor gezinnen met een gehandicapte. Het artikel vat het bestaande onderzoek in een
toegankelijk formaat samen en identificeert gebieden voor toekomstig onderzoek.
Sleutelwoorden: gezinsgericht oefenen; onbekwaamheid; uitkomsten voor kinderen en ouders;
hulpverlenende praktijken.
De manier waarop professionals kinderen met een handicap en hun gezinnen ondersteunen, heeft
het potentieel om de resultaten van kinderen en familie te verbeteren of te belemmeren.
Momenteel ondersteunt de theorie van gezinssystemen vele modellen van dienstverlening die de
onderlinge verbondenheid van familieleden herkennen en het belang van het erkennen van de
behoeften van alle gezinsleden, niet alleen die van het gezinslid met een handicap. Integraal met de
familiesysteemtheorie is het primaat van de ouder-professionele relatie waarin besluitvorming en
planning rond wederzijds overeengekomen doelen worden gedeeld tussen ouders en professionals
die een relatie aangaan die wordt bepaald door wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid.
Bij gebrek aan binnen het familiesysteem-milieu, heeft de familie-gecentreerde filosofie zich
ontwikkeld van zowel de handzame als empowerment-literaturen. Er zijn vier cruciale overtuigingen
die de implementatie van gezinsgerichte services stimuleren. Ten eerste is het gezin en niet de
professional de constante in het leven van het kind. Ten tweede is het gezin in de beste positie om de
behoeften en het welzijn van het kind te bepalen. Ten derde kan het kind het best worden geholpen
door ook het gezin te helpen, en deze hulp kan zich uitstrekken tot een goed begrip van de
gemeenschap van het gezin en tot het verstrekken van informatie die het gezin nodig heeft. Ten
slotte, de gezinskeuze en besluitvorming bij de privatisering van diensten, het tonen van respect en
het bevestigen van families, het versterken van familiecontrole over de diensten die zij ontvangen,
en partnerschappen en samenwerkingen met gezinnen worden benadrukt.
Familiegerichte filosofie is gepropageerd in een breed scala van beroepen uit de gezondheidszorg,
therapiediensten, vroege interventie, vroegschoolse educatie, speciaal onderwijs en algemeen
onderwijs. Hoewel de conceptuele literatuur rond gezinsgerichtheid deze brede acceptatie
ondersteunt, is de evidantiebasis beperkter en is verder onderzoek gericht op de processen en
resultaten van gezinsgerichte oefeningen noodzakelijk. Processen hebben betrekking op de soorten
ondersteuning en middelen, ervaringen en kansen die worden aangeboden, terwijl uitkomsten
betrekking hebben op capaciteitsopbouwende effecten die het welzijn van de ouders en de kwaliteit
van leven van het gezin kunnen omvatten.
, Het gezinsgerichte veld kan het best worden beschreven als zich bevinden in een adeloscente fase
van ontwikkeling. De discipline heeft een belangrijke invloed gehad op de servicefilosofie en -
oriëntatie (met name voor jonge kinderen met een beperking) en heeft onderzoeksondersteuning
geboden voor een aantal van de cruciale hypotheses die ten grondslag liggen aan de gezinsgerichte
praktijk. Het onderzoek heeft bijvoorbeeld consequent aangetoond dat een op families gerichte
hulpverleningsstijl nauw samenhangt met verbeterde beoordelingen door oudercontroles. Om het
veld zijn volledige potentieel te laten bereiken, moet er echter een voortdurende toetsing worden
uitgevoerd van de op het gezin gerichte praktijk en de belangrijke resultaten die vermoedelijk
voortvloeien uit die praktijk.
Dit artikel bespreekt de familie-gecentreerde empirische literatuur met betrekking tot gezinnen van
een kind met een handicap, en de beoordeling wordt geleid door verschillende imperatieven. Vuist,
er is behoefte aan het bevorderen van evidence-based praktijk in gezinsgerichte diensten om de
integriteit van het beroep te vergroten. Ten tweede is het nodig om aan de familie georiënteerde
artsen informatie te verstrekken die onmiddellijk bruikbaar en repliceerbaar is op hun werkplek, en
een synthese van het onderzoek op dit gebied zal helpen dit doel te bereiken. Ten slotte is er
behoefte aan het testen van een coherent model om uit te leggen hoe het werk van gezinsgerichte
artsen van invloed is op gezinnen en hun kinderen. Zonder de empirische bevestiging van
conceptuele modellen, kan een discipline niet verder gaan dan zijn theoretische basis.
Een potentieel bruikbare benadering om een grondig onderzoek te doen naar de aannames die ten
grondslag liggen aan de familiegerichte filosofie, is om een raamwerk te ontwikkelen om dat
testproces te vergemakkelijken. Impliciet in deze benadering moet erkenning zijn van de relatie
tussen conceptualisering, operationalisering en meting voor het begrijpen van de proces- en
uitkomstvariabelen die zijn gekoppeld aan gezinsgerichte diensten. Op een basisniveau betekent dit
dat we de relatie onderzoeken tussen wat gedaan is en wat het gevolg is van die actie. Bijvoorbeeld,
de aanmoediging door personeel van ouders voor winst in de ontwikkeling van hun kind (een proces)
kan logischerwijs leiden tot een verbetering van het positieve van ouders in hun
opvoedingsvaardigheden (een uitkomst). Een dergelijke analyse kan zeer nuttig zijn voor mensen die
ernaar streven de uitkomsten van hun interventies te verbeteren, voor onderzoekers met een iterest
in het bepalen van de relatie tussen de belangrijkste variabelen die de gezinsgerichte praktijk
ondersteunen, en voor beleidsmakers door de robuustheid van de conceptuele basis van
gezinsgericht oefenen.
Methode
Een literatuuronderzoek naar de huisartspraktijk en families van een kind met een beperking werd
uitgevoerd om empirische studies te identificeren die de relatie tussen proces- en
uitkomstvariabelen onderzochten. De PsycINFO- en ERIC-databestanden werden bij deze
zoekopdracht gebruikt om studies te identificeren die sinds 1987 werden uitgevoerd. Proefschriften
en conceptuele documenten werden uitgesloten, evenals studies met een op families gerichte
nomenclatuur maar zonder conceptueel of praktisch bewijs dat de gerapporteerde studie
gebruikmaakte van familie- gecentreerde principes. Verscheidene studies waarbij gebruik werd
gemaakt van het gezin als sleutelwoord, maakten geen gebruik van gezinsgerichte principes (d.w.z.
de onderzoeken leverden geen bewijs op dat ondersteunend personeel de bepalende principes van
de gezinsgerichte benadering die eerder in dit artikel is beschreven volgt.)
Een reeks van 35 studies die aan deze criteria voldeden, werden opgenomen in de beoordeling en
deze studies worden weergegeven in Tabel 1, samen met de variabelen die ze hebben onderzocht en
die zijn gecategoriseerd als onafhankelijke, modererende of afhankelijke variabelen. Deze
A review of Processes and Outcomes in Family-Centered Services for Children With a Disability
Ian Dempsey, Deb Keen
Een evaluatie van processen en resultaten in gezinsgerichte diensten voor kinderen met een
handicap.
Het belang van gezinsgericht zijn bij het verlenen van diensten aan kinderen met een handicap en
hun gezinnen heeft zijn sporen verdiend in de literatuur over onderzoek en praktijk. Een groeiend
aantal bewijzen heeft veel van de theoretische verbanden tussen de hulpverlenende praktijken van
het personeel en de gewenste resultaten voor gezinnen met een kind met een handicap gevalideerd.
Uit het onderzoek tot nu toe is echter duidelijk dat de relatie tussen het verstrekken van
gezinsgerichte diensten en het bereiken van positieve resultaten voor kinderen en hun ouders
complex is en nog niet volledig wordt begrepen. Het huidige artikel bespreekt het onderzoek op dit
gebied en bespreekt de verbanden tussen hulpverlenende praktijken en de resultaten van kinderen
en gezinnen voor gezinnen met een gehandicapte. Het artikel vat het bestaande onderzoek in een
toegankelijk formaat samen en identificeert gebieden voor toekomstig onderzoek.
Sleutelwoorden: gezinsgericht oefenen; onbekwaamheid; uitkomsten voor kinderen en ouders;
hulpverlenende praktijken.
De manier waarop professionals kinderen met een handicap en hun gezinnen ondersteunen, heeft
het potentieel om de resultaten van kinderen en familie te verbeteren of te belemmeren.
Momenteel ondersteunt de theorie van gezinssystemen vele modellen van dienstverlening die de
onderlinge verbondenheid van familieleden herkennen en het belang van het erkennen van de
behoeften van alle gezinsleden, niet alleen die van het gezinslid met een handicap. Integraal met de
familiesysteemtheorie is het primaat van de ouder-professionele relatie waarin besluitvorming en
planning rond wederzijds overeengekomen doelen worden gedeeld tussen ouders en professionals
die een relatie aangaan die wordt bepaald door wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid.
Bij gebrek aan binnen het familiesysteem-milieu, heeft de familie-gecentreerde filosofie zich
ontwikkeld van zowel de handzame als empowerment-literaturen. Er zijn vier cruciale overtuigingen
die de implementatie van gezinsgerichte services stimuleren. Ten eerste is het gezin en niet de
professional de constante in het leven van het kind. Ten tweede is het gezin in de beste positie om de
behoeften en het welzijn van het kind te bepalen. Ten derde kan het kind het best worden geholpen
door ook het gezin te helpen, en deze hulp kan zich uitstrekken tot een goed begrip van de
gemeenschap van het gezin en tot het verstrekken van informatie die het gezin nodig heeft. Ten
slotte, de gezinskeuze en besluitvorming bij de privatisering van diensten, het tonen van respect en
het bevestigen van families, het versterken van familiecontrole over de diensten die zij ontvangen,
en partnerschappen en samenwerkingen met gezinnen worden benadrukt.
Familiegerichte filosofie is gepropageerd in een breed scala van beroepen uit de gezondheidszorg,
therapiediensten, vroege interventie, vroegschoolse educatie, speciaal onderwijs en algemeen
onderwijs. Hoewel de conceptuele literatuur rond gezinsgerichtheid deze brede acceptatie
ondersteunt, is de evidantiebasis beperkter en is verder onderzoek gericht op de processen en
resultaten van gezinsgerichte oefeningen noodzakelijk. Processen hebben betrekking op de soorten
ondersteuning en middelen, ervaringen en kansen die worden aangeboden, terwijl uitkomsten
betrekking hebben op capaciteitsopbouwende effecten die het welzijn van de ouders en de kwaliteit
van leven van het gezin kunnen omvatten.
, Het gezinsgerichte veld kan het best worden beschreven als zich bevinden in een adeloscente fase
van ontwikkeling. De discipline heeft een belangrijke invloed gehad op de servicefilosofie en -
oriëntatie (met name voor jonge kinderen met een beperking) en heeft onderzoeksondersteuning
geboden voor een aantal van de cruciale hypotheses die ten grondslag liggen aan de gezinsgerichte
praktijk. Het onderzoek heeft bijvoorbeeld consequent aangetoond dat een op families gerichte
hulpverleningsstijl nauw samenhangt met verbeterde beoordelingen door oudercontroles. Om het
veld zijn volledige potentieel te laten bereiken, moet er echter een voortdurende toetsing worden
uitgevoerd van de op het gezin gerichte praktijk en de belangrijke resultaten die vermoedelijk
voortvloeien uit die praktijk.
Dit artikel bespreekt de familie-gecentreerde empirische literatuur met betrekking tot gezinnen van
een kind met een handicap, en de beoordeling wordt geleid door verschillende imperatieven. Vuist,
er is behoefte aan het bevorderen van evidence-based praktijk in gezinsgerichte diensten om de
integriteit van het beroep te vergroten. Ten tweede is het nodig om aan de familie georiënteerde
artsen informatie te verstrekken die onmiddellijk bruikbaar en repliceerbaar is op hun werkplek, en
een synthese van het onderzoek op dit gebied zal helpen dit doel te bereiken. Ten slotte is er
behoefte aan het testen van een coherent model om uit te leggen hoe het werk van gezinsgerichte
artsen van invloed is op gezinnen en hun kinderen. Zonder de empirische bevestiging van
conceptuele modellen, kan een discipline niet verder gaan dan zijn theoretische basis.
Een potentieel bruikbare benadering om een grondig onderzoek te doen naar de aannames die ten
grondslag liggen aan de familiegerichte filosofie, is om een raamwerk te ontwikkelen om dat
testproces te vergemakkelijken. Impliciet in deze benadering moet erkenning zijn van de relatie
tussen conceptualisering, operationalisering en meting voor het begrijpen van de proces- en
uitkomstvariabelen die zijn gekoppeld aan gezinsgerichte diensten. Op een basisniveau betekent dit
dat we de relatie onderzoeken tussen wat gedaan is en wat het gevolg is van die actie. Bijvoorbeeld,
de aanmoediging door personeel van ouders voor winst in de ontwikkeling van hun kind (een proces)
kan logischerwijs leiden tot een verbetering van het positieve van ouders in hun
opvoedingsvaardigheden (een uitkomst). Een dergelijke analyse kan zeer nuttig zijn voor mensen die
ernaar streven de uitkomsten van hun interventies te verbeteren, voor onderzoekers met een iterest
in het bepalen van de relatie tussen de belangrijkste variabelen die de gezinsgerichte praktijk
ondersteunen, en voor beleidsmakers door de robuustheid van de conceptuele basis van
gezinsgericht oefenen.
Methode
Een literatuuronderzoek naar de huisartspraktijk en families van een kind met een beperking werd
uitgevoerd om empirische studies te identificeren die de relatie tussen proces- en
uitkomstvariabelen onderzochten. De PsycINFO- en ERIC-databestanden werden bij deze
zoekopdracht gebruikt om studies te identificeren die sinds 1987 werden uitgevoerd. Proefschriften
en conceptuele documenten werden uitgesloten, evenals studies met een op families gerichte
nomenclatuur maar zonder conceptueel of praktisch bewijs dat de gerapporteerde studie
gebruikmaakte van familie- gecentreerde principes. Verscheidene studies waarbij gebruik werd
gemaakt van het gezin als sleutelwoord, maakten geen gebruik van gezinsgerichte principes (d.w.z.
de onderzoeken leverden geen bewijs op dat ondersteunend personeel de bepalende principes van
de gezinsgerichte benadering die eerder in dit artikel is beschreven volgt.)
Een reeks van 35 studies die aan deze criteria voldeden, werden opgenomen in de beoordeling en
deze studies worden weergegeven in Tabel 1, samen met de variabelen die ze hebben onderzocht en
die zijn gecategoriseerd als onafhankelijke, modererende of afhankelijke variabelen. Deze
