Occlusie en articulatie 1
1. Occlusie en articulatie en verandering bij ouder worden.
• Occlusie = statisch
o Contact tussen gebitselementen.
o Hoe raken tanden elkaar?
• Articulatie = dynamisch
o Knobbels een vlakken geleiden de onderkaak t.o.v. bovenkaak.
o Hoe schuiven tanden (vlakken) over elkaar?
• Occlusion = occlusie + articulatie
o Heeft te maken met gebitselementen en het kaakgewricht (spieren, discus).
• Het kaakgewricht à doordat het kaakgewricht beweegt, kunnen tanden op elkaar komen.
o Externe gehoorgang, kaakkopje, discus (kraakbeenschijf waar peesjes aan zitten)
en maxilla (bovenkant).
o Normaal als je open en dicht doet beweegt de discus een beetje in de vorm van
rotatie (draaiing). Ten tweede als je verder open doet transleert de discus ook. De
discus zit normaliter in het kaakgewricht in het kapseltje.
o Bij mensen met een knapje zit het kraakbeenschijfje niet in het gewrichtje.
Wanneer je dan opendoet schiet de discus op z’n plek. Wanneer je weer dicht
doet schiet hij naar voren. Het knapje wat je hoort is dat de discus op z’n plek
schiet. Dit oplossen door OK naar beneden en dorsaal drukken.
o Kopje uit de kom/gewricht (close lock): schiet voor de condylus heen à
uiteindelijk mond niet meer dicht doen.
§ Temporaal deel
§ Mandibulair deel
§ 2-kamergewricht
§ Discus à beweegt tussen BK en kopje OK.
§ Kapsel
• Contactpunten en geleidingstrajecten
o Contactpunten controleren met occlusiepapier, carbonpapier. Kijken of de kiezen
elkaar raken en welke knobbels en vlakken houden contact bij articulatie (van
links naar rechts schuiven).
o Meeste mensen hebben een malocclusie.
• Malocclusies à geeft meestal geen klachten aan het kaakgewricht. Aanpassen van occlusie
en articulatie in de verwachting dat het klachten oplost is verleden tijd. Andersom bij kijken
van restauraties wel kijken naar welke vlakken en of de knobbels elkaar goed raken.
o Angle I
o Angle II subdivisies
§ Klasse-II à achterliggende onderkaak waarbij bovenincisieven steiler
gaan staan en onderincisieven geen steun hebben à kunnen gaan
uitgroeien. Dit is wel schadelijk
• OK incisieven in gehemelte prikken à slecht voor prognose
bovenincisieven, want je sloopt het parodontium van de BK.
• Schuiven kan niet à patiënt zit daadwerkelijk op slot.
o Angle III
• Malocclusies
o Open beet
o Diepe beet
o Kruisbeet in het front
o Kruisbeet in zijdelingsedelen
o Zorgt er allemaal voor dat occlusie niet ideaal is, maar of het tot klachten leidt is niet
zo’n ding.
• Rustposities van de onderkaak volgens Posselt
o 1. MO
o 2. CR kaakkopjes in meest ongedwongen ontspannen dorsale positie
o 3. Geretrudeerde kaakpositie
o 4. Rustpositie
o 5. Geprotrudeerde occlusiepositie