HC 1A.
Drie karakteristieken van het EU-recht
1. Gelaagde structuur > onderscheid primair recht (EU-verdragen) en secundair recht
(wetgeving en overige handelingen van EU-instellingen op grond van de EU-verdragen).
2. Veel open normen en sterke focus op rechtspraak: voornamelijk rechtersrecht. In vergelijking
met Nederlands echtelijke vakken veel meer nadruk op jurisprudentiebundel.
3. Verdragsherzieningen en bijhorende nummering van verdagen.
Wat is de interne markt? 26 lid 2 VWEU.
Belangrijkste woorden: ruimte zonder binnengrenzen. Als je een persoon bent die naar andere
lidstaat wil gaan, mag je niet worden geconfronteerd met grenzen.
Waarden en beginselen interne markt – artikel 3 lid 3 VEU
Duurzame ontwikkeling Europa, etc.
Waarom interne markt? Artikel 1 en 3 lid 1 VEU
Moet niet alleen maar gaan over vrije handel, weghalen grenzen. Gaat ook om niet-economische
waarden zoals milieubescherming en sociale vooruitgang. Balans economische- en niet-economische
waarden staan centraal.
Doel EU is niet interne markt, maar is middel om doelstelling te bewerkstelligen.
Waaruit bestaat interne markt?
1. Vrij verkeer goederen.
2. Vrij verkeer personen.
3. Vrij verkeer diensten.
4. Vrij verkeer kapitaal.
5. Unieburgerschap.
6. Systeem onvervalste mededinging.
Positieve- en negatieve integratie
1. Negatieve integratie: de verboden in het verdrag.
a) Verdragen vertellen wat lidstaten niet mogen doen.
b) Focus op nationale regelgeving die functioneren interne markt belemmert.
2. Positieve integratie (harmonisatie): secundair EU-recht.
a) Nationale regelgeving wordt vervangen door EU-standaarden.
b) Focus op EU-regel die functioneren interne markt bevordert.
Voorbeeld: benaming en beschrijving producten, zodat het uniform wordt.
Maar: wil je wel alles overeenstemmen? Wellicht is niet ieder land geïnteresseerd in Unie-rechtelijke
definities van goederen.
Als je positieve integratie niet hebt, dan val je terug op negatieve integratie.
Als er harmonisatie is dan vormt secundaire EU-wetgeving het beoordelingskader van nationale
regels.
Verordeningen werken rechtstreeks door. Hoeft niet te worden omgezet.
Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
Constitutionalisering. Methode van het HvJ:
Autonomie > ontwikkeld in Van Gend&Loos.
1
, o EEG-verdrag is meer dan verdragssluitende mogelijkheden. Is niet ‘gewoon’
internationaal publiekrecht.
o Er is nieuwe rechtsorde, lidstaten soevereiniteit begrensd. Dat was heel anders dan
‘gewoon’ internationaal recht in die tijd.
o Nieuwe rechtsorde bepaalt onafhankelijk van wetgeving lidstaten.
o Monisme en dualisme zijn niet relevant voor inroepbaarheid, altijd EU-recht zelf dat
bepaalt hoe het doorwerkt. Is daarom autonome rechtsorde.
Rechtstreekse werking > Is verbonden met rechtstreekse werking.
o Kan door individu worden ingeroepen in nationale rechtsorde, is onafhankelijk of het
volgens NL recht zo is.
o Acceptatie van doctrine is in veel landen beperkt, in Nederland bijvoorbeeld niet.
o Belang van rechtstreekse werking/autonomie: individuen zorgen ervoor dat wanneer
NL het EU-recht schendt, ze worden teruggefloten.
o Je moet je altijd op het EU-recht kunnen beroepen om lidstaat te controleren.
o Welke bepalingen kan je inroepen? Moeten voldoende duidelijke en
onvoorwaardelijke bepalingen zijn.
o Tegen wie? Verticaal tegen de staat, horizontaal tegen ander individu.
Voorrang > kan niet door nationale bepaling opzij worden gezet. Nationale bepaling moet
opzij worden gezet voor Unie-recht. Enkele bepaling van richtlijn of verordening heeft
voorrang.
o Wordt goed nageleefd over het algemeen. Is een belangrijk verschil met
internationaal publiekrecht.
o Artikel 4 VEU > loyale opstelling lidstaten.
Prejudiciëlevraagprocedure > 267 VWEU.
Belangrijkste reden ontwikkelen autonomie, rechtstreekse werking en voorrang.
Bevoegdheidsverdeling – attributie
Veel discussies gaan over bevoegdheidsverdeling EU en lidstaten.
Artikel 4 lid1 VEU > alleen bevoegdheden die lidstaten aan haar hebben toebedeeld.
Artikel 5 lid 1 en 2 VEU > EU handelt slechts binnen grenzen bevoegdheden om de daarin bepaalde
doelstellingen te verwezenlijken.
Drie soorten bevoegdheden:
Exclusief.
Gedeeld.
Ondersteunend > politiek gevoeligere onderwerpen. Harmoniseren niet mogelijk.
Bevoegdheidsverdeling – rechtsgrondslag
Verboden in de verdragen kunnen meteen worden toegepast op maatregelen lidstaten.
Positieve integratie vereist rechtsgrondslag. 3-6 geen rechtsgrondslagen. De rechtsgrondslagen liggen
besloten in artikelen. Bijvoorbeeld: 114 VWEU. Standaard rechtsgrondslag harmonisatierichtlijn. Ook
andere rechtsgrondslagen, zo ook 192 VWEU en 113 VWEU (harmonisatie indirecte belastingen).
Tabaksrichtlijn > discussies over attributie, bevoegdheidsverdeling en gebruikmaking van
bevoegdheden die de EU heeft.
Waren veel verschillen tussen de lidstaten, in de ene lidstaat mocht het wel – in de andere niet. Was
bij autorace ook zo, reclames op auto’s. Moest er in sommige landen af.
Richtlijn beoogde te harmoniseren.
2
,Richtlijn is aangenomen op (nu) artikel 114 VWEU. Vraag was of richtlijn wel gaat over interne markt,
of beschermen volksgezondheid burgers EU?
Duitsland is zaak begonnen. Zij vonden dat het niets te maken had met integreren markten. Had niet
op grond van 114 VWEU mogen worden aangenomen.
Eigenlijke doel volgens Duitsland was volksgezondheid. In EU-recht is attributiebeginsel.
Marktintegratie is zo’n beginsel, maar volksgezondheid minder bevoegdheden. EU heeft aantal
mogelijkheden maatregelen te nemen volksgezondheid, maar harmonisatieverbod. Dus zou nooit
kunnen op grond van 114 VWEU. Stel was wel zo’n ruime bevoegdheid, dan onbeperkte
bevoegdheid. Werden redenen gegeven wanneer op 114 VWEU wordt gegrond. In dit geval mocht
het niet.
3
, HC 1B
Wat zijn goederen? Autonome definitie. In bundel geen definitie goederen.
Begrip goederen in rechtspraak wordt heel simpel uitgelegd.
Een goed is alles wat op geld waardeerbaar is, en wat voor het handelsverkeer vatbaar is. Andere
definitie is object tastbare, fysieke eigenschappen heeft. Geven niet alomvattende definitie, maar
meer waarom situatie in die casus over goederen gaat.
Soms zijn er situaties waarbij het niet eenvoudig is onderscheid te maken met diensten. Diensten zit
iets anders in elkaar, wordt volgende week behandeld.
Tarifaire belemmeringen
Belasting betalen voor goed over grens brengen van een land.
Artikel 30 VWEU > verbod op in- en uitvoerrechten (douanerechten) en heffingen van gelijke werking.
Onderdeel van de Europese Douane-unie. Als je product importeert uit bijvoorbeeld VS, wordt in elk
EU-land zelfde douane-recht betaald.
Artikel 110 VWEU > verbod op discriminerende en protectionistische binnenlandse belastingen.
Belastingen die niet worden geheven op het over de grens brengen van een goed, maar die in het
algemeen worden geheven over bepaalde goederen. Toets van EU-recht is hiervoor veel minder
streng.
Douanerechten
Belangrijk onderscheid of artikel van toepassing is op situatie en verbiedt artikel specifieke situatie in
casus?
1. Reikwijdte van 30 VWEU > wat is een in- uitvoerrecht of heffing van gelijke werking?
Elke belasting die wordt geheven op overschrijden grens en alle verkapte belastingen.
2. Wat verbiedt 30 VWEU?
Absoluut verbod op alle in- en uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking.
- Geen minimumgrens.
- Geen rechtvaardigingen. Maar wel 2 uitzonderingen: heffingen op grond van EU-
recht en betaling voor geleverde diensten.
Als 1 van de uitzonderingen van toepassing is, dan is de belasting geen in- of uitvoerrecht.
Inspecties aan de grens kost soms geld. Dat wordt doorbelast. Is toegestaan omdat het is
voorgeschreven door Europees recht. Specifieke uitzondering voor diensten die grenswachten
leveren aan importeurs of exporteurs. Als dat gebeurt, mag dienst in rekening worden
gebracht voor zover dat realistische weergave is van kosten van dienst.
Vrij eenvoudig. Als je iets wil doen aan economische integratie, dan is afschaffen van
douanerechten eerste wat je zal doen. Geen ander doel dan spekken staatskas.
Binnenlandse belastingen
Onderdeel algemeen belastingstelsel dat voor zelfde goederen in bepaalde lidstaat gelden.
1. Reikwijdte van 110 VWEU.
Binnenlandse belasting > onderscheid met artikel 30 VWEU. Belasting is niet alleen
van toepassing op geïmporteerde producten.
4
Drie karakteristieken van het EU-recht
1. Gelaagde structuur > onderscheid primair recht (EU-verdragen) en secundair recht
(wetgeving en overige handelingen van EU-instellingen op grond van de EU-verdragen).
2. Veel open normen en sterke focus op rechtspraak: voornamelijk rechtersrecht. In vergelijking
met Nederlands echtelijke vakken veel meer nadruk op jurisprudentiebundel.
3. Verdragsherzieningen en bijhorende nummering van verdagen.
Wat is de interne markt? 26 lid 2 VWEU.
Belangrijkste woorden: ruimte zonder binnengrenzen. Als je een persoon bent die naar andere
lidstaat wil gaan, mag je niet worden geconfronteerd met grenzen.
Waarden en beginselen interne markt – artikel 3 lid 3 VEU
Duurzame ontwikkeling Europa, etc.
Waarom interne markt? Artikel 1 en 3 lid 1 VEU
Moet niet alleen maar gaan over vrije handel, weghalen grenzen. Gaat ook om niet-economische
waarden zoals milieubescherming en sociale vooruitgang. Balans economische- en niet-economische
waarden staan centraal.
Doel EU is niet interne markt, maar is middel om doelstelling te bewerkstelligen.
Waaruit bestaat interne markt?
1. Vrij verkeer goederen.
2. Vrij verkeer personen.
3. Vrij verkeer diensten.
4. Vrij verkeer kapitaal.
5. Unieburgerschap.
6. Systeem onvervalste mededinging.
Positieve- en negatieve integratie
1. Negatieve integratie: de verboden in het verdrag.
a) Verdragen vertellen wat lidstaten niet mogen doen.
b) Focus op nationale regelgeving die functioneren interne markt belemmert.
2. Positieve integratie (harmonisatie): secundair EU-recht.
a) Nationale regelgeving wordt vervangen door EU-standaarden.
b) Focus op EU-regel die functioneren interne markt bevordert.
Voorbeeld: benaming en beschrijving producten, zodat het uniform wordt.
Maar: wil je wel alles overeenstemmen? Wellicht is niet ieder land geïnteresseerd in Unie-rechtelijke
definities van goederen.
Als je positieve integratie niet hebt, dan val je terug op negatieve integratie.
Als er harmonisatie is dan vormt secundaire EU-wetgeving het beoordelingskader van nationale
regels.
Verordeningen werken rechtstreeks door. Hoeft niet te worden omgezet.
Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
Constitutionalisering. Methode van het HvJ:
Autonomie > ontwikkeld in Van Gend&Loos.
1
, o EEG-verdrag is meer dan verdragssluitende mogelijkheden. Is niet ‘gewoon’
internationaal publiekrecht.
o Er is nieuwe rechtsorde, lidstaten soevereiniteit begrensd. Dat was heel anders dan
‘gewoon’ internationaal recht in die tijd.
o Nieuwe rechtsorde bepaalt onafhankelijk van wetgeving lidstaten.
o Monisme en dualisme zijn niet relevant voor inroepbaarheid, altijd EU-recht zelf dat
bepaalt hoe het doorwerkt. Is daarom autonome rechtsorde.
Rechtstreekse werking > Is verbonden met rechtstreekse werking.
o Kan door individu worden ingeroepen in nationale rechtsorde, is onafhankelijk of het
volgens NL recht zo is.
o Acceptatie van doctrine is in veel landen beperkt, in Nederland bijvoorbeeld niet.
o Belang van rechtstreekse werking/autonomie: individuen zorgen ervoor dat wanneer
NL het EU-recht schendt, ze worden teruggefloten.
o Je moet je altijd op het EU-recht kunnen beroepen om lidstaat te controleren.
o Welke bepalingen kan je inroepen? Moeten voldoende duidelijke en
onvoorwaardelijke bepalingen zijn.
o Tegen wie? Verticaal tegen de staat, horizontaal tegen ander individu.
Voorrang > kan niet door nationale bepaling opzij worden gezet. Nationale bepaling moet
opzij worden gezet voor Unie-recht. Enkele bepaling van richtlijn of verordening heeft
voorrang.
o Wordt goed nageleefd over het algemeen. Is een belangrijk verschil met
internationaal publiekrecht.
o Artikel 4 VEU > loyale opstelling lidstaten.
Prejudiciëlevraagprocedure > 267 VWEU.
Belangrijkste reden ontwikkelen autonomie, rechtstreekse werking en voorrang.
Bevoegdheidsverdeling – attributie
Veel discussies gaan over bevoegdheidsverdeling EU en lidstaten.
Artikel 4 lid1 VEU > alleen bevoegdheden die lidstaten aan haar hebben toebedeeld.
Artikel 5 lid 1 en 2 VEU > EU handelt slechts binnen grenzen bevoegdheden om de daarin bepaalde
doelstellingen te verwezenlijken.
Drie soorten bevoegdheden:
Exclusief.
Gedeeld.
Ondersteunend > politiek gevoeligere onderwerpen. Harmoniseren niet mogelijk.
Bevoegdheidsverdeling – rechtsgrondslag
Verboden in de verdragen kunnen meteen worden toegepast op maatregelen lidstaten.
Positieve integratie vereist rechtsgrondslag. 3-6 geen rechtsgrondslagen. De rechtsgrondslagen liggen
besloten in artikelen. Bijvoorbeeld: 114 VWEU. Standaard rechtsgrondslag harmonisatierichtlijn. Ook
andere rechtsgrondslagen, zo ook 192 VWEU en 113 VWEU (harmonisatie indirecte belastingen).
Tabaksrichtlijn > discussies over attributie, bevoegdheidsverdeling en gebruikmaking van
bevoegdheden die de EU heeft.
Waren veel verschillen tussen de lidstaten, in de ene lidstaat mocht het wel – in de andere niet. Was
bij autorace ook zo, reclames op auto’s. Moest er in sommige landen af.
Richtlijn beoogde te harmoniseren.
2
,Richtlijn is aangenomen op (nu) artikel 114 VWEU. Vraag was of richtlijn wel gaat over interne markt,
of beschermen volksgezondheid burgers EU?
Duitsland is zaak begonnen. Zij vonden dat het niets te maken had met integreren markten. Had niet
op grond van 114 VWEU mogen worden aangenomen.
Eigenlijke doel volgens Duitsland was volksgezondheid. In EU-recht is attributiebeginsel.
Marktintegratie is zo’n beginsel, maar volksgezondheid minder bevoegdheden. EU heeft aantal
mogelijkheden maatregelen te nemen volksgezondheid, maar harmonisatieverbod. Dus zou nooit
kunnen op grond van 114 VWEU. Stel was wel zo’n ruime bevoegdheid, dan onbeperkte
bevoegdheid. Werden redenen gegeven wanneer op 114 VWEU wordt gegrond. In dit geval mocht
het niet.
3
, HC 1B
Wat zijn goederen? Autonome definitie. In bundel geen definitie goederen.
Begrip goederen in rechtspraak wordt heel simpel uitgelegd.
Een goed is alles wat op geld waardeerbaar is, en wat voor het handelsverkeer vatbaar is. Andere
definitie is object tastbare, fysieke eigenschappen heeft. Geven niet alomvattende definitie, maar
meer waarom situatie in die casus over goederen gaat.
Soms zijn er situaties waarbij het niet eenvoudig is onderscheid te maken met diensten. Diensten zit
iets anders in elkaar, wordt volgende week behandeld.
Tarifaire belemmeringen
Belasting betalen voor goed over grens brengen van een land.
Artikel 30 VWEU > verbod op in- en uitvoerrechten (douanerechten) en heffingen van gelijke werking.
Onderdeel van de Europese Douane-unie. Als je product importeert uit bijvoorbeeld VS, wordt in elk
EU-land zelfde douane-recht betaald.
Artikel 110 VWEU > verbod op discriminerende en protectionistische binnenlandse belastingen.
Belastingen die niet worden geheven op het over de grens brengen van een goed, maar die in het
algemeen worden geheven over bepaalde goederen. Toets van EU-recht is hiervoor veel minder
streng.
Douanerechten
Belangrijk onderscheid of artikel van toepassing is op situatie en verbiedt artikel specifieke situatie in
casus?
1. Reikwijdte van 30 VWEU > wat is een in- uitvoerrecht of heffing van gelijke werking?
Elke belasting die wordt geheven op overschrijden grens en alle verkapte belastingen.
2. Wat verbiedt 30 VWEU?
Absoluut verbod op alle in- en uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking.
- Geen minimumgrens.
- Geen rechtvaardigingen. Maar wel 2 uitzonderingen: heffingen op grond van EU-
recht en betaling voor geleverde diensten.
Als 1 van de uitzonderingen van toepassing is, dan is de belasting geen in- of uitvoerrecht.
Inspecties aan de grens kost soms geld. Dat wordt doorbelast. Is toegestaan omdat het is
voorgeschreven door Europees recht. Specifieke uitzondering voor diensten die grenswachten
leveren aan importeurs of exporteurs. Als dat gebeurt, mag dienst in rekening worden
gebracht voor zover dat realistische weergave is van kosten van dienst.
Vrij eenvoudig. Als je iets wil doen aan economische integratie, dan is afschaffen van
douanerechten eerste wat je zal doen. Geen ander doel dan spekken staatskas.
Binnenlandse belastingen
Onderdeel algemeen belastingstelsel dat voor zelfde goederen in bepaalde lidstaat gelden.
1. Reikwijdte van 110 VWEU.
Binnenlandse belasting > onderscheid met artikel 30 VWEU. Belasting is niet alleen
van toepassing op geïmporteerde producten.
4