Bestuursrecht werkdocument
Inhoud
Week 1....................................................................................................................................................1
Week 2....................................................................................................................................................5
Week 3....................................................................................................................................................8
Week 4..................................................................................................................................................11
Week 5..................................................................................................................................................16
Week 6..................................................................................................................................................20
Week 7..................................................................................................................................................23
Jurisprudentie.......................................................................................................................................28
Week 1
Hoofdstuk 1, hoofdstuk 3
,Methadonbrief
Voor overheidsoptreden dat feitelijk gebiedend of verbiedend van aard is (negatief) , is een wettelijke
grondslag vereist (legaliteitsbeginsel)
Fluoridering
Voor ingrijpend overheidsoptreden (negatief / positief irrelevant) is een wettelijke grondslag nodig.
Bestuursrecht: Recht van, voor en tegen overheidsbestuur
Instrumenten van de overheid
o Ge – en verboden
Normen die in acht moeten worden gen omen
Rechtsbescherming tegen de overheid
Kenmerken bestuursrecht
Monopolistisch bestuur
o Exclusieve bevoegdheden
o Eenzijdige beslissingen
o Ongelijkheid tussen burger en overheid
Door bestuur interventie in individuele rechtspositie van burgers
Belangenafweging is vaak kerntaak van bestuur gelijkheidsbeginsel door ‘’beleid’’
o Kinderopvangtoeslag: uit wet kinderopvangtoeslag volgt dat geen ruimte bestaat voor
belangafweging
Aparte regels bestuursrecht:
Privaatrecht voldoet niet, omdat:
1. Bij privaatrecht wordt uitgegaan van gelijkwaardigheid met eigen belang. Overheid dient algemeen
belang
Strafrecht voldoet niet, omdat:
1. Doel strafrecht is bestraffing, doel bestuursrecht is herstellen legale situatie
2. Strafrecht onvoorwaardelijk (ge / verboden), bestuursrecht voorwaardelijk (strafbaar tenzij
vergunning)
Overheid heeft ordenede, presterende, sturende en arbitrerende functie
Terugtred van de wetgever Overheid kent bestuursorganen ruime bevoegdheden toe
, Delegatie vaststellen normering gedrag burgers door beschikking
Gelede normstelling: bestuursorganen bepalen wat rechtens is grens: ABBB’s
De kwaliteit van het overheidsbestuur wordt op de volgende manieren gewaarborgd:
1. De wet moet kwalitatief van een dermate niveau zijn, dat deze eenvoudig toepasbaar en
handhaafbaar zijn.
2. De politieke controle door de vertegenwoordigende organen over de uitoefening van het bestuur.
3. Tot slot is controle door de rechter geschikt om de kwaliteit van het overheidsbestuur te waarborgen.
Het probleem hieraan is, dat de controle repressief is. De controle kan pas plaatsvinden, nadat beroep
tegen een besluit is ingesteld. De rechter test vervolgens enkel de rechtmatigheid.
Negatief overheidsoptreden de overheid grijpt int in de vrijheidssfeer van burgers via ver of geboden.
Verlenen ontheffing / vergunning, omdat eerst een verbod moet worden ingesteld
Positief overheidsoptreden actief overheidshandelen door het verstrekken van steun in bijvoorbeeld de vorm van subsidies.
VOOR VERSTREKKEN SUBSIDIE WETTELIJKE GRONDSLAG VEREIST (ART 4:23 lid 1 AWB)
Voor verstrekken van sociale zekerheid (art 109 j.o art 20 lid 2 GW)
Legaliteitsbeginsel, waarom?
democratisch
gelegitimeerd
overheidsoptreden
rechtsgelijkheid
rechtszekerheid
Klassieke opvatting:
hand
elen
waar
gebie
dend
of
verbi
eden
d in
vrijhe
id
Democratische rechtsstaat:
, Specialiteitsbeginsel:
o Overheid moet algemeen en niet eigen belang behartigen met bevoegdheden als gevolg van
de legaliteitseis toegewezen bevoegdheden zijn doel gebonden
Art 1:2 lid 2 AWB
Rechtszekerheidsbeginsel
bestuursorgaan geen
1. Formele rechtszekerheid: regels duidelijk en niet voor
eigen belang
tweeërlei uitlegbaar
Art 3:3 AWB, verbod
2. Materiele rechtszekerheid: geldend recht wordt daadwerkelijk
detournement de
toegepast
pouvoir (wat mag niet
in de weegschaal)
Gelijkheidsbeginsel
Art 3 :4 lid 1 AWB,
Beoordeelt aan codificatie van hand van algemene beslissingscriteria, waardoor
gelijke specialiteitsbeginsel behandeling mogelijk wordt
(wat mag wel in de
weegschaal)
Algemeen bestuursrecht Bijzonder bestuursrecht Ongeschreven regels
Normen, abbb’s, Instrumenten, Rechtszekerheid / gelijkheid
rechtsbescherming bevoegdheden en normen etc.
ter bescherming van een
specifiek algemeen belang
Categorieën regels in de Awb
1. Dwingend: bijvoorbeeld art. 3:2 en 3:3 Awb
a. Bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander
doel dan waarvoor die is verleend.
2. Regelend: bijvoorbeeld art. 4:1 Awb
a. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald …
3. Aanvullend: bijvoorbeeld art. 4:13 Awb
a. Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn
of, bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de
aanvraag (8 weken).
4. Facultatief: bijvoorbeeld art. 3:10 Awb
a. Deze afdeling is van toepassing op de voorbereiding van besluiten indien dat bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald.
Attributie is schepen van een nieuwe bevoegdheid bij wettelijk voorschrift door orgaan met wetgevende
bevoegdheid bekleed
, Avv’s
Welke soort bevoegdheid?
Regelgevende bevoegdheid (alleen door wetgever in formele zin)
o Bijv art 149 gemw
Beschikkingsbevoegdheid (Door elke wetgever in materiele zin)
o Verlenen subsidies, boetes, etc (art 2:16 APV, burgemeester kan vergunning verlenen)
Invloed van bestuursorgaan door vaststellen aanwijzingen (art 10:22 j.o 10:23 AWB)
Delegatie is overdragen van een al bestaande bevoegdheid, waar delegataris uit eigen verantwoordelijkheid
handelt (art 10:13 AWB)
o Wettelijke grondslag vereist voor delegatie door verschuiving verantwoordelijkheid (art 10:15 AWB)
o Invloed delegans door:
o Beëindiging van delegatie (art 10:18 AWB)
o Vaststellen van beleidsregels (art 4:81 j.o art 4:84 AWB)
o Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art 10:14 AWB)
Mandaat is de machtiging om uit de naam van een ander bevoegdheid uit te oefenen (art 10:1 AWB)
o Geen wettelijke grondslag, doordat verantwoordelijkheid niet verschuift (art 10:3 lid 1 AWB)
o Invloed mandaatgever: Art 10:7 j.o art 10:6
Mandatering niet toegestaan:
1. Als een wettelijk voorschrift dit verbiedt, zowel op basis van wetten als lagere regelingen. Het verbod
kan expliciet zijn of afgeleid worden uit het stelsel van de wet.
2. Als de aard van de bevoegdheid zich ertegen verzet. Hierbij wordt gekeken naar zowel de ingrijpende
gevolgen van de bevoegdheid als de mate waarin de mandatering past binnen de dagelijkse
werkzaamheden van de persoon aan wie wordt gemandateerd.
3. Specifieke scenario's waarin mandaatverlening verboden is volgens artikel 10:3 lid 2 AWB zijn: het
vaststellen van algemeen verbindende voorschriften (avv's), besluiten die bijzondere
besluitvormingsprocedures vereisen, en het vernietigen of afwijzen van een besluit.
4. Artikel 10:3 lid 3 AWB bepaalt dat de persoon die het besluit op bezwaar neemt niet dezelfde mag zijn
als degene die het besluit in mandaat heeft genomen.
5. Bevoegdheid tot opleggen van boetes hoger dan 340,- niet gemandateerd worden.
Week 2
Hoofdstuk 2..3.6, hoofdstuk 6..5
Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol regio
, Er is sprake van een buitenwettelijk b-orgaan als er voldaan is aan het financiële vereiste [een a-
orgaan betaald voor maar liefst 2/3e] en het inhoudelijke vereiste [waar een a-orgaan voor een
beslissende mate de inhoud bepaald].
Overheid heeft primaat van bestuursrecht en moet met middelen algemeen belang behartigen
OvH in privaatrecht rechtspersoon: Staat, provincie, etc. kunnen computers kopen
OvH in bestuursrecht Bestuursorgaan: Regering, Kroon, etc. publiekrechtelijke bevoegdheden
Art 1:1 lid 4 AWB, vermogensrechtelijke gevolgen voor rechtspersonen
In AWB zijn normen voor handelingen bestuursorgaan (art 2 & 9) opgenomen
Punten waaraan de overheid zich dient te houden
Recht op bijstand en vertegenwoordiging (art 2:1 AWB)
Art 18 lid 1 GW, ieder heeft het recht op bijstand uitgewerkt in art 2:1 AWB
Weigering van bijstand is toegestaan op grond van art 2:2 AWB
Doorzendplicht (art 2:3 AWB)
Plicht van bestuursorganen tot doorzenden van geschriften naar kennelijk bevoegd bestuursorgaan
Doorzendplicht geldt voor bestuursorganen (B-organen, indien ze bestuursorgaan zijn)
Art 2:3 AWB geen behoud van datum door verkeerde zending van verzoeker te laat zijn
Art 6:15 AWB wel behoudt van datum
Onpartijdigheid (art 2:4 AWB
Bestuursorgaan waakt zich ertegen dat belangenverstrengeling plaats kan vinden
Aansluiten bij: ‘’nemo iudex in re sua’’ niemand is rechter in eigen zaak
Artikel 28 lid 1 sub a Gemw, gemeenteraadslid niet deelnemen aan stemming met persoonlijk belang
o Restrictief, omdat van functionarissen wordt verwacht om persoonlijke mening aan te halen
Geheimhoudingsplicht (art 2:5 AWB)
Afdeling 2.3 Elektronisch verkeer
Nevenschikking, burger mag recht op papier uitoefenen (art 2:14 lid 1 en 2)
Kenbaarheid,
Waarom Burgers en overheid moeten aangeven beschikbaar te zijn voor elektronisch verkeer
zijn er bestuursorganen?
Behoefte onafhankelijk oordeel: kiesraad
Dichter bij de burger: territoriale bestuurscommissies
Massaliteit besluitvorming: SVB / UWV
Behoefte specialistische kennis: ACM / AFM / DNB
Inhoud
Week 1....................................................................................................................................................1
Week 2....................................................................................................................................................5
Week 3....................................................................................................................................................8
Week 4..................................................................................................................................................11
Week 5..................................................................................................................................................16
Week 6..................................................................................................................................................20
Week 7..................................................................................................................................................23
Jurisprudentie.......................................................................................................................................28
Week 1
Hoofdstuk 1, hoofdstuk 3
,Methadonbrief
Voor overheidsoptreden dat feitelijk gebiedend of verbiedend van aard is (negatief) , is een wettelijke
grondslag vereist (legaliteitsbeginsel)
Fluoridering
Voor ingrijpend overheidsoptreden (negatief / positief irrelevant) is een wettelijke grondslag nodig.
Bestuursrecht: Recht van, voor en tegen overheidsbestuur
Instrumenten van de overheid
o Ge – en verboden
Normen die in acht moeten worden gen omen
Rechtsbescherming tegen de overheid
Kenmerken bestuursrecht
Monopolistisch bestuur
o Exclusieve bevoegdheden
o Eenzijdige beslissingen
o Ongelijkheid tussen burger en overheid
Door bestuur interventie in individuele rechtspositie van burgers
Belangenafweging is vaak kerntaak van bestuur gelijkheidsbeginsel door ‘’beleid’’
o Kinderopvangtoeslag: uit wet kinderopvangtoeslag volgt dat geen ruimte bestaat voor
belangafweging
Aparte regels bestuursrecht:
Privaatrecht voldoet niet, omdat:
1. Bij privaatrecht wordt uitgegaan van gelijkwaardigheid met eigen belang. Overheid dient algemeen
belang
Strafrecht voldoet niet, omdat:
1. Doel strafrecht is bestraffing, doel bestuursrecht is herstellen legale situatie
2. Strafrecht onvoorwaardelijk (ge / verboden), bestuursrecht voorwaardelijk (strafbaar tenzij
vergunning)
Overheid heeft ordenede, presterende, sturende en arbitrerende functie
Terugtred van de wetgever Overheid kent bestuursorganen ruime bevoegdheden toe
, Delegatie vaststellen normering gedrag burgers door beschikking
Gelede normstelling: bestuursorganen bepalen wat rechtens is grens: ABBB’s
De kwaliteit van het overheidsbestuur wordt op de volgende manieren gewaarborgd:
1. De wet moet kwalitatief van een dermate niveau zijn, dat deze eenvoudig toepasbaar en
handhaafbaar zijn.
2. De politieke controle door de vertegenwoordigende organen over de uitoefening van het bestuur.
3. Tot slot is controle door de rechter geschikt om de kwaliteit van het overheidsbestuur te waarborgen.
Het probleem hieraan is, dat de controle repressief is. De controle kan pas plaatsvinden, nadat beroep
tegen een besluit is ingesteld. De rechter test vervolgens enkel de rechtmatigheid.
Negatief overheidsoptreden de overheid grijpt int in de vrijheidssfeer van burgers via ver of geboden.
Verlenen ontheffing / vergunning, omdat eerst een verbod moet worden ingesteld
Positief overheidsoptreden actief overheidshandelen door het verstrekken van steun in bijvoorbeeld de vorm van subsidies.
VOOR VERSTREKKEN SUBSIDIE WETTELIJKE GRONDSLAG VEREIST (ART 4:23 lid 1 AWB)
Voor verstrekken van sociale zekerheid (art 109 j.o art 20 lid 2 GW)
Legaliteitsbeginsel, waarom?
democratisch
gelegitimeerd
overheidsoptreden
rechtsgelijkheid
rechtszekerheid
Klassieke opvatting:
hand
elen
waar
gebie
dend
of
verbi
eden
d in
vrijhe
id
Democratische rechtsstaat:
, Specialiteitsbeginsel:
o Overheid moet algemeen en niet eigen belang behartigen met bevoegdheden als gevolg van
de legaliteitseis toegewezen bevoegdheden zijn doel gebonden
Art 1:2 lid 2 AWB
Rechtszekerheidsbeginsel
bestuursorgaan geen
1. Formele rechtszekerheid: regels duidelijk en niet voor
eigen belang
tweeërlei uitlegbaar
Art 3:3 AWB, verbod
2. Materiele rechtszekerheid: geldend recht wordt daadwerkelijk
detournement de
toegepast
pouvoir (wat mag niet
in de weegschaal)
Gelijkheidsbeginsel
Art 3 :4 lid 1 AWB,
Beoordeelt aan codificatie van hand van algemene beslissingscriteria, waardoor
gelijke specialiteitsbeginsel behandeling mogelijk wordt
(wat mag wel in de
weegschaal)
Algemeen bestuursrecht Bijzonder bestuursrecht Ongeschreven regels
Normen, abbb’s, Instrumenten, Rechtszekerheid / gelijkheid
rechtsbescherming bevoegdheden en normen etc.
ter bescherming van een
specifiek algemeen belang
Categorieën regels in de Awb
1. Dwingend: bijvoorbeeld art. 3:2 en 3:3 Awb
a. Bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander
doel dan waarvoor die is verleend.
2. Regelend: bijvoorbeeld art. 4:1 Awb
a. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald …
3. Aanvullend: bijvoorbeeld art. 4:13 Awb
a. Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn
of, bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de
aanvraag (8 weken).
4. Facultatief: bijvoorbeeld art. 3:10 Awb
a. Deze afdeling is van toepassing op de voorbereiding van besluiten indien dat bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald.
Attributie is schepen van een nieuwe bevoegdheid bij wettelijk voorschrift door orgaan met wetgevende
bevoegdheid bekleed
, Avv’s
Welke soort bevoegdheid?
Regelgevende bevoegdheid (alleen door wetgever in formele zin)
o Bijv art 149 gemw
Beschikkingsbevoegdheid (Door elke wetgever in materiele zin)
o Verlenen subsidies, boetes, etc (art 2:16 APV, burgemeester kan vergunning verlenen)
Invloed van bestuursorgaan door vaststellen aanwijzingen (art 10:22 j.o 10:23 AWB)
Delegatie is overdragen van een al bestaande bevoegdheid, waar delegataris uit eigen verantwoordelijkheid
handelt (art 10:13 AWB)
o Wettelijke grondslag vereist voor delegatie door verschuiving verantwoordelijkheid (art 10:15 AWB)
o Invloed delegans door:
o Beëindiging van delegatie (art 10:18 AWB)
o Vaststellen van beleidsregels (art 4:81 j.o art 4:84 AWB)
o Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art 10:14 AWB)
Mandaat is de machtiging om uit de naam van een ander bevoegdheid uit te oefenen (art 10:1 AWB)
o Geen wettelijke grondslag, doordat verantwoordelijkheid niet verschuift (art 10:3 lid 1 AWB)
o Invloed mandaatgever: Art 10:7 j.o art 10:6
Mandatering niet toegestaan:
1. Als een wettelijk voorschrift dit verbiedt, zowel op basis van wetten als lagere regelingen. Het verbod
kan expliciet zijn of afgeleid worden uit het stelsel van de wet.
2. Als de aard van de bevoegdheid zich ertegen verzet. Hierbij wordt gekeken naar zowel de ingrijpende
gevolgen van de bevoegdheid als de mate waarin de mandatering past binnen de dagelijkse
werkzaamheden van de persoon aan wie wordt gemandateerd.
3. Specifieke scenario's waarin mandaatverlening verboden is volgens artikel 10:3 lid 2 AWB zijn: het
vaststellen van algemeen verbindende voorschriften (avv's), besluiten die bijzondere
besluitvormingsprocedures vereisen, en het vernietigen of afwijzen van een besluit.
4. Artikel 10:3 lid 3 AWB bepaalt dat de persoon die het besluit op bezwaar neemt niet dezelfde mag zijn
als degene die het besluit in mandaat heeft genomen.
5. Bevoegdheid tot opleggen van boetes hoger dan 340,- niet gemandateerd worden.
Week 2
Hoofdstuk 2..3.6, hoofdstuk 6..5
Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol regio
, Er is sprake van een buitenwettelijk b-orgaan als er voldaan is aan het financiële vereiste [een a-
orgaan betaald voor maar liefst 2/3e] en het inhoudelijke vereiste [waar een a-orgaan voor een
beslissende mate de inhoud bepaald].
Overheid heeft primaat van bestuursrecht en moet met middelen algemeen belang behartigen
OvH in privaatrecht rechtspersoon: Staat, provincie, etc. kunnen computers kopen
OvH in bestuursrecht Bestuursorgaan: Regering, Kroon, etc. publiekrechtelijke bevoegdheden
Art 1:1 lid 4 AWB, vermogensrechtelijke gevolgen voor rechtspersonen
In AWB zijn normen voor handelingen bestuursorgaan (art 2 & 9) opgenomen
Punten waaraan de overheid zich dient te houden
Recht op bijstand en vertegenwoordiging (art 2:1 AWB)
Art 18 lid 1 GW, ieder heeft het recht op bijstand uitgewerkt in art 2:1 AWB
Weigering van bijstand is toegestaan op grond van art 2:2 AWB
Doorzendplicht (art 2:3 AWB)
Plicht van bestuursorganen tot doorzenden van geschriften naar kennelijk bevoegd bestuursorgaan
Doorzendplicht geldt voor bestuursorganen (B-organen, indien ze bestuursorgaan zijn)
Art 2:3 AWB geen behoud van datum door verkeerde zending van verzoeker te laat zijn
Art 6:15 AWB wel behoudt van datum
Onpartijdigheid (art 2:4 AWB
Bestuursorgaan waakt zich ertegen dat belangenverstrengeling plaats kan vinden
Aansluiten bij: ‘’nemo iudex in re sua’’ niemand is rechter in eigen zaak
Artikel 28 lid 1 sub a Gemw, gemeenteraadslid niet deelnemen aan stemming met persoonlijk belang
o Restrictief, omdat van functionarissen wordt verwacht om persoonlijke mening aan te halen
Geheimhoudingsplicht (art 2:5 AWB)
Afdeling 2.3 Elektronisch verkeer
Nevenschikking, burger mag recht op papier uitoefenen (art 2:14 lid 1 en 2)
Kenbaarheid,
Waarom Burgers en overheid moeten aangeven beschikbaar te zijn voor elektronisch verkeer
zijn er bestuursorganen?
Behoefte onafhankelijk oordeel: kiesraad
Dichter bij de burger: territoriale bestuurscommissies
Massaliteit besluitvorming: SVB / UWV
Behoefte specialistische kennis: ACM / AFM / DNB