Nederlands
Werkwoorden
1. Tegenwoordige tid lopen om te zien of er een t achter moet
BEHALVE WILLEN HIJ WIL
2. Verleden tid sterk of onregelmatg niet over nadenken
3. Verleden tid d-woord / t-woord? ’t ex-kofschip
WEL in ’t ex-kofschip? t
NIET in ’t ex-kofschip? d
Engelse leenwoorden hetzelfde vervoegen als Nederlandse
werkwoorden.
Samenstellingen
1. Koppelteken (basisregel is geen koppelteken)
Wel koppelteken:
- Mogeliik verkeerde uitspraak of betekenis gala-avond, valk-uil
- Samenstelling met ciifers, afortngen (waarbii ie de leters uitspreekt) of
symbool 92-iarig, $-teken, ANWB-lidmaatschap
- Aardriikskundige namen Noord-Holland
- Als het tweede woord begint met hoofdleter ant-Amerikaans
- Uitzonderingen voor- en nabepalingen:
1. met de elementen niet-, non-, biina-, oud-, ex-, aspirant-, adiunct-,
substtuut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-, assistent-,
collega- of meester- niet-rookster, oud-burgemeester
2. met elementen zoals -generaal, -president, -testamentair, -verbaal of
-militair directeur-generaal, minister-president, auditeur-militair
3. groep of werkstuk, genoemd naar een auteur of inspirator
regering-Kennedy, commissie-Pée-Wesselings, zaak-Profumo
4. met Sint- of St. Sint-Jozef, St.-Anna
5. zelfnoemfuncte: een word dat zichzelf representeerd ik-roman,
het-woord
Werkwoorden
1. Tegenwoordige tid lopen om te zien of er een t achter moet
BEHALVE WILLEN HIJ WIL
2. Verleden tid sterk of onregelmatg niet over nadenken
3. Verleden tid d-woord / t-woord? ’t ex-kofschip
WEL in ’t ex-kofschip? t
NIET in ’t ex-kofschip? d
Engelse leenwoorden hetzelfde vervoegen als Nederlandse
werkwoorden.
Samenstellingen
1. Koppelteken (basisregel is geen koppelteken)
Wel koppelteken:
- Mogeliik verkeerde uitspraak of betekenis gala-avond, valk-uil
- Samenstelling met ciifers, afortngen (waarbii ie de leters uitspreekt) of
symbool 92-iarig, $-teken, ANWB-lidmaatschap
- Aardriikskundige namen Noord-Holland
- Als het tweede woord begint met hoofdleter ant-Amerikaans
- Uitzonderingen voor- en nabepalingen:
1. met de elementen niet-, non-, biina-, oud-, ex-, aspirant-, adiunct-,
substtuut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-, assistent-,
collega- of meester- niet-rookster, oud-burgemeester
2. met elementen zoals -generaal, -president, -testamentair, -verbaal of
-militair directeur-generaal, minister-president, auditeur-militair
3. groep of werkstuk, genoemd naar een auteur of inspirator
regering-Kennedy, commissie-Pée-Wesselings, zaak-Profumo
4. met Sint- of St. Sint-Jozef, St.-Anna
5. zelfnoemfuncte: een word dat zichzelf representeerd ik-roman,
het-woord