Financiële overzichten:
* Balans – moment opname van je bezittingen
* Resultatenrekening – opbrengen en kosten van een bepaalde periode
* Liquiditeitsbegroting – ontvangsten en uitgaven
* Exploitatiebegroting – verwachtingen opbrengsten en kosten
Balans:
Eindvoorraad (31dec) = beginvoorraad (1jan) + inkopen-verkopen
Debiteuren 31 dec = debiteuren 1 jan + omzet – ontvangsten
Crediteuren 31 dec = crediteuren 1 jan + inkopen – betalingen
Voorzieningen:
* oorzaak gelegen in bedrijfsuitoefening afgelopen jaar
* Er zijn mogelijke verplichtingen of risico´s in volgende jaren
* omvang niet exact te bepalen, wel redelijkerwijs te schatten
, Beslissingscalculaties korte termijn:
Opportunity costs
Stopzetting of voortzetting
Diferentiële kosten vs diferentiële opbrengsten
Incidentele orders
Integrale kosten en kostprijs
Lineaire afschrijving: wordt berekend door het afschrijvingskosten/aantal jaren. Dit is dus
ieder jaar hetzelfde bedrag. Kan gebruikt worden als er vanuit wordt gegaan dat een
machine oid elk jaar hetzelfde nut oplevert voor de onderneming.
De volgende twee methodes (sum of the year digitmethode en boekwaardemethode)
zijn degressieve afschrijvingen en kunnen gebruikt worden als de machine in de eerste
jaren meer nut oplevert dan in latere jaren, bijvoorbeeld doordat in latere jaren meer
afgekeurde verpakkingen voorkomen als gevolg van slijtage van de machine.
Sum of the year digitmethode: elk jaar krijgt een wegingsfactor waar aan de hand van de
afschrijvingen worden betaald. In de begin jaren wordt meer afgeschreven dan in de eind
jaren bij deze methode. De wegingsfactor in het eerst jaar is dus het hoogst en het
laatste jaar het laagst.
Boekwaardemethode: een vastpercentage van de boekwaarde wordt afschreven. De
boekwaard is de waarde na aftrek van de afschrijvingen die in eerdere jaren zijn
gepleegd. Vaak wordt dit percentage vastgesteld op het dubbele van het percentage dat
bij lineaire afschrijving wordt gebruikt.
Differentiële kosten
De extra kosten die gemaakt moeten worden voor een extra order boven op de normale
bezetting
Formule p/st = extra kosten / extra afzet + variabele kosten
Formule totaal = extra kosten order + variabele kosten order
Alléén indien de bestaande capaciteit toereikend is
Kan ook alleen uit de variabele kosten bestaan, zoals personeels- en of energiekosten
Voorbeeld bungalowpark
Bungalowpark:
50 bungalows die per week worden verhuurd
Het gehele jaar geopend (= 52 weken)
Gemiddelde bezetting is 1880 bungalowweken
Verhuurprijs € 450 (excl. btw) per bungalow/week
- de variabele kosten per bungalow per week € 225
- de TCK = € 282.000 per jaar
Een sportclub wil in het voorseizoen (bezetting 60 %) 2 weken 5 bungalows huren en
daarvoor € 275 per bungalow (per week) voor betalen.
Bereken de diferentiële kostprijs en geef aan: doen we dit of niet?