VOOR ethische en
rechtsfilosofische stromingen
Het examen bestaat zoals het echte examen uit 30 meerkeuze vragen en 1 KRT. Je
hebt 2 uur.
Deze vragen zijn representatief aan de moeilijkheidsgraad van de vragen op het
effectieve examen.
Vele vragen uit dit document, komen zeer gelijkaardig terug op het examen.
JUIST OF FOUT MEERKEUZE
1. Wanneer je erbarmelijke toestanden in de industriële veehouderij vergelijkt
met de Holocaust is er, zo oordeelde ook een Duitse rechtbank, zowel sprake
van machinale als animale dehumanisering.
2. De Duitse filosoof Immanuel Kant was een inspiratiebron voor John Rawls die
het verschilbeginsel [difference principle] bedacht. Dit beginsel houdt in dat
publieke middelen altijd naar de minst begunstigde burgers moeten gaan.
3. Het marxistisch socialisme [de fase voor het communisme] streeft naar
voldoende maar vooral ook gelijk loon voor alle werknemers.
4. Onder verborgen discriminatie verstaat men dat je onvrijwillige
discriminatiegronden voorstelt als een vrijwillige. Vooral het keuzecriterium
, van Paul Hirst is hiervoor gevoelig.
5. De lijn tussen paternalisme en waardigheid is dun.
6. Volgens de TMT (terror managment theory) ervaren oudere mensen minder
walging dan jongeren.
7. Uit de veronderstelling van de vrijheid van Joel Feinberg komt voort dat de
bewijslast in de schendingsfase altijd bij de partij die van mening is dat de
controverse of interventie niet kan.
8. Wanneer een minderheid zich negatief uitlaat over homoseksualiteit en de
meerderheid van de samenleving komt hiertegen op, dan staat in deze
controverse de vrijheid van godsdeinst cultuur en geweten of
levensovertuiging centraal. De minderheid eist in dit geval gewoon dit recht
op en de meerderheid komt hiertegen in opstand
9. Hoewel de Tayloriaanse invulling van vijre meningsuiting rechtover de
voltairiaanse staat, aanvaarden beide invullingen het feit dat er ondersheid
moet gemaakt worden tussen de persoon en de mening.
10.Het principe van overheidsneutraliteit impliceert een exclusieve neutraliteit
die voor alle burgers geldt.
11.Het gedifferenteerde burgerschap verondertselt dat je trouw blijft aan je
bijzondere en eigen opvattingen. In principe zijn alle overtuigingen moreel
gelijk. Echter, als een anti-vaxxer publiekelijk zijn ongeloof in vaccinaties