Bacteriologie
1.De eukaryote cel
De cellen van het menselijk lichaam zijn zogenaamde eukaryote cellen
Belangrijkste compartimenten:
- Celkern die afgescheiden is van het cytoplasma met een celmembraan
- De cel is beschermd met het
plasmamembraan
- In het plasmamembraan:
è Cytoplasma
è Celorganellen
è Ribosomen
è Mitochondrium
è ER
è Lysosomen
Eukaryote cellen zijn geëvolueerd uit prokaryotencellen
2. De prokaryote cellen
- Enkel ééncelligen
- Geen kern aanwezig
è In de cel ligt het DNA los
è Klein stukje dubbelstrengig DNA met
genetische materiaal voor het opbouwen
van resistentie tegen antibiotica
- Kleiner dan een eukaryote cel
- Heeft een celwand verantwoordelijk voor de gramkleuring (bepaalde bacterie te
identificeren)
- Kapsel + slijmlaag afweer van het MO van de bacteriën tegen macrofagen zodanig dat ze
niet vernietigd kunnen worden
- Eigen metabolisme voeding en lucht
- Fimbria + flagellum:
è Fimbria: vasthechten aan lichaamscellen (rode uitsteksels)
è Flagellum: voorbeweging door staartje (paarse staart)
- Delend vermogen verderzetten/vermeningvuldigen
1
, 3. De endosymbiotische theorie
Deze theorie stelt vast dat er op een bepaald punt in de evolutie bepaalde prokaryote cellen
intracellulair zijn gaan leven in andere celllen en symboise hebben gevormd
De argumenten van deze synthese:
- De verglijkbare grootte tussen motochondriën en prokartoten
- Het feit dat het procossen die in de eukaryote cellen op de membraan van de mitochondriën
plaatsvinden in de prokaryote cellen op het plasmamembraan plaatsvinden
- De aanwezigheid van een circulair DNA in zowel mitochondriën als prokaryote
4. Bacteriële morfologie
Bacterien kunnen verschillende vormen aannemen en kunnen op verschilende manieren t.o.v elkaar
gelegen zijn in een kolonie
1.Koken
= bolvormig
- Ze kunnen samen liggen per twee
- In trosjes ( streptokokken)
- In ketens ( stafylokokken )
2.Bacillen
= langwerpig, staafvormig
3.Vibrionen
= kommavormig
4. Spirillen
= Zijn spiraalvormig
2
1.De eukaryote cel
De cellen van het menselijk lichaam zijn zogenaamde eukaryote cellen
Belangrijkste compartimenten:
- Celkern die afgescheiden is van het cytoplasma met een celmembraan
- De cel is beschermd met het
plasmamembraan
- In het plasmamembraan:
è Cytoplasma
è Celorganellen
è Ribosomen
è Mitochondrium
è ER
è Lysosomen
Eukaryote cellen zijn geëvolueerd uit prokaryotencellen
2. De prokaryote cellen
- Enkel ééncelligen
- Geen kern aanwezig
è In de cel ligt het DNA los
è Klein stukje dubbelstrengig DNA met
genetische materiaal voor het opbouwen
van resistentie tegen antibiotica
- Kleiner dan een eukaryote cel
- Heeft een celwand verantwoordelijk voor de gramkleuring (bepaalde bacterie te
identificeren)
- Kapsel + slijmlaag afweer van het MO van de bacteriën tegen macrofagen zodanig dat ze
niet vernietigd kunnen worden
- Eigen metabolisme voeding en lucht
- Fimbria + flagellum:
è Fimbria: vasthechten aan lichaamscellen (rode uitsteksels)
è Flagellum: voorbeweging door staartje (paarse staart)
- Delend vermogen verderzetten/vermeningvuldigen
1
, 3. De endosymbiotische theorie
Deze theorie stelt vast dat er op een bepaald punt in de evolutie bepaalde prokaryote cellen
intracellulair zijn gaan leven in andere celllen en symboise hebben gevormd
De argumenten van deze synthese:
- De verglijkbare grootte tussen motochondriën en prokartoten
- Het feit dat het procossen die in de eukaryote cellen op de membraan van de mitochondriën
plaatsvinden in de prokaryote cellen op het plasmamembraan plaatsvinden
- De aanwezigheid van een circulair DNA in zowel mitochondriën als prokaryote
4. Bacteriële morfologie
Bacterien kunnen verschillende vormen aannemen en kunnen op verschilende manieren t.o.v elkaar
gelegen zijn in een kolonie
1.Koken
= bolvormig
- Ze kunnen samen liggen per twee
- In trosjes ( streptokokken)
- In ketens ( stafylokokken )
2.Bacillen
= langwerpig, staafvormig
3.Vibrionen
= kommavormig
4. Spirillen
= Zijn spiraalvormig
2