Samenvatting intervisie leren
Inhoud
Hoofdstuk 1 (Intervisie: context en concept) ..........................................................................................3
1.1 Professionalisering en competenties ............................................................................................3
1.2 Wat is intervisie? ...........................................................................................................................3
1.3 Intervisie in de opleiding ...............................................................................................................3
1.4 Vaardigheden ................................................................................................................................3
1.4.1 Reflectievaardigheden............................................................................................................4
1.4.2 Algemene vaardigheden.........................................................................................................4
1.5 Groep.............................................................................................................................................4
1.6 Begeleiding ....................................................................................................................................5
1.7 Inbreng ..........................................................................................................................................5
1.8 Beoordelen van intervisie en het portfolio....................................................................................5
1.9 Vertrouwelijkheid ..........................................................................................................................6
Hoofdstuk 2 (Oefening baart kunst)........................................................................................................7
2.1 Oefenen in het vinden van een inbreng ........................................................................................7
2.2 Oefenen in vragen stellen .............................................................................................................7
2.3 Maken van een reflectieverslag ....................................................................................................7
2.4 Handvatten voor inbrenger, voorzitten en deelnemers................................................................7
Hoofdstuk 3 (Intervisiemethoden) ..........................................................................................................9
3.1 Basismodel voor intervisie.............................................................................................................9
3.2 Tienstappenmethode ....................................................................................................................9
3.3 Consultmethode ..........................................................................................................................10
3.4 De winst van succes.....................................................................................................................11
3.5 Roddelmethode...........................................................................................................................11
3.6 Balintmethode.............................................................................................................................12
3.7 Clinicmethode .............................................................................................................................13
3.8 Quick scan....................................................................................................................................13
3.9 Metaforenmethoden...................................................................................................................14
3.10 Methode Raguse .......................................................................................................................14
3.11 Incidentmethode .......................................................................................................................15
, 3.12 Intervisie per mail......................................................................................................................16
Hoofdstuk 4 (Aanvullende werkvormen) ..............................................................................................18
4.1 Kennismaking ..............................................................................................................................18
4.2 Contactadvertentie......................................................................................................................18
4.3 Mopperonderzoek.......................................................................................................................19
4.4 Goed gesprek...............................................................................................................................19
4.5 Dilemma’s....................................................................................................................................19
4.6 Casuïstiekmethode ......................................................................................................................20
4.7 Krachtenveldanalyse ...................................................................................................................20
2
,Hoofdstuk 1 (Intervisie: context en concept)
Professionaliseren houdt in dat je uitgroeit tot een zelfstandig werkende professional,
waartoe je competenties ontwikkelt en zowel je kennis als vaardigheden op een hoger
niveau ontwikkelt
1.1 Professionalisering en competenties
Een competentie betreft een bepaald aspect van het functioneren als beroepsbeoefenaar,
waardin kennis, houding en vaardigheden worden geïntegreerd in het handelen.
Professionaliteit = je stemt je persoonlijke gedachten, ideeën en gevoelens af op wat
beroepsmatig wenselijk is
Verantwoorden = je legt uit hoe je tot bepaalde keuzes in je handelen bent gekomen en hoe
je rekening hebt gehouden met professionele standaarden en je eigen professionele
waarden en normen
Reflecteren = je eigen handelen onder woorden brengen, analyseren en de conclusies te
gebruiken voor aanpassing van je handelen
Je werkt als student aan je competentie (professionalisering) door je kennis (geleerde
theorie, beroepscodes) te toetsen in het kader van je eigen ervaringen
(reflectievaardigheden) in een reflectieve ruimte (intervisie).
1.2 Wat is intervisie?
In intervisiegroep praat je met je over werkervaringen, ondersteun je elkaar en zoek je naar
antwoorden, oplossingen of alternatieven
Manier om leren en werken te verbinden
Je ontwikkelt het reflectieve leren
Je werkt aan een oplossing van een probleem
Onderwijsmethode om professionele ervaringen op een praktische en systematische manier
te analyseren
Je doet persoonlijke en professionele leerervaring op
Je kunt interactief leren
Elkaar steun geven
1.3 Intervisie in de opleiding
Je presenteert aan elkaar ervaringen en je bewerkt deze met behulp van een
intervisiemethode
Je wordt je bewust van gevoelens, meningen, gedachten, gedrag of handelen
Je leert kritisch te analyseren door vragen te leren en verder te krijgen
Je krijgt een beeld van je eigen professionele handelen
1.4 Vaardigheden
De vaardigheden die je leert door deelname noem je reflectievaardigheden
Vragen stellen is de meest belangrijke vaardigheid.
3
, Je oefent je algemene vaardigheden, zoals luisteren, feedback geven en samenwerken
1.4.1 Reflectievaardigheden
Je oefent vaardigheden in groepsverband door actieve deelname
Je oefent individueel door het schrijven van reflectieverslagen
Expliciteren = een ervaring onder woorden brengen
Concretiseren = concreet maken van de situatie en het beschrijven van je voelen, denken en
handelen
Analyseren = kritisch kijken en vragen stellen en het denken, voelen, willen en handelen van
die persoon en hier verbanden te zoeken
Problematiseren = kritisch vragende houding, waarbij je probeert oorspronkelijk
vanzelfsprekendheden en referentiekaders te onderzoeken, te bevragen en te doorbreken
Generaliseren = je breidt de betekenis van je ervaring uit naar andere werk- en
beroepssituaties en probeert een patroon in je eigen gedrag te zien en te benoemen
Experimenteren = het uitproberen van je nieuwe gedrag, hoe je anders wilt denken, voelen,
willen of handelen in een situatie
Advies geven/ontvangen = laatste fase bij bijna alle intervisiemethodes
1.4.2 Algemene vaardigheden
Luisteren = horen wat er gezegd wordt en soms ook horen wat er tussen de woorden
doorklinkt
Feedback geven en ontvangen = van anderen horen hoe zij juow gedrag hebben
waargenomen, ervaren en begrepen en welke effecten dat gedrag op hen heeft en andersom
Samenwerken; essentieel zijn:
o Open leerhouding
o Betrokken op het doel en elkaar
o Active participatie
o Initiatief nemen
o Verantwoordelijkheid voelen als groepslid
o Open communicatie
o Goed omgaan met feedback
o Houden aan afspreken
o Vertrouwelijkheid
1.5 Groep
Werken aan kennis, vaardigheden en houding heeft een grote meerwaarde
De deelnemers moeten gelijken zijn
Je doorloopt verschillende ontwikkelingsfasen
1. Kennismaking en je eigen maken van de verschillende methoden
2. Bewerken van de inbreng en het groepsproces
3. Evaluatie, beoordeling en vervolg
4
Inhoud
Hoofdstuk 1 (Intervisie: context en concept) ..........................................................................................3
1.1 Professionalisering en competenties ............................................................................................3
1.2 Wat is intervisie? ...........................................................................................................................3
1.3 Intervisie in de opleiding ...............................................................................................................3
1.4 Vaardigheden ................................................................................................................................3
1.4.1 Reflectievaardigheden............................................................................................................4
1.4.2 Algemene vaardigheden.........................................................................................................4
1.5 Groep.............................................................................................................................................4
1.6 Begeleiding ....................................................................................................................................5
1.7 Inbreng ..........................................................................................................................................5
1.8 Beoordelen van intervisie en het portfolio....................................................................................5
1.9 Vertrouwelijkheid ..........................................................................................................................6
Hoofdstuk 2 (Oefening baart kunst)........................................................................................................7
2.1 Oefenen in het vinden van een inbreng ........................................................................................7
2.2 Oefenen in vragen stellen .............................................................................................................7
2.3 Maken van een reflectieverslag ....................................................................................................7
2.4 Handvatten voor inbrenger, voorzitten en deelnemers................................................................7
Hoofdstuk 3 (Intervisiemethoden) ..........................................................................................................9
3.1 Basismodel voor intervisie.............................................................................................................9
3.2 Tienstappenmethode ....................................................................................................................9
3.3 Consultmethode ..........................................................................................................................10
3.4 De winst van succes.....................................................................................................................11
3.5 Roddelmethode...........................................................................................................................11
3.6 Balintmethode.............................................................................................................................12
3.7 Clinicmethode .............................................................................................................................13
3.8 Quick scan....................................................................................................................................13
3.9 Metaforenmethoden...................................................................................................................14
3.10 Methode Raguse .......................................................................................................................14
3.11 Incidentmethode .......................................................................................................................15
, 3.12 Intervisie per mail......................................................................................................................16
Hoofdstuk 4 (Aanvullende werkvormen) ..............................................................................................18
4.1 Kennismaking ..............................................................................................................................18
4.2 Contactadvertentie......................................................................................................................18
4.3 Mopperonderzoek.......................................................................................................................19
4.4 Goed gesprek...............................................................................................................................19
4.5 Dilemma’s....................................................................................................................................19
4.6 Casuïstiekmethode ......................................................................................................................20
4.7 Krachtenveldanalyse ...................................................................................................................20
2
,Hoofdstuk 1 (Intervisie: context en concept)
Professionaliseren houdt in dat je uitgroeit tot een zelfstandig werkende professional,
waartoe je competenties ontwikkelt en zowel je kennis als vaardigheden op een hoger
niveau ontwikkelt
1.1 Professionalisering en competenties
Een competentie betreft een bepaald aspect van het functioneren als beroepsbeoefenaar,
waardin kennis, houding en vaardigheden worden geïntegreerd in het handelen.
Professionaliteit = je stemt je persoonlijke gedachten, ideeën en gevoelens af op wat
beroepsmatig wenselijk is
Verantwoorden = je legt uit hoe je tot bepaalde keuzes in je handelen bent gekomen en hoe
je rekening hebt gehouden met professionele standaarden en je eigen professionele
waarden en normen
Reflecteren = je eigen handelen onder woorden brengen, analyseren en de conclusies te
gebruiken voor aanpassing van je handelen
Je werkt als student aan je competentie (professionalisering) door je kennis (geleerde
theorie, beroepscodes) te toetsen in het kader van je eigen ervaringen
(reflectievaardigheden) in een reflectieve ruimte (intervisie).
1.2 Wat is intervisie?
In intervisiegroep praat je met je over werkervaringen, ondersteun je elkaar en zoek je naar
antwoorden, oplossingen of alternatieven
Manier om leren en werken te verbinden
Je ontwikkelt het reflectieve leren
Je werkt aan een oplossing van een probleem
Onderwijsmethode om professionele ervaringen op een praktische en systematische manier
te analyseren
Je doet persoonlijke en professionele leerervaring op
Je kunt interactief leren
Elkaar steun geven
1.3 Intervisie in de opleiding
Je presenteert aan elkaar ervaringen en je bewerkt deze met behulp van een
intervisiemethode
Je wordt je bewust van gevoelens, meningen, gedachten, gedrag of handelen
Je leert kritisch te analyseren door vragen te leren en verder te krijgen
Je krijgt een beeld van je eigen professionele handelen
1.4 Vaardigheden
De vaardigheden die je leert door deelname noem je reflectievaardigheden
Vragen stellen is de meest belangrijke vaardigheid.
3
, Je oefent je algemene vaardigheden, zoals luisteren, feedback geven en samenwerken
1.4.1 Reflectievaardigheden
Je oefent vaardigheden in groepsverband door actieve deelname
Je oefent individueel door het schrijven van reflectieverslagen
Expliciteren = een ervaring onder woorden brengen
Concretiseren = concreet maken van de situatie en het beschrijven van je voelen, denken en
handelen
Analyseren = kritisch kijken en vragen stellen en het denken, voelen, willen en handelen van
die persoon en hier verbanden te zoeken
Problematiseren = kritisch vragende houding, waarbij je probeert oorspronkelijk
vanzelfsprekendheden en referentiekaders te onderzoeken, te bevragen en te doorbreken
Generaliseren = je breidt de betekenis van je ervaring uit naar andere werk- en
beroepssituaties en probeert een patroon in je eigen gedrag te zien en te benoemen
Experimenteren = het uitproberen van je nieuwe gedrag, hoe je anders wilt denken, voelen,
willen of handelen in een situatie
Advies geven/ontvangen = laatste fase bij bijna alle intervisiemethodes
1.4.2 Algemene vaardigheden
Luisteren = horen wat er gezegd wordt en soms ook horen wat er tussen de woorden
doorklinkt
Feedback geven en ontvangen = van anderen horen hoe zij juow gedrag hebben
waargenomen, ervaren en begrepen en welke effecten dat gedrag op hen heeft en andersom
Samenwerken; essentieel zijn:
o Open leerhouding
o Betrokken op het doel en elkaar
o Active participatie
o Initiatief nemen
o Verantwoordelijkheid voelen als groepslid
o Open communicatie
o Goed omgaan met feedback
o Houden aan afspreken
o Vertrouwelijkheid
1.5 Groep
Werken aan kennis, vaardigheden en houding heeft een grote meerwaarde
De deelnemers moeten gelijken zijn
Je doorloopt verschillende ontwikkelingsfasen
1. Kennismaking en je eigen maken van de verschillende methoden
2. Bewerken van de inbreng en het groepsproces
3. Evaluatie, beoordeling en vervolg
4