H11 Bloedsomloop
Het cardiovasculaire stelsel:
• Bloedvatenstelsel = transportnetwerk
• Hart = pomp
• Diffusie en osmose belangrijk
Bloed is een vloeibaar bindweefsel. Ongeveer 45% bloedcellen en 55% is plasma. Bij plasma is de
osmotische waarde hoger dan bij water.
Van de 45% bloedcellen is 99,9% rode bloedcel. --> 1/3 van alle cellen in het lichaam
Leukocyten nemen toe bij een actieve infectie.
Het bloed bestaat uit:
Rode bloedcellen/Erytrocyten (RBC) Transport van stoffen
Witte bloedcellen/Leukocyten Verdediging tegen ziekteverwekkers
Bloedplaatjes
Transporteiwitten
Functies van het bloed:
• Transport van stoffen:
Zuurstof, kooldioxide, voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen.
• Stabilisering pH en ionensamenstelling van interstitiële vloeistof --> Diffusie
• Beperking vloeistofverlies bij verwonding (Bloedstolling)
• Verdediging tegen ziekteverwekkers
• Lichaamstemperatuur regelen
Interstitiële vloeistof = De vloeistof tussen de cellen. Hier komt de uitwisseling tussen de
bloedplasma en andere stoffen.
Veneuze punctie = Bloed afnemen uit de venen. Dit omdat venen een dunne wand hebben en een
lage druk. --> Geneest makkelijker.
Uitstrijkje van een druppeltje van vinger/teen/hiel. = Maar 1 druppel voor nodig.
Plasma
Bevat plasma-eiwitten, deze worden in de lever gevormd.
• Albuminen = (60%) Transportstoffen (Hormonen, medicijnen)
• Globulinen = (35%) Vervoeren kleine moleculen, antilichamen!
• Fibrinogeen-eiwitten = (4%) Fibrinestrengen --> Vormen bloedstolsel en korstjes)
Erytrocyten
In de lange botten zit rode beenmerg voor het aanmaken van RBC.
Rode bloedcellen hebben geen organellen. Dit voor het opnemen en afgeven van zuurstof en
koolstofdioxide. --> levensduur van ongeveer 120 dagen.
Rode bloedcellen
Eiwitten Hemoglobine Vervoert zuurstof en koolstofdioxide
Haemmolecuul Bevat ijzer en vervoert O2
, Globine Vervoert CO2
IJzertekort staat gelijk aan bloedsarmoede en kan de groei en ontwikkeling beïnvloeden. -->
Probleem in ontwikkelingslanden.
Transferrine Transporteiwit dat ijzer terug naar lever vervoert.
In het beenmerg hergebruik voor de aanmaak van RBC.
Hergebruik van hemoglobine
Helderrood bloed (arteriën, capillairen) = Door zuurstof gebonden.
Donkerrood bloed (Veneus) = Geen zuurstof gebonden.
Afbraak van bloed
Bloedcellen slijten en er is geen reparatie (Geen organellen)
Scheuren, stukgaan van de RBC Hemolyse
Teveel afbraak: Hemoglobinurie
Normaal: Bilirubine uitscheiding in gal en urine (Bruine en gele kleur).
Als dit niet werkt heb je een ophoping van bilirubine (Bijvoorbeeld door galstenen) -->
Icterus/Geelzucht.
Het cardiovasculaire stelsel:
• Bloedvatenstelsel = transportnetwerk
• Hart = pomp
• Diffusie en osmose belangrijk
Bloed is een vloeibaar bindweefsel. Ongeveer 45% bloedcellen en 55% is plasma. Bij plasma is de
osmotische waarde hoger dan bij water.
Van de 45% bloedcellen is 99,9% rode bloedcel. --> 1/3 van alle cellen in het lichaam
Leukocyten nemen toe bij een actieve infectie.
Het bloed bestaat uit:
Rode bloedcellen/Erytrocyten (RBC) Transport van stoffen
Witte bloedcellen/Leukocyten Verdediging tegen ziekteverwekkers
Bloedplaatjes
Transporteiwitten
Functies van het bloed:
• Transport van stoffen:
Zuurstof, kooldioxide, voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen.
• Stabilisering pH en ionensamenstelling van interstitiële vloeistof --> Diffusie
• Beperking vloeistofverlies bij verwonding (Bloedstolling)
• Verdediging tegen ziekteverwekkers
• Lichaamstemperatuur regelen
Interstitiële vloeistof = De vloeistof tussen de cellen. Hier komt de uitwisseling tussen de
bloedplasma en andere stoffen.
Veneuze punctie = Bloed afnemen uit de venen. Dit omdat venen een dunne wand hebben en een
lage druk. --> Geneest makkelijker.
Uitstrijkje van een druppeltje van vinger/teen/hiel. = Maar 1 druppel voor nodig.
Plasma
Bevat plasma-eiwitten, deze worden in de lever gevormd.
• Albuminen = (60%) Transportstoffen (Hormonen, medicijnen)
• Globulinen = (35%) Vervoeren kleine moleculen, antilichamen!
• Fibrinogeen-eiwitten = (4%) Fibrinestrengen --> Vormen bloedstolsel en korstjes)
Erytrocyten
In de lange botten zit rode beenmerg voor het aanmaken van RBC.
Rode bloedcellen hebben geen organellen. Dit voor het opnemen en afgeven van zuurstof en
koolstofdioxide. --> levensduur van ongeveer 120 dagen.
Rode bloedcellen
Eiwitten Hemoglobine Vervoert zuurstof en koolstofdioxide
Haemmolecuul Bevat ijzer en vervoert O2
, Globine Vervoert CO2
IJzertekort staat gelijk aan bloedsarmoede en kan de groei en ontwikkeling beïnvloeden. -->
Probleem in ontwikkelingslanden.
Transferrine Transporteiwit dat ijzer terug naar lever vervoert.
In het beenmerg hergebruik voor de aanmaak van RBC.
Hergebruik van hemoglobine
Helderrood bloed (arteriën, capillairen) = Door zuurstof gebonden.
Donkerrood bloed (Veneus) = Geen zuurstof gebonden.
Afbraak van bloed
Bloedcellen slijten en er is geen reparatie (Geen organellen)
Scheuren, stukgaan van de RBC Hemolyse
Teveel afbraak: Hemoglobinurie
Normaal: Bilirubine uitscheiding in gal en urine (Bruine en gele kleur).
Als dit niet werkt heb je een ophoping van bilirubine (Bijvoorbeeld door galstenen) -->
Icterus/Geelzucht.