Samenvatting bestuursprocesrecht
Week 1 bestuursprocesrecht
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen besluiten of tegen een wettelijk
besluit gelijkgestelde handeling.
Last onder bestuursdwang is een beschikking in de zin van de Awb, dus een
besluit. Tegen dit besluit kan je in bezwaar bij het College van B&W Niet eens,
in beroep bij de rechtbank. Niet eens, in beroep bij afdeling Bezwaar.
PAS-rechtspraak (programma aangepaste stikstof):
- ECLI:NL:RVS:2017:1259.
- ECLI:NL:RVS:2019:1603.
Raad van State: het. Is geen deel van de rechterlijke macht. Wijst geen
‘arresten’, maar ‘uitspraken’.
*Waarom (bestuurs) rechtspraak?
Onafhankelijke en onpartijdige controle op het bestuur en/of beslechting van
geschillen met het bestuur.
- Opkomst van de rechtspraak (19e eeuw);
- Internationale waarborgen (art. 6 EVRM en art. 47 Hv EU);
- De grondwet (art. 17 lid 1);
- Specialisatie.
De grondwet kent geen expliciet recht op toegang tot een bestuursrechter (art.
112 gw).
- Arrest Guldemond/Noordwijkerhoud: dat voor toegang tot de burgerlijke
rechter niet noodzakelijk is dat de aanleiding een civielrechtelijk geding is,
maar de aanlegger stelt dat hij een civielrechtelijk geschil is.
- Art. 1:4 awb.
De wetgever heeft een ongekende vrijheid:
1. De keuze om wel of geen bestuursrechters in te stellen (dit heeft gevolgen
voor de werkzaamheden van de burgerlijke rechter);
2. De keuze om bestuursrechters binnen of buiten de rechterlijke macht in te
stellen;
3. De keuze om bestuursrechter een ruime of beperkte bevoegdheid te geven
(bv. beperken tot enkel appellabele besluiten).
Ontwikkeling van de Nederlandse bestuursrechtspraak:
- Geen geplande ontwikkeling, samenhang door toevalligheden;
- Veel bestuursrechter (tegenwoordig minder);
- Lange tijd een sterkte positie voor het administratief beroep (Benthem-
arrest);
- Beperkte bestuursrechtelijke rechtsmacht; aanvullende rol bestuursrechter.
Een ruzie tussen Loeff en Struycken (1905). Kwamen samen tot de conclusie dat
een rechtsstaat niet compleet was zonder onafhankelijke bestuursrechters.
*Algemene bestuursrechter 1887 (basis GW) – 1905 (ontwerpen Loeff) – 1976
(Wet Arob (ARRvS)) + 1994 invoer awb (instelling ABRvS)
*Bijzondere bestuursrechters 1902 (CRvB) – 1954 (CBb) – 1988 (AGRvS)
*Burgerlijke rechter 1915 (Guldemond/Noordwijkerhoud)
,*Kroonberoep 1861 (algemene regeling in de wet) – 1985 (Benthemarrest)
Huidige stelsel van de bestuursrechtspraak
Uitgangspunten
- Integratie (enkel bij de rechtbanken, dus geen hoger beroep)
- Vereenvoudiging
- Hoofdregel van twee feitelijke instanties
Bestaande knelpunten en te verwachte ontwikkelingen
- Stagnerende integratie aan de top
- Het ‘debacle’ van 2016
- Een zekere berusting in de ‘status quo’
- Inzetten op kwaliteitsverbetering
- Conclusiestelsel, amicus curiae, toetsingsdiscussie (evenredigheid)
, Week 2 bestuursprocesrecht
Bezwaar en administratief beroep, art. 1:5 awb
Lid 1: bezwaar bij zelfde bestuursorgaan.
Lid 2: administratief beroep bij een ander bestuursorgaan. Het gaat om een
voorziening bij een ander bo dan het orgaan dat de bip nam. Deze voorprocedure
geldt enkel als een bijzondere wet het voorschrijft. Administratief beroep als een
hoger bestuursorgaan toezicht moet houden op een lager bestuursorgaan (bv.
binnen de gemeente).
Art. 7:1 lid 1awb: bezwaar = algemeen toepasselijke voorprocedure
Art. 6:13 awb: geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld… (voor
zover van belang) als geen bezwaar is gemaakt.
Slechts als een andere voorprocedure geldt hoeft geen bezwaar te worden
gemaakt.
Functies bezwaarprocedure:
1. Hoofdfuncties: Rechtsbescherming en verlengde besluitvorming.
a. Rechtsbescherming = bezwaar kunnen maken tegen een besluit als
je het er niet mee eens bent.
b. Verlengde besluitvorming = aan de hand van de bezwaarprocedure
kunnen relevante feiten en omstandigheden naar boven komen, die
nog worden meegenomen in de besluitvorming
2. Nevenfuncties: leerfunctie (leren van gemaakte fouten), zeeffunctie
(beperken stroom zaken naar bestuursrechter), verduidelijkingsfunctie
(geschilpunten zijn duidelijk in evt vervolgprocedure).
Kenmerken bezwaarprocedure:
- Art. 6:5 awb: minimumvereisten bezwaarschrift
- Art. 7:11 awb: volledige heroverweging, ex nunc is de situatie van nu
(feiten, wetten en beleid) ex tunc is de situatie van toen
- Bestuursorgaan beslist ex nunc, rechter beslist ex tunc, steeds vaker ex
nunc.
- Art. 7:2 awb: bezwaarmaker wordt gehoord (tenzij uitzondering 7:3)
- Uitkomst: bob (evt wordt deel van bip herroepen, 7:11 lid 2)
- Bob = voorwerp geschil bij bestuursrechter
- Art. 7:1a awb: bezwaarschriftprocedure kan worden overgeslagen als dit bij
voorbaat onzinnig is (dan rechtstreeks beroep, mits bo instemt)
- Er zijn geen vormvereisten via mail mag
Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Awb). Het doel van de
u.o.v. is het in kaart brengen van relevante feiten en belangen voordat een
besluit genomen wordt.
Het belangrijkste verschil tussen bezwaar en u.o.v. is dat de u.o.v. plaatsvindt
vóórdat een bip wordt genomen (en is alleen van toepassing als de bijzondere
wet of het bo het bepaalt, 3:10 lid 1).
Termijnen
Art. 6:7 Awb: termijn voor indienen bezwaar- en beroepschrift is 6 weken
(uitzonderingen, zie bijv 6:12, beroep tegen niet tijdig nemen besluit of in
Vreemdelingenwetgeving) art. 6:8, 6:9, 6:12 awb begin en einde termijn beroep
en bezwaar. Bestuursorganen kunnen soepel zijn en te laat ingediende
bezwaarschriften toch behandelen. Bestuursorgaan toetst tijdigheid
bezwaarschrift niet langer ambtshalve. Consequentie te laat ingediend bezwaar-
Week 1 bestuursprocesrecht
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen besluiten of tegen een wettelijk
besluit gelijkgestelde handeling.
Last onder bestuursdwang is een beschikking in de zin van de Awb, dus een
besluit. Tegen dit besluit kan je in bezwaar bij het College van B&W Niet eens,
in beroep bij de rechtbank. Niet eens, in beroep bij afdeling Bezwaar.
PAS-rechtspraak (programma aangepaste stikstof):
- ECLI:NL:RVS:2017:1259.
- ECLI:NL:RVS:2019:1603.
Raad van State: het. Is geen deel van de rechterlijke macht. Wijst geen
‘arresten’, maar ‘uitspraken’.
*Waarom (bestuurs) rechtspraak?
Onafhankelijke en onpartijdige controle op het bestuur en/of beslechting van
geschillen met het bestuur.
- Opkomst van de rechtspraak (19e eeuw);
- Internationale waarborgen (art. 6 EVRM en art. 47 Hv EU);
- De grondwet (art. 17 lid 1);
- Specialisatie.
De grondwet kent geen expliciet recht op toegang tot een bestuursrechter (art.
112 gw).
- Arrest Guldemond/Noordwijkerhoud: dat voor toegang tot de burgerlijke
rechter niet noodzakelijk is dat de aanleiding een civielrechtelijk geding is,
maar de aanlegger stelt dat hij een civielrechtelijk geschil is.
- Art. 1:4 awb.
De wetgever heeft een ongekende vrijheid:
1. De keuze om wel of geen bestuursrechters in te stellen (dit heeft gevolgen
voor de werkzaamheden van de burgerlijke rechter);
2. De keuze om bestuursrechters binnen of buiten de rechterlijke macht in te
stellen;
3. De keuze om bestuursrechter een ruime of beperkte bevoegdheid te geven
(bv. beperken tot enkel appellabele besluiten).
Ontwikkeling van de Nederlandse bestuursrechtspraak:
- Geen geplande ontwikkeling, samenhang door toevalligheden;
- Veel bestuursrechter (tegenwoordig minder);
- Lange tijd een sterkte positie voor het administratief beroep (Benthem-
arrest);
- Beperkte bestuursrechtelijke rechtsmacht; aanvullende rol bestuursrechter.
Een ruzie tussen Loeff en Struycken (1905). Kwamen samen tot de conclusie dat
een rechtsstaat niet compleet was zonder onafhankelijke bestuursrechters.
*Algemene bestuursrechter 1887 (basis GW) – 1905 (ontwerpen Loeff) – 1976
(Wet Arob (ARRvS)) + 1994 invoer awb (instelling ABRvS)
*Bijzondere bestuursrechters 1902 (CRvB) – 1954 (CBb) – 1988 (AGRvS)
*Burgerlijke rechter 1915 (Guldemond/Noordwijkerhoud)
,*Kroonberoep 1861 (algemene regeling in de wet) – 1985 (Benthemarrest)
Huidige stelsel van de bestuursrechtspraak
Uitgangspunten
- Integratie (enkel bij de rechtbanken, dus geen hoger beroep)
- Vereenvoudiging
- Hoofdregel van twee feitelijke instanties
Bestaande knelpunten en te verwachte ontwikkelingen
- Stagnerende integratie aan de top
- Het ‘debacle’ van 2016
- Een zekere berusting in de ‘status quo’
- Inzetten op kwaliteitsverbetering
- Conclusiestelsel, amicus curiae, toetsingsdiscussie (evenredigheid)
, Week 2 bestuursprocesrecht
Bezwaar en administratief beroep, art. 1:5 awb
Lid 1: bezwaar bij zelfde bestuursorgaan.
Lid 2: administratief beroep bij een ander bestuursorgaan. Het gaat om een
voorziening bij een ander bo dan het orgaan dat de bip nam. Deze voorprocedure
geldt enkel als een bijzondere wet het voorschrijft. Administratief beroep als een
hoger bestuursorgaan toezicht moet houden op een lager bestuursorgaan (bv.
binnen de gemeente).
Art. 7:1 lid 1awb: bezwaar = algemeen toepasselijke voorprocedure
Art. 6:13 awb: geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld… (voor
zover van belang) als geen bezwaar is gemaakt.
Slechts als een andere voorprocedure geldt hoeft geen bezwaar te worden
gemaakt.
Functies bezwaarprocedure:
1. Hoofdfuncties: Rechtsbescherming en verlengde besluitvorming.
a. Rechtsbescherming = bezwaar kunnen maken tegen een besluit als
je het er niet mee eens bent.
b. Verlengde besluitvorming = aan de hand van de bezwaarprocedure
kunnen relevante feiten en omstandigheden naar boven komen, die
nog worden meegenomen in de besluitvorming
2. Nevenfuncties: leerfunctie (leren van gemaakte fouten), zeeffunctie
(beperken stroom zaken naar bestuursrechter), verduidelijkingsfunctie
(geschilpunten zijn duidelijk in evt vervolgprocedure).
Kenmerken bezwaarprocedure:
- Art. 6:5 awb: minimumvereisten bezwaarschrift
- Art. 7:11 awb: volledige heroverweging, ex nunc is de situatie van nu
(feiten, wetten en beleid) ex tunc is de situatie van toen
- Bestuursorgaan beslist ex nunc, rechter beslist ex tunc, steeds vaker ex
nunc.
- Art. 7:2 awb: bezwaarmaker wordt gehoord (tenzij uitzondering 7:3)
- Uitkomst: bob (evt wordt deel van bip herroepen, 7:11 lid 2)
- Bob = voorwerp geschil bij bestuursrechter
- Art. 7:1a awb: bezwaarschriftprocedure kan worden overgeslagen als dit bij
voorbaat onzinnig is (dan rechtstreeks beroep, mits bo instemt)
- Er zijn geen vormvereisten via mail mag
Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Awb). Het doel van de
u.o.v. is het in kaart brengen van relevante feiten en belangen voordat een
besluit genomen wordt.
Het belangrijkste verschil tussen bezwaar en u.o.v. is dat de u.o.v. plaatsvindt
vóórdat een bip wordt genomen (en is alleen van toepassing als de bijzondere
wet of het bo het bepaalt, 3:10 lid 1).
Termijnen
Art. 6:7 Awb: termijn voor indienen bezwaar- en beroepschrift is 6 weken
(uitzonderingen, zie bijv 6:12, beroep tegen niet tijdig nemen besluit of in
Vreemdelingenwetgeving) art. 6:8, 6:9, 6:12 awb begin en einde termijn beroep
en bezwaar. Bestuursorganen kunnen soepel zijn en te laat ingediende
bezwaarschriften toch behandelen. Bestuursorgaan toetst tijdigheid
bezwaarschrift niet langer ambtshalve. Consequentie te laat ingediend bezwaar-