100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Overig

Leerdoelen Functioneel Trainen jaar 1 Semester 1 2023/2024

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
8
Geüpload op
23-01-2024
Geschreven in
2023/2024

In dit document zijn alle leerdoelen verwerkt en beantwoord.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 januari 2024
Aantal pagina's
8
Geschreven in
2023/2024
Type
Overig
Persoon
Onbekend

Onderwerpen

  • leerdoelen

Voorbeeld van de inhoud

Leerdoelen Functioneel trainen
Lesweek 3:
 Functie stretchen: mobiliteit of ROM vergroten. Het beste is om pas te stretchen
als je een warming-up hebt gedaan.

Lesweek 4:
4 beweegfamilies:
1. Push: agonist: pectoralis major, triceps brachii.
Sinergist: Deltoidius.
Stabilisator: rectus abdominis, M. Transversus, erector spinae, quadriceps.
2. Pull: agonist: latissimus dorsi, biceps brachii.
Sinergist: Deltoidius, pars spiralis(achterkant schouder), M.trapezius(traps),
romboiidius, teres major, teres minor.
Stabilisator: rectus abdominis, M. Transversus, erector spinae.
3. Kniestrekking: agonist: quadriceps femoris.
Sinergist: hamstrings, gluteus maximus.
Stabilisator: rectus abdominis, M. Transversus, erector spinae.
4. Heupstrekking: agonist: hamstrings, gluteus maximus.
Sinergist: quadriceps femoris.
Stabilisator: rectus abdominis, M. Transversus, erector spinae.

Lesweek 5:
Sliding filament theory: spiercontractie. Een spiervezel bestaat uit myofibrillen. Een myofibril
bestaat weer uit sarcomeren. De sarcomeer zorgt voor het verkorten van een spier. Als je een
spier aanspant komen de Actine filamenten dichter bij elkaar. Als een spier verlengt gaat de
actine weer uit elkaar.
Type spiercontracties er zijn: concentrisch, excentrisch en isometrisch.
Bij concentrisch wordt er kracht geleverd en wordt de spier korter. Bij excentrisch wordt er
ook kracht geleverd maar wordt de spier langer. Bij isometrisch wordt er ook kracht geleverd
maar blijft de spier even lang.
Kracht-snelheidsrelatie: hoe meer kracht gebruikt moet worden des te langzamer het
gewicht bewogen zal worden.
Kracht-lengterelatie: elke spier heeft een bepaalde lengte waarop deze de meeste kracht kan
leveren.
Spierkracht: maximale gewicht dat iemand in 1 keer kan tillen.
Spieruithoudingsvermogen: mogelijkheid spier op herhaalde spieractiviteit of statische
activiteit vol te houden.
Aeroob vermogen: hoogste zuurstofopname die een individu kan bereiken tijdens langdurige
dynamische arbeid met grote spiergroepen, bv een kilometer rennen.

, Anaeroob vermogen: maximale hoeveelheid ATP die anaeroob geproduceerd kan worden.
Vormen krachttraining: maximale krachttraining, hypertrofie, spieruithoudingsvermogen.
Hypertrofie: hypertrofie is een toename van spiermassa als gevolg van vergroting van
afzonderlijke spiervezels: dus een spierbundel bestaat uit individuele spiervezels, 1 zo’n vezel
heeft een bepaalde dwarsdoorsnede en deze kan groter worden.
Spieratrofie: bij langdurige inactiviteit wordt de spier niet gestimuleerd en zal daardoor
kleiner worden.
Er zijn 2 soorten hypertrofie:
1. Acute hypertrofie(schijnhypertrofie): toename in spieromvang tijdens en direct na
een inspanningsperiode, dit is het gevolg van vloeistofophoping in de spier. Deze
vloeistof is afkomstig van het bloedplasma en keert relatief snel na inspanning terug
naar het bloed.
2. Chronische hypertrofie: toename in spieromvang als gevolg van langdurige
krachttraining, hier streven de meeste mensen naar. Het gaat hier om een toename in
omvang van de afzonderlijke spiervezels.
Veranderen van vezeltype: er kan op vezeltype getraind worden door middel van heel
explosief trainen of op duur trainen. Hogere weerstrand leidt ook tot meer type 2 vezels.

Lesweek 6:
Fascia: fascia is eigenlijk een ander woord voor bindweefsel, het is een heel dun laagje dat
tussen of rond spieren, spiergroepen, botten, gewrichten en lichaamsholtes zit.
Rol van fascia: fascia zorgt ervoor dat vocht kan worden vastgehouden, spieren kunnen dit
vocht weer dan gebruiken(zodat ze bv niet uitdrogen).
3 voorbeelden waar je fascia kan vinden: rectus abdominis, latissimus dorsi, quadriceps
femoris.
Rol van vocht in fascia: de vocht in de fascia zorgt voor hydratatie en veerkracht en
signaaloverdracht.
Wat zijn consequenties als de fascia onvoldoende functioneert: beperkte mobiliteit en
flexibiliteit, pijn en ongemak, hogere kans op blessures,
Wat is het effect van bewegen op je fascia: versterking van spieren, verbeterde
bloedomloop.



Lesweek 7
Term spanning: over een bepaalde ROM een spier kan activeren en ook spanning kan
houden, dat je kan voelen dat een spier actief is.
Term positie: het doel is leidend, ondanks of er spanning op staat.
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
tristanberg11

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
tristanberg11 Hogeschool InHolland
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
1
Laatst verkocht
10 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen