Examenvoorbereiding
Pedagogische-didactische
vorming (deel) 1
1 Ontwikkelingspsychologie: handboek: ‘Groot worden’
1.1 Hoofdstuk 1: inleiding (pagina 12-38)
1.1.1De ontwikkeling van het kind gewikt en gewogen
1.1.1.1 Waarom gebruiken we dit handboek?
- Elke leeftijd heeft specifieke eigenschappen, waarmee je rekening moet houden bij
het begeleiden en omgaan met kinderen.
- Door inzicht te krijgen in de verschillende ontwikkelingsfase kan je afwijkende
ontwikkeling tijdig opsporen.
1.1.1.2 Wat is ontwikkeling?
- Ontwikkeling = het veranderen van een aanwezige structuur. Deze structuur
ontwikkelt, ontvouwt en ontplooit zich gedurende de hele levenscyclus. Je leert
nieuwe mogelijkheden verwerven, maar kan ook bepaalde functies/vaardigheden
verliezen. De ontwikkeling is een proces met geleidelijke veranderingen dat niet
herhaalbaar zijn.
1.1.1.3 Wat is (ontwikkelings)psychologie?
- Psychologie = De wetenschap die het innerlijke leven en het gedrag van de mens
bestudeert. Deze wetenschap kent verschillende onderverdelingen.
- Ontwikkelingspsychologie = De wetenschap die de ontwikkelingen van het gedrag,
het denken en het beleven van mensen in de verschillende levensfasen bestudeert.
1.1.1.4 Hoe ontstaat ontwikkeling?
- Ontwikkelingsfactoren (beïnvloeden elkaar)
o Nature = De (erfelijke) aanleg/eigenschappen waarmee het kind geboren
wordt.
Manifest aanwezig (direct observeerbaar)
Latent aanwezig (nog onzichtbaar)
o Nuture = De omgeving die een actieve invloed uitoefent op je ontwikkeling.
o Zelfbepaling = Zelf de doelen kiezen in je leven. Je bepaalt zelf wat het leven
zinvol maakt.
1
,1.1.1.5 Het handboek in een notendop
- Het boek probeert de horizontale (ontwikkelingsfase) en de verticale
(ontwikkelingsdomeinen of ontwikkelingsgebieden) samenhang te vertalen naar
leerkrachten, opvoeders en verzorgers.
1.2 Hoofdstuk 3: De baby (0-18 maanden) (pagina 68-115)
1.2.1De motorische ontwikkeling
1.2.1.1 Geef de 5 fasen van de motorische ontwikkeling bij
baby’s.
- Het kijkstadium (0-3 maanden)
o Observeren en volgen
o Beperkte volgbewegingen mogelijkheid om hoofd en de romp te bewegen
- Het grijpstadium (3-6 maanden)
o Grijpen van voorwerpen om de wereld te leren kennen
o Grijpreflex wordt steeds doelgerichter
o Handgreep (6 maanden) tangreep (1 jaar)
Handgreep = volle hand
Tanggreep (1 jaar) = met verschillende vingers
o Rollen (buik-rug-buik)
- Het zitstadium (6-9 maanden)
o Gaan zitten vanuit een willekeurige positie
- Het kruipstadium (9-12 maanden)
o Hoofd en bovenlichaam optillen
o Stevigheid in armspieren, buikspieren en rugspieren verwerven
o Evenwicht behouden
o Vlot kruipen (10 maanden)
- Het loopstadium (12-15 maanden)
o Overeindhouden met en zonder hulp
o Rechttrekken en zonder steun staan
o Stappen aan de hand of vasthoudend aan het meubilair
o Zelfstandig stappen (13 -15 maanden)
2
, Grote individuele verschillen
1.2.1De tekenontwikkeling
1.2.1.1 Beschrijf de kenmerken van de tekenontwikkeling bij
een baby.
- Handgreep en tanggreep
o Potlood/pen vastpakken
- Ongericht kribbelen (1 jaar)
o Waaiervormige krassen, krabbels en cirkels
o Kind wil nog niet voorstellen/representeren
o Bewegingsspel
o Noodzakelijk voor ontwikkeling
Bereid voor op lezen en schrijven
1.2.2De perceptuele ontwikkeling
1.2.2.1 Geef de kenmerken van de zintuigen van een baby.
-
Zien
o Lichtgevoelig en kleuren zwak waarnemen (pasgeboren)
o Objecten waarnemen op 25 cm afstand (1 week)
o Zicht als volwassenen (3 tot 4 maanden)
Voorkeur bewegende beelden en gezichten
Contrast is belangrijk
Experiment van white
o Perceptuele constantie = De wereld wordt niet als een chaos ervaren, maar
als een gestructureerd en samenhangend geheel.
o Diepteperspectief (afhankelijk van kind tot kind, meestal in de kruipfase)
2 Visual cliff proef
- Horen
o Stemmen onderscheiden
Voorkeuren
Menselijke stemmen
Stemmen van vrouwen
Eigen moedertaal
Hoge tonen
o Moeilijk achtergrondgeluid en geluid dat voor hen bestemd is onderscheiden
- Ruiken en proeven
o Voorkeur voor zoete geuren/vloeistoffen
o Borst van moeder vinden
3 signalen
Warmte
Aanraking met tepel
3
, Geur
- Voelen
o Tastervaringen
Warmte
Kou
Pijn
Druk
o De mond is tastorgaan
2.1.1.1 Waarom is een omgeving waarin de zintuigen
gestimuleerd worden belangrijk?
- Twee soorten reacties op prikkels
o Oriënterende respons = Een verhoogde alertheid. De baby richt zich naar de
bron van de stimulatie.
o Defensieve respons = Het kind trekt zich terug van de prikkels. Dit kan komen
door de gewenning of habituatie aan prikkels.
2.1.2De seksuele ontwikkeling
2.1.2.1 Wat is kinderseksualiteit?
- Kinderseksualiteit = Ontdekken van het eigen lichaam en de daarbij horende
gevoelens.
3 Huidcontact, speciale gevoelens voor personen
3.1.1.1 Hoe gaat de seksuele ontwikkeling volgens Freud?
4
Pedagogische-didactische
vorming (deel) 1
1 Ontwikkelingspsychologie: handboek: ‘Groot worden’
1.1 Hoofdstuk 1: inleiding (pagina 12-38)
1.1.1De ontwikkeling van het kind gewikt en gewogen
1.1.1.1 Waarom gebruiken we dit handboek?
- Elke leeftijd heeft specifieke eigenschappen, waarmee je rekening moet houden bij
het begeleiden en omgaan met kinderen.
- Door inzicht te krijgen in de verschillende ontwikkelingsfase kan je afwijkende
ontwikkeling tijdig opsporen.
1.1.1.2 Wat is ontwikkeling?
- Ontwikkeling = het veranderen van een aanwezige structuur. Deze structuur
ontwikkelt, ontvouwt en ontplooit zich gedurende de hele levenscyclus. Je leert
nieuwe mogelijkheden verwerven, maar kan ook bepaalde functies/vaardigheden
verliezen. De ontwikkeling is een proces met geleidelijke veranderingen dat niet
herhaalbaar zijn.
1.1.1.3 Wat is (ontwikkelings)psychologie?
- Psychologie = De wetenschap die het innerlijke leven en het gedrag van de mens
bestudeert. Deze wetenschap kent verschillende onderverdelingen.
- Ontwikkelingspsychologie = De wetenschap die de ontwikkelingen van het gedrag,
het denken en het beleven van mensen in de verschillende levensfasen bestudeert.
1.1.1.4 Hoe ontstaat ontwikkeling?
- Ontwikkelingsfactoren (beïnvloeden elkaar)
o Nature = De (erfelijke) aanleg/eigenschappen waarmee het kind geboren
wordt.
Manifest aanwezig (direct observeerbaar)
Latent aanwezig (nog onzichtbaar)
o Nuture = De omgeving die een actieve invloed uitoefent op je ontwikkeling.
o Zelfbepaling = Zelf de doelen kiezen in je leven. Je bepaalt zelf wat het leven
zinvol maakt.
1
,1.1.1.5 Het handboek in een notendop
- Het boek probeert de horizontale (ontwikkelingsfase) en de verticale
(ontwikkelingsdomeinen of ontwikkelingsgebieden) samenhang te vertalen naar
leerkrachten, opvoeders en verzorgers.
1.2 Hoofdstuk 3: De baby (0-18 maanden) (pagina 68-115)
1.2.1De motorische ontwikkeling
1.2.1.1 Geef de 5 fasen van de motorische ontwikkeling bij
baby’s.
- Het kijkstadium (0-3 maanden)
o Observeren en volgen
o Beperkte volgbewegingen mogelijkheid om hoofd en de romp te bewegen
- Het grijpstadium (3-6 maanden)
o Grijpen van voorwerpen om de wereld te leren kennen
o Grijpreflex wordt steeds doelgerichter
o Handgreep (6 maanden) tangreep (1 jaar)
Handgreep = volle hand
Tanggreep (1 jaar) = met verschillende vingers
o Rollen (buik-rug-buik)
- Het zitstadium (6-9 maanden)
o Gaan zitten vanuit een willekeurige positie
- Het kruipstadium (9-12 maanden)
o Hoofd en bovenlichaam optillen
o Stevigheid in armspieren, buikspieren en rugspieren verwerven
o Evenwicht behouden
o Vlot kruipen (10 maanden)
- Het loopstadium (12-15 maanden)
o Overeindhouden met en zonder hulp
o Rechttrekken en zonder steun staan
o Stappen aan de hand of vasthoudend aan het meubilair
o Zelfstandig stappen (13 -15 maanden)
2
, Grote individuele verschillen
1.2.1De tekenontwikkeling
1.2.1.1 Beschrijf de kenmerken van de tekenontwikkeling bij
een baby.
- Handgreep en tanggreep
o Potlood/pen vastpakken
- Ongericht kribbelen (1 jaar)
o Waaiervormige krassen, krabbels en cirkels
o Kind wil nog niet voorstellen/representeren
o Bewegingsspel
o Noodzakelijk voor ontwikkeling
Bereid voor op lezen en schrijven
1.2.2De perceptuele ontwikkeling
1.2.2.1 Geef de kenmerken van de zintuigen van een baby.
-
Zien
o Lichtgevoelig en kleuren zwak waarnemen (pasgeboren)
o Objecten waarnemen op 25 cm afstand (1 week)
o Zicht als volwassenen (3 tot 4 maanden)
Voorkeur bewegende beelden en gezichten
Contrast is belangrijk
Experiment van white
o Perceptuele constantie = De wereld wordt niet als een chaos ervaren, maar
als een gestructureerd en samenhangend geheel.
o Diepteperspectief (afhankelijk van kind tot kind, meestal in de kruipfase)
2 Visual cliff proef
- Horen
o Stemmen onderscheiden
Voorkeuren
Menselijke stemmen
Stemmen van vrouwen
Eigen moedertaal
Hoge tonen
o Moeilijk achtergrondgeluid en geluid dat voor hen bestemd is onderscheiden
- Ruiken en proeven
o Voorkeur voor zoete geuren/vloeistoffen
o Borst van moeder vinden
3 signalen
Warmte
Aanraking met tepel
3
, Geur
- Voelen
o Tastervaringen
Warmte
Kou
Pijn
Druk
o De mond is tastorgaan
2.1.1.1 Waarom is een omgeving waarin de zintuigen
gestimuleerd worden belangrijk?
- Twee soorten reacties op prikkels
o Oriënterende respons = Een verhoogde alertheid. De baby richt zich naar de
bron van de stimulatie.
o Defensieve respons = Het kind trekt zich terug van de prikkels. Dit kan komen
door de gewenning of habituatie aan prikkels.
2.1.2De seksuele ontwikkeling
2.1.2.1 Wat is kinderseksualiteit?
- Kinderseksualiteit = Ontdekken van het eigen lichaam en de daarbij horende
gevoelens.
3 Huidcontact, speciale gevoelens voor personen
3.1.1.1 Hoe gaat de seksuele ontwikkeling volgens Freud?
4