Psychologie, sociologie en gezondheidspsychologie
Psychologie, een inleiding
H7.1.3 Infancy: verder bouwen op de neonatale blauwdruk
Hechting
Deze relatie is vooral belangrijk omdat zij de basis legt voor alle andere hechte relaties in
iemands leven.
Inprenting het fenomeen dat sommige pasgeboren diersoorten zich sterk aangetrokken
voelen tot het eerste bewegende object of individu die ze zien.
Er zijn verschillende soorten hechtingsstijlen:
veilige hechting: veilig gehechte kinderen zijn ontspannen en op hun gemakt met
hun verzorgers en verdroegen vreemden en nieuwe ervaringen of waren daar zelfs in
geïnteresseerd. Als ze van hun verzorgers worden gescheiden raakten ze van streek,
maar zodra de verzorger terugkeerde kwalmeren ze gemakkelijk.
Onveilige hechting:
o Angstig-ambivalent gehecht: de kinderen willen contact met hun verzorger,
huilden van angst en woede als ze van hun verzorger worden gescheiden en
zijn moeilijk te troosten, zelfs als de verzorger terugkeert.
o Angstig-vermijdend gehecht: de kinderen zijn niet geïnteresseerd in
contact, geven geen blijk van verdriet wanneer ze van hun verzorger worden
gescheiden en tonen geen duidelijke blijdschap wanneer de verzorger
terugkeert.
Datgene wat het kind bij de eerste relatie met de verzorger leert te verwachten, bepaalt hoe
latere relaties worden waargenomen en geïnterpreteerd. Kinderen met een veilige hechting
zijn meestal beter aangepast en gaan gemakkelijk met anderen om, terwijl angstig-
ambivalent gehechte kinderen vaak wantrouwige volwassenen worden. Kinderen met een
angstig-vermijdende hechting hebben de minste kans om hechte emotionele relaties met
andere aan te gaan.
Kinderen zie een veilige hechtingsstijl ontwikkelen, beschouwen de wereld als interessant en
vol nieuwe ervaringen die kunnen worden verkend. Doordat ze weten dat de primaire
verzorger een ‘veilige basis’ biedt van waaruit de wereld kan worden verkend, ontwikkelen
deze zuigelingen zich tot kinderen die zich in nieuwe situaties op hun gemak voelen en over
avontuurlijke en veerkrachtige geest beschikken.
Psychologie, een inleiding
H7.2.3 sociale en emotionele ontwikkeling
Temperament de karakteristieke manier waarop een individu reageert en zich gedraag; is
vermoedelijk sterk genetisch bepaald. Binnen de grenzen van zijn of haar temperament kan
het kind nog wel beïnvloed worden.
Autoritaire ouders eisen conformiteit en gehoorzaamheid en ze tolereren weinig discussie
over regels, naleving van regels die ze afdwingen door het geven van straf of door het
dreigen met straf. Autoritatieve ouders zijn ook veeleisend. Deze ouders hebben hoge
verwachtingen van hun kinderen en verbinden consequenties aan de mate waarin deze
verwachtingen uitkomen. Wel zijn ze bereid om naar de ideeën en gevoelens van et kind te
luisteren en stimuleren vaak een democratische sfeer in het gezing. Permissieve ouders
stellen weinig regels en staan de kinderen toe hun eigen beslissingen te nemen.
Onverschillige ouders zijn meestal onverschillig of afwijzend, soms zelfs in de mate dat er
sprake is van verwaarlozing of mishandeling. Kinderen autoratieve ouders zijn over het
algemeen gelukkiger, minder lastig en succesvoller. Kinderen met permissieve of niet-
betrokken ouders zijn meestal minder volwassen, impulsiever, afhankelijjker en veeleisender.
Kinderen met autoritaire ouders zijn meestal nerveus en onzeker.
1
Psychologie, een inleiding
H7.1.3 Infancy: verder bouwen op de neonatale blauwdruk
Hechting
Deze relatie is vooral belangrijk omdat zij de basis legt voor alle andere hechte relaties in
iemands leven.
Inprenting het fenomeen dat sommige pasgeboren diersoorten zich sterk aangetrokken
voelen tot het eerste bewegende object of individu die ze zien.
Er zijn verschillende soorten hechtingsstijlen:
veilige hechting: veilig gehechte kinderen zijn ontspannen en op hun gemakt met
hun verzorgers en verdroegen vreemden en nieuwe ervaringen of waren daar zelfs in
geïnteresseerd. Als ze van hun verzorgers worden gescheiden raakten ze van streek,
maar zodra de verzorger terugkeerde kwalmeren ze gemakkelijk.
Onveilige hechting:
o Angstig-ambivalent gehecht: de kinderen willen contact met hun verzorger,
huilden van angst en woede als ze van hun verzorger worden gescheiden en
zijn moeilijk te troosten, zelfs als de verzorger terugkeert.
o Angstig-vermijdend gehecht: de kinderen zijn niet geïnteresseerd in
contact, geven geen blijk van verdriet wanneer ze van hun verzorger worden
gescheiden en tonen geen duidelijke blijdschap wanneer de verzorger
terugkeert.
Datgene wat het kind bij de eerste relatie met de verzorger leert te verwachten, bepaalt hoe
latere relaties worden waargenomen en geïnterpreteerd. Kinderen met een veilige hechting
zijn meestal beter aangepast en gaan gemakkelijk met anderen om, terwijl angstig-
ambivalent gehechte kinderen vaak wantrouwige volwassenen worden. Kinderen met een
angstig-vermijdende hechting hebben de minste kans om hechte emotionele relaties met
andere aan te gaan.
Kinderen zie een veilige hechtingsstijl ontwikkelen, beschouwen de wereld als interessant en
vol nieuwe ervaringen die kunnen worden verkend. Doordat ze weten dat de primaire
verzorger een ‘veilige basis’ biedt van waaruit de wereld kan worden verkend, ontwikkelen
deze zuigelingen zich tot kinderen die zich in nieuwe situaties op hun gemak voelen en over
avontuurlijke en veerkrachtige geest beschikken.
Psychologie, een inleiding
H7.2.3 sociale en emotionele ontwikkeling
Temperament de karakteristieke manier waarop een individu reageert en zich gedraag; is
vermoedelijk sterk genetisch bepaald. Binnen de grenzen van zijn of haar temperament kan
het kind nog wel beïnvloed worden.
Autoritaire ouders eisen conformiteit en gehoorzaamheid en ze tolereren weinig discussie
over regels, naleving van regels die ze afdwingen door het geven van straf of door het
dreigen met straf. Autoritatieve ouders zijn ook veeleisend. Deze ouders hebben hoge
verwachtingen van hun kinderen en verbinden consequenties aan de mate waarin deze
verwachtingen uitkomen. Wel zijn ze bereid om naar de ideeën en gevoelens van et kind te
luisteren en stimuleren vaak een democratische sfeer in het gezing. Permissieve ouders
stellen weinig regels en staan de kinderen toe hun eigen beslissingen te nemen.
Onverschillige ouders zijn meestal onverschillig of afwijzend, soms zelfs in de mate dat er
sprake is van verwaarlozing of mishandeling. Kinderen autoratieve ouders zijn over het
algemeen gelukkiger, minder lastig en succesvoller. Kinderen met permissieve of niet-
betrokken ouders zijn meestal minder volwassen, impulsiever, afhankelijjker en veeleisender.
Kinderen met autoritaire ouders zijn meestal nerveus en onzeker.
1