Samenvatting week 1
De student kan de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel beschrijven:
De blastocyt ontwikkelt zich tot embryoblast (epiblast = ectoderm en
hypoblast = endoderm) en trofoblast. Het notochord gaat stoffen
uitscheiden waardoor uit het ectoderm de neurale buis gevormd gaat
worden. Ook gaat het paraxiale mesoderm zich ontwikkelen waardoor de
neuro-ectodermcellen gaan krommen. Uiteindelijk vindt er fusie plaats en is
de neurale buis gesloten. De sluiting begint op dag 22 bij de eerste vijf
somieten (cervicale wervels). Van daar gaat de sluiting verder naar boven en
onder. Op dag 27 sluit de sluiting aan de caudale zijde.
Bij de neurale buis zitten ook neurale lijstcellen. Hieruit ontwikkelen de:
- Cellen in sensibele en autonome ganglia
- Perifere gliacellen
- Zachte hersenvliescellen (pia mater)
Uit de somieten ontstaan dermatomen (huid), myotomen (spieren) en
sclerotomen (wervels). De innervatie is gebaseerd op de segmentale
organisatie van de somieten. Elke dermatoom wordt geinnerveerd door een
spinale zenuw afkomstig vanuit hetzelfde niveau. Bij spieren is de
gesegmenteerde organisatie minder goed te zien omdat spieren uit
meerdere myotomen ontstaan.
De wervels ontstaan uit de sclerotomen. Het ventrale deel van de
sclerotoom vormt het wervellichaam en het dorsale deel de wervelboog.
Aan de craniale zijde van de neurale buis ontstaan eerst drie hersenblaasjes.
Dit zijn:
- Prosencephalon
- Mesencephalon
- Rhombencephalon
Er zijn ook enkele krommingen. Na deze krommingen is er sprake van vijf hersenblaasjes. De
kromming aan de voorzijde van de hersenen is de flexura cranialis na het prosencephalon bij het
mesencephalon. De flexura pontis vindt plaats bij de rhombencephalon. De flexura cranialis is bij het
metencephalon. Na de krommingen zijn er vijf hersenblaasjes:
- Telencephalon lateraal ventrikel
- Diencephalon derde ventrikel
- Mesencephalon aquaductus cerebri
- Metencephalon vierde ventrikel
- Myelencephalon vierde ventrikel
,2 Samenvatting week 1 – ZHB I
• Het telencephalon gaat de cerebrale hemisferen vormen. Door rotatie van het telencephalon
ontstaan sulci en gyri. De groei is van achteren naar voren. De laterale ventrikels met de
plexus choroideus wat voor de aanmaak van liquor zorgt, ontstaan ook uit het telencephalon.
• Vanuit het diencephalon ontstaat de thalamus, de subthalamus, hypothalamus en
epithalamus (epifyse). Ook ontstaan het chiasma opticum en de nervus opticus en het 3e
ventrikel met de plexus choroideus uit het diencephalon. De neurohypofyse wordt gevormd
uit het diencephalon, de adenohypofyse uit het ectoderm.
• Uit het metencephalon ontstaan de pons en het cerebellum.
• Uit het myelencephalon ontstaat de medulla oblongata. Ook wordt in de 4e ventrikel de
plexus choroideus gevormd, wat zorgt voor de aanmaak van liquor.
Hersenstam: pons (2), medulla (3) en mesencephalon (1).
, 3 Samenvatting week 1 – ZHB I
Er kunnen ook dingen mislukken bij de sluiting van de neurale buis. Een voorbeeld hiervan is spina
bifida. Een spina bifida occulta is gesloten door de huid en houdt in dat de wervels niet geheel
gesloten zijn. Dit hoeft niet per se klachten te geven. Soms groeit er een pluk haar op de plek waar de
wervels onvolgroeid zijn.
Een spina bifidia aperta is ernstiger van aard. Er zijn meerdere gradaties in spina bifida aperta te
onderscheiden:
- Meningocele: er stulpen alleen vliezen uit de opening van het ruggenmerg. Vaak is er een
(dun) laagje huid aanwezig.
- Meningomyelocele: er stulpen ook wortels van neuronen uit de opening van het
ruggenmerg. Vaak is er nog wel een (dun) laagje huid aanwezig.
- Myeloschisis: hierbij ligt het zenuwweefsel volledig bloot en wordt door niets beschermd. Dit
is de meest ernstige variant.
Bij spina bifida ontstaat vaak ook een hydrocephalus. Dit kan doordat het cerebellum iets afzakt naar
achteren zodat het achterhoofdsgat geblokkeerd wordt. = chiari malformatie. Hierdoor kan de liquor
niet meer circuleren en hoopt het op in het hoofd.