100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Antwoorden

Uitwerkingen werkcollege opdrachten Schenk-, erf, overdrachtbelasting en estate planning

Beoordeling
3,8
(18)
Verkocht
14
Pagina's
35
Geüpload op
18-03-2018
Geschreven in
2018/2019

Dit zijn de complete uitwerkingen van de werkcollegeopdrachten van het vak schenk-, erf, overdrachtsbelasting en estate planning.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
18 maart 2018
Bestand laatst geupdate op
7 april 2018
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2018/2019
Type
Antwoorden
Persoon
Onbekend

Voorbeeld van de inhoud

SCHENK-, ERF-, OVERDRACHTSBELASTING EN ESTATE PLANNING
WERKCOLLEGE OPDRACHT WEEK 1

CASUS 1
Peter en Annemarie gaan in de zomer van 2018 trouwen. Ze willen dat de algehele
gemeenschap van goederen van toepassing is en hebben daarvoor de benodigde
maatregelen getroffen bij de notaris. Peter bezit een mooi bedrijfspand in Utrecht en
Annemarie heeft een vakantiehuisje in Drenthe. Hun eigen woning in Rotterdam is
gezamenlijk eigendom (50/50).

Vraag 1
Wat zijn de gevolgen voor de overdrachtsbelasting wanneer Peter en Annemarie in het huwelijk
treden?
In beginsel is er een verkrijging. Peter en Annemarie willen namelijk een algehele gemeenschap
van goederen willen, waardoor de bedrijfspand, het huisje in Drenthe en de eigen woning in
Rotterdam allemaal in de boedel vallen. Peter krijgt dan 50% van het huisje in Drenthe en
Annemarie krijgt 50% van het pand. Er is dus een belastbaar feit in de zin van art. 2 WBvR. Er is
dus een boedelmenging. In art. 3 lid 1 sub a staat dat een verkrijging krachtens boedelmenging
geen verkrijging is voor de overdrachtsbelasting. Er zijn dus geen gevolgen voor de
overdrachtsbelasting.

Vraag 2
Stel nu dat het huwelijk van Peter en Annemarie geen succes blijkt te zijn en het een paar
jaar later wordt ontbonden door echtscheiding. Ze komen met elkaar overeen dat de
gezamenlijke woning in Rotterdam en het bedrijfspand in Utrecht aan Annemarie worden
toebedeeld en dat Peter het vakantiehuisje in Drenthe toekomt.

Wat zijn de gevolgen voor de overdrachtsbelasting van de echtscheiding?
Eerst hadden ze ieder recht op de helft van alle onroerende zaken. Na de scheiding krijgt
Annemarie de eigen woning en het pand. Peter krijgt het huisje. Er is dus in beginsel in verkrijging
in de zin van art. 2 WBvR. Er is dan sprake van een verdeling van een huwelijksgemeenschap. In
art. 3 lid 1 sub b staat dat het geen verkrijging is voor de overdrachtsbelasting.

CASUS 2
Ruud en Quinten zijn ieder voor de onverdeelde helft gerechtigd tot een grote botenloods,
waar diverse vaartuigen van derden worden gestald. Zij hebben de loods krachtens erfrecht
verkregen door het overlijden van hun vader. De waarde in het economisch verkeer van de
loods bedraagt
€ 1.200.000. Ruud heeft wat andere beleggingsmogelijkheden op het oog en wil daarvoor
wat geld vrijmaken. Hij komt met Quinten overeen dat de verhouding van hun
deelgerechtigdheid aldus gewijzigd wordt dat Ruud voor 25% en Quinten voor 75%
gerechtigd zal zijn tot de loods. Daarbij spreken ze af dat Quinten een bedrag van € 250.000
zal voldoen aan Ruud.

Wat zijn de gevolgen voor de overdrachtsbelasting van het voorgaande?
Eerst hadden ze ieder 50/50, nu willen ze 25/75-verdeling. Er is een wijziging van het economische
eigendom. Quinten is nu namelijk 75% gerechtigd. Er is dus in beginsel in belastbaar feit in de zin
van art. 2. Het gaat hier echter niet om een verdeling van een nalatenschap in de zin van art. 3 lid
1 sub b WBvR. Voor het begrip verdeling geldt het civielrechtelijke begrip uit art. 3:182. Er is alleen
sprake van verdeling als een van de deelgenoten uitgesloten wordt van het te verdelen zaak. In
deze casus wordt Ruus niet uitgesloten van de loods. Er is enkel een onderlinge wijziging van
verhouding. Er is hier dus geen sprake van verdeling. Daarom is het geen uitgezonderde
verkrijging van art. 3 lid 1 sub b. Er is dus gewoon een belastbaar feit van art. 2. De maatstaf van
heffing staat in art. 9 jo. art. 52. De maatstaf van heffing is de waarde van de onroerende zaak,

, maar tenminste de tegenprestatie. De waarde is de WEV. Hier is de waarde €300.000 en de
tegenprestatie €250.000. Dus de maatstaf van heffing is €300.000. Het tarief is 6% op grond van
art. 14 lid 1. De overdrachtsbelasting is dan €18.000.

CASUS 3
In de zomer van 2005 heeft Sander een mooie vakantiewoning in ’t Groene Hart in eigendom
verkregen voor een koopsom van € 250.000. De woning wordt in september 2005 aan hem
geleverd. Enkele jaren later wil hij de woning verkopen. Op 4 januari 2013 draagt Sander de
economische eigendom van de vakantiewoning daartoe over aan koper Leon. De woning
heeft dan een waarde in het economische verkeer van € 425.000. Op 20 september 2018
draagt Sander ook de juridische eigendom van de woning over aan Leon. De waarde in het
economische verkeer van de onroerende zaak bedraagt dan € 550.000.

Vraag 1
Wat zijn de gevolgen voor de overdrachtsbelasting ter zake van de verkrijgingen door Leon?
Op 4 januari wordt de economische eigendom aan Leon overgedragen. Dit is op grond van art. 2
lid 2 een belastbaar feit, waarover er dus overdrachtsbelasting verschuldigd is. De
heffingsmaatstaf staat in art. 9 jo. art. 52, namelijk de WEV van de onroerende zaak. Dat is hier
€425.000. Daarover wordt op grond van art. 14 lid 2 2% belasting over geheven, dus €8.500.
Op 20 september wordt vervolgens ook de juridische eigendom overgedragen aan Leon. Er is dus
in beginsel sprake van een belastbaar feit van art. 2. Er is sprake van een opvolgende verkrijging
door dezelfde persoon, namelijk Leon. Op grond van art. 9 lid 4 wordt de heffingsmaatstaf dus
verminderd met het bedrag waarover hij al eerder overdrachtsbelasting heeft betaald. Hij betaalt
dus nog maar overdrachtsbelasting over €550.000 – €425.000 = €125.000. Daarover betaalt hij
2% op grond van art. 14 lid 2, dus €2.500.

Vraag 2
Hoe luidt het antwoord als Manon op 20 september 2018 niet de juridische eigendom verkrijgt van
Sander, maar de economische eigendom juist weer overdraagt aan hem?
In beginsel is er een belastbaar feit van art. 2. De maatstaf van heffing is op grond van art. 9 jo.
art. 52 de WEV. Als Leon weer de economische eigendom overdraagt aan Sander, is strikt
genomen art. 9 lid 4 niet van toepassing, aangezien het niet gaat om een opvolgende verkrijging
door dezelfde persoon. Bij Besluit van 22 februari 2017 is daarom goedgekeurd dat Sander bij de
terugverkrijging van de economische eigendom op de waarde daarvan in aftrek kan brengen het
bedrag waarover ten laste van hem overdrachtsbelasting of omzetbelasting is geheven bij de
juridische verkrijging door hem. Hij mag dus het bedrag dat hij aan Leon betaalt verminderen met
€250.000. Je kijkt hiervoor dus echt naar zijn verkrijging van het juridische eigendom.

CASUS 4
Gert Jan woont met veel plezier in een bosrijke omgeving in het midden van Nederland. Al
jaren probeert hij een stuk grond van zijn buurman Jasper in eigendom te verkrijgen. Na lang
onderhandelen blijkt Jasper bereid het stuk grond in erfpacht aan Gert Jan uit te geven voor
een looptijd van dertig jaar tegen betaling van een jaarlijkse canon van € 3.000. Het
betreffende perceel heeft in vrij opleverbare staat een waarde van € 90.000. Begin 2018 wordt
een en ander geformaliseerd en bij de notaris het recht van erfpacht ten gunste van Gert Jan
gevestigd.

Vraag 1
Wat zijn de gevolgen voor de overdrachtsbelasting van voornoemde vestiging van het recht van
erfpacht?
Het recht van erfpacht is een beperkt recht, maar geef je als erfpachter wel veel mogelijkheden
om dingen ermee te doen die je wilt. Het verkrijgen van het recht van erfpacht (art. 5:85 BW) wordt
op grond van art. 2 WBvR ook gezien als de verkrijging van het economische eigendom. Het is
dus een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. De maatstaf van heffing is art. 9 jo. art. 11
lid 1. Je moet dan de waarde van het erfpacht en de waarde van de canon bij elkaar optellen. In
€9,99
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 14 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

7 van 18 beoordelingen worden weergegeven
5 jaar geleden

5 jaar geleden

7 jaar geleden

behandelt alles wat nodig is

7 jaar geleden

7 jaar geleden

6 jaar geleden

7 jaar geleden

3,8

18 beoordelingen

5
3
4
9
3
5
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Fiscaaltje96 Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
983
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
403
Documenten
70
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,9

298 beoordelingen

5
67
4
147
3
69
2
9
1
6

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen