HOOFDSTUK 1
Prescriptief → iets voorschrijven. Waar is de kennis op gebaseerd? Wat kan er beter? Hoe kan het
beter? Concrete adviezen voorschrijven om iets beter te doen.
Normatief → iets beoordelend beschrijven. Wat vinden we ervan?
Empirisch → beschrijven zoals iets is (toeslagenaffaire: wie was waarbij betrokken?)
Openbaar bestuur: het geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de besturing
van de maatschappij. Het gaat hier om het tot stand brengen en uitvoeren van beslissingen.
Openbaar duit hier op de maatschappij als geheel of grote delen hiervan.
Figuur 1: verdeling van het openbaar bestuur
De overheid:
- Politiek is direct gekozen en legt direct of indirect verantwoordelijkheid af aan democratisch
gekozen vertegenwoordigende organen zoals Europees Parlement en Provinciale Staten
- Ambtelijk zijn benoemde functionarissen die de politiek bijstaan in het uitvoeren van
beslissingen zoals Ministerie van Financiën
Het maatschappelijk middenveld: kennen geen winstoogmerk
- Organisaties met een maatschappelijke functie zoals ziekenhuizen en schoolbesturen.
- Organisaties die een ideëel doel nastreven zoals vakbonden en milieuorganisaties.
Organisaties van overheid naar markt → privatisering
Organisaties van markt naar overheid → nationalisering of verstatelijking
De dimensionale aanpak: een bepaling in welke mate een organisatie publiek is
1. Eigenaarschap: van wie is de organisatie?
2. Bekostiging: wie bekostigt de organisatie?
3. Politieke controle: in welke mate vind er politieke controle plaats?
,Dimensies openbaar bestuur:
- Verticaal → het openbaar bestuur kent meerdere lagen van omvattendheid
- Horizontaal → het openbaar bestuur bestaat niet alleen uit de overheid zelf, maar ook uit
maatschappelijke organisaties
Een combinatie van beide dimensies heet multi-level-governance. Besturen gebeurt op meerdere
niveaus door zowel overheden als andere partijen. Vandaar de term ‘governance’
Figuur 2: Het huis van Thorbecke:
Figuur 3: Spanningsvelden goed openbaar bestuur
Democratie: volkssoevereiniteit (er wordt gehandeld in naam van het volk)
- Responsiviteit (het openstaan voor maatschappelijke initiatieven)
- Participatie (burgers mogen meedoen en hebben inspraak)
, Rechtmatigheid (het voldoen aan de geldende wetten, normen en waarden)
- Wetmatigheid
- Behoorlijk bestuur (de wettelijke eisen die worden gesteld aan het optreden van het
openbaar bestuur)
Integriteit (het niet voor eigen gewin gebruik maken van de geldende machtspositie, niet afwijken
van algemeen gelden ethische normen en niet omkoopbaar zijn)
- Onkreukbaarheid
- Ethisch verantwoord
Doeltreffendheid (het effectief bereiken van het gestelde doel) & Doelmatigheid (het bereiken van
het gestelde doel op een efficiënte wijze. Een zo hoog mogelijk resultaat met zo min mogelijk
middelen)
- Doelbereiking
- Middelenbeheer
Figuur 4: Ontwikkeling van het openbaar bestuur
Prescriptief → iets voorschrijven. Waar is de kennis op gebaseerd? Wat kan er beter? Hoe kan het
beter? Concrete adviezen voorschrijven om iets beter te doen.
Normatief → iets beoordelend beschrijven. Wat vinden we ervan?
Empirisch → beschrijven zoals iets is (toeslagenaffaire: wie was waarbij betrokken?)
Openbaar bestuur: het geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de besturing
van de maatschappij. Het gaat hier om het tot stand brengen en uitvoeren van beslissingen.
Openbaar duit hier op de maatschappij als geheel of grote delen hiervan.
Figuur 1: verdeling van het openbaar bestuur
De overheid:
- Politiek is direct gekozen en legt direct of indirect verantwoordelijkheid af aan democratisch
gekozen vertegenwoordigende organen zoals Europees Parlement en Provinciale Staten
- Ambtelijk zijn benoemde functionarissen die de politiek bijstaan in het uitvoeren van
beslissingen zoals Ministerie van Financiën
Het maatschappelijk middenveld: kennen geen winstoogmerk
- Organisaties met een maatschappelijke functie zoals ziekenhuizen en schoolbesturen.
- Organisaties die een ideëel doel nastreven zoals vakbonden en milieuorganisaties.
Organisaties van overheid naar markt → privatisering
Organisaties van markt naar overheid → nationalisering of verstatelijking
De dimensionale aanpak: een bepaling in welke mate een organisatie publiek is
1. Eigenaarschap: van wie is de organisatie?
2. Bekostiging: wie bekostigt de organisatie?
3. Politieke controle: in welke mate vind er politieke controle plaats?
,Dimensies openbaar bestuur:
- Verticaal → het openbaar bestuur kent meerdere lagen van omvattendheid
- Horizontaal → het openbaar bestuur bestaat niet alleen uit de overheid zelf, maar ook uit
maatschappelijke organisaties
Een combinatie van beide dimensies heet multi-level-governance. Besturen gebeurt op meerdere
niveaus door zowel overheden als andere partijen. Vandaar de term ‘governance’
Figuur 2: Het huis van Thorbecke:
Figuur 3: Spanningsvelden goed openbaar bestuur
Democratie: volkssoevereiniteit (er wordt gehandeld in naam van het volk)
- Responsiviteit (het openstaan voor maatschappelijke initiatieven)
- Participatie (burgers mogen meedoen en hebben inspraak)
, Rechtmatigheid (het voldoen aan de geldende wetten, normen en waarden)
- Wetmatigheid
- Behoorlijk bestuur (de wettelijke eisen die worden gesteld aan het optreden van het
openbaar bestuur)
Integriteit (het niet voor eigen gewin gebruik maken van de geldende machtspositie, niet afwijken
van algemeen gelden ethische normen en niet omkoopbaar zijn)
- Onkreukbaarheid
- Ethisch verantwoord
Doeltreffendheid (het effectief bereiken van het gestelde doel) & Doelmatigheid (het bereiken van
het gestelde doel op een efficiënte wijze. Een zo hoog mogelijk resultaat met zo min mogelijk
middelen)
- Doelbereiking
- Middelenbeheer
Figuur 4: Ontwikkeling van het openbaar bestuur