Opdracht 1
Medicijnen kun je op basis van hun werking in verschillende groepen indelen.
Sedativa zijn bijvoorbeeld medicijnen die een kalmerende werking hebben. Een aantal
veel voorkomende medicijngroepen noemen we hieronder. De omschrijving van de
begrippen staan in willekeurige volgorde onder de rij met medicijngroepen.
a. Zet de juiste omschrijving achter de desbetreffende medicijngroep.
Medicijngroep: Juiste omschrijving van de
medicijngroep:
Analgetica. 2
Anticoagulantia. 6
Antihistaminica. 11
Antihypertensiva. 9
Antibiotica. 15
Diuretica 14
Cytostatica 1
Sedativa. 5
Corticosteroïden. 7
Antipsychotica. 12
Antidepressiva. 3
Anti-epileptica. 13
Antiparkinsonmiddelen. 10
Anti-emetica 8
Spasmolitica 4
1 Medicijnen die de celgroei remmen
2 Pijnstillende middelen
3 Medicijnen die de stemming verbeteren
4 Medicijnen die spierkrampen opheffen
5 Kalmerende middelen
6 Antistollingsmiddelen
7 Bijnierschorshormonen
8 Medicijnen tegen de misselijkheid
9 Bloeddrukverlagende middelen
10 Medicijnen die de verschijnselen van de ziekte van Parkinson of Parkinsonisme remmen.
11 Medicijnen tegen allergische reacties.
12 Medicijnen tegen psychosen
13 Medicijnen tegen epileptische aanvallen
14 Medicijnen die de urineproductie doe toenemen.
15 Medicijnen die de groei van bacteriën belemmeren.
b. Benoem kort wat de volgende middelen doen en noem een voorbeeld.
Antihistaminica
Tegen allergische reacties.
, Cetirizine
Antihypertensiva
Zorgt er voor dat de bloeddruk wordt verlaagd.
Propranolol
Antibiotica
Medicijnen die de groei van bacteriën belemmeren en de bacteriën doden.
amoxicilline/clavulaanzuur
Corticosteroïden
Dit zijn bijnierschorshormonen, in de volksmond wordt dit ook stress hormoon
genoemd.
Prednison
Opdracht 2
Benoem de volgende medicijnen en werk die volgens onderstaande vragen
(a,b,c,d,e) uit:
- Ascal/Acenocoumarol
a. In welke groepen hoort dit medicijn thuis?
Anticoagulantia
b. Wat doet dit medicijn?
Dit medicijn zorgt ervoor dat het bloed niet samen klontert en het bloed dun blijft.
c. Bij welke diagnose wordt dit voorgeschreven?
Wanneer iemand een CVA heeft gehad.
d. Vermeld bij dit medicijn hoe vaak de zorgvrager het medicijn krijgt en hoe dit
over de dag is verdeeld
1 keer daags rond 5 uur.
e. Vermeld bij dit medicijn de eventuele bijwerkingen; noem er 3.
Lang bloeden, darm en maagklachten.
Pantoprazol