Perfecte samenvatting van het EBR deel van het vak IBR.

DEEL EBR



1

,Deel EBR ....................................................................................................................................................................... 1
Stappenplan EBR ........................................................................................................................................................ 3
Vrije verkeer ...............................................................................................................................................................................3
Staatssteun...................................................................................................................................................................................3
Algemeen ....................................................................................................................................................................... 4
De arresten .................................................................................................................................................................... 6
Dispariteiten ............................................................................................................................................................................................... 6
Belemmeringen ......................................................................................................................................................................................... 6
Samenvatting boek .................................................................................................................................................... 17
Verhouding tussen de vrijheden........................................................................................................................................................ 17
De toepassingsvoorwaarden ............................................................................................................................................................... 17
Materiële reikwijdte vrijheden .......................................................................................................................................................... 18
Vrijheidsbegrippen ................................................................................................................................................................................ 18
Maatregelen met onderscheid ............................................................................................................................................................ 18
Belemmerende maatregelen zonder onderscheid ........................................................................................................................ 19
Rcchtvaardiging belemmering: Dwingende reden van algemeen belang ............................................................................ 21
Rule of reason ......................................................................................................................................................................................... 26




2

, ST AP P E NP LAN EB R


VRIJE VERKEER

Stap 1 Vallen de feiten binnen de reikwijdte van het EU-recht?
1. Wie (personele reikwijdte)?
a. Onderdanen d.w.z. een nationaliteit van een van de lidstaten bij natuurlijke personen. Lichamen zijn een
onderdaan indien zij (i) in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht en (ii) hun
statutaire zetel of hun hoofdbestuur binnen de EU hebben. 1
2. Wat (materiële reikwijdte)?
a. Welke van de zes verkeersvrijheden?
1) Het vrije verkeer van burgers van de Unie (art. 21 VWEU);
2) Het vrije verkeer van goederen (art. 28-32 VWEU);
3) Het vrije verkeer van personen, wat uiteenvalt in:
a) Het vrije verkeer van werknemers (art. 45-48 VWEU);
b) Het recht van vestiging (art. 49-55 VWEU);
4) Het vrije verkeer van diensten (art. 56-62 VWEU);
5) Het vrije verkeer van kapitaal (art. 63-66 VWEU);
a) Het vrije verkeer van betalingen (art. 63-65 VWEU).
3. Waar (territoriale reikwijdte)?
a. Er moet een grensoverschrijdend element zijn.

Stap 2 Is er een belemmering van een fundamentele vrijheid?
Hierbij moet een belemmering onderscheiden worden van een dispariteit. Een dispariteit is een nadeel dat voortvloeit uit
het feit dat twee lidstaten elk hun eigen recht toepassen.
Een belemmering daarentegen is een ongunstige behandeling van een grensoverschrijdende situatie. Deze kunnen zich
uiten in de vorm van:
1. Discriminatie naar nationaliteit;
2. Maatregelen zonder onderscheid;
3. Maatregelen met onderscheid.

Stap 3 Is sprake van een directe discriminatie naar nationaliteit? Zo ja, dan bestaan daar geen rechtvaardigingsgronden voor.

Stap 4 Het betreft een belemmering op basis van een maatregel met of zonder onderscheid. In dat geval dient getoetst te worden
aan de vijf door het HvJ geaccepteerde rechtvaardigingsgronden:
1. Doeltreffendheid van fiscale controles;
2. Evenwicht en wederkerigheid neergelegd in belastingverdragen met derde staten;
3. Handhaving van de samenhang van het belastingstelsel;
4. Evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheden tussen de lidstaten;
5. Bestrijding van belastingontwijking.

Stap 5 Rule of reason: beoordeel of de maatregel (i) geschikt is voor het te bereiken doel en (ii) noodzakelijk is om dit doel te
bereiken en (iii) niet verder gaat dan noodzakelijk is (proportionaliteit).


STAATSSTEUN

Stappen Art. 107 VWEU bevat vijf voorwaarden voor het aanwezig zijn van staatssteun:
1. Steunmaatregelen van de staten die met staatsmiddelen bekostigd zijn (incl. fiscale tegemoetkomingen);
2. Die door begunstiging (in welke vorm dan ook);
3. Van bepaalde ondernemingen of bepaalde sectoren (het selectiviteitsvereiste; meestal is dit het belangrijkste
criterium);
4. Die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen;
5. Voor zover de steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.




1
Het begrip ‘hoofdbestuur’ moet uitgelegd worden als de plaats waar de wilsvorming en de eigenlijke ondernemingsleiding van de vennootschap plaatsvinden,
ofwel de plaats waar de vennootschappelijke organen de voor de activiteiten van de vennootschap wezenlijke beslissingen treffen.
3