Perspectieven sociaal werk biopsychologie
Inhoudsopgave
Erfelijkheid en evolutie:................................................................................................................................. 1
Evolutionaire psychologie en neurowetenschap..................................................................................................1
Charles Darwin.....................................................................................................................................................2
Genetica...............................................................................................................................................................2
Geslachtschromosomen.......................................................................................................................................2
Epigenetica...........................................................................................................................................................2
De interne communicatie in het lichaam........................................................................................................ 2
Centrale zenuwstelsel...........................................................................................................................................3
Centraal en perifeer zenuwstelsel........................................................................................................................3
Neuronen..............................................................................................................................................................4
Structuur neuron..................................................................................................................................................6
...................................................................................................................................................................... 6
Actiepotentiaal.....................................................................................................................................................6
Endocrien stelsel...................................................................................................................................................6
Hersenen....................................................................................................................................................... 7
Drie lagen van de hersenen..................................................................................................................................7
Hersenkwabben van de cerebrale cortex.............................................................................................................7
Spiegelneuronen...................................................................................................................................................8
Erfelijkheid en evolutie:
Evolutionaire psychologie en neurowetenschap
Binnen het biologisch perspectief wordt het menselijk gedrag naar twee invalshoeken belicht
1. Evolutionaire psychologie: Het menselijke gedrag ontstaat vanuit onze genetische
informatie, de manier hoe wij ons genetisch aanpassen aan onze omgeving zal ook iets
zeggen over onze voortplanting en uiteindelijk onze overleving.
2. (Neurowetenschap) Biologische processen, de interne communicatie is geregeld via het
hormoonstelsel en het zenuwstelsel. Beide systemen gebruiken chemische processen om te
communiceren met de rest van het lichaam.
, Charles Darwin
Charles Darwin; origin of Species. “Evolutietheorie” elke soort is ontstaan door een andere soort.
Darwin beweerde hier dat er een connectie is tussen mensen en dieren en dit is tegen de
gedachtegang van god. Wij zijn ontstaan door god.
Survival of the fittest; levende organismes passen zich aan de veranderde omgeving, hierdoor
worden oude kenmerken, nu nieuwe beter aangepaste eigenschappen. De soort met de beste
eigenschappen (genen) zal overwinnen.
Genetica
Ieder individu heeft een eigen uniek genotype, jouw blauwdruk die in jou gene is vastgelegd.
Deze genetische informatie uit zich in het fenotype; namelijk in lichamelijke, zichtbare
kenmerken. Fenotype vallen ook biologische kenmerken (stofwisseling, hartinfaatziekte).
Wanneer iets genetisch aangelegd betekent het niet direct dat je ook een hartinfaatziekte krijgt.
Dit is in combinatie met je levensstijl. Ook andersom.
Iedere celkern bevat een complete set van erfelijke informatie in de chromosomen: ofwel
genoom genoemd. Het menselijke genoom bevat 23 paar, ofwel 46 chromosomen. Zijn lange
spiraalvormige strengelen, deze bevatten vooral uit DNA. Een gen is een stukje DNA dat een code
vormt over een bepaald kenmerk over hoe je eruitziet, hoe je lichaam werkt en wie je bent.
Geslachtschromosomen.
23 chromosomen van moeder
23 chromosomen van vader
XX = meisje
XY = jongen
De overige 22 chromosomen zijn autosomen.
Epigenetica
Er zijn miljarden DNA-paren waar informatie op staat. Dit is gedraaid om een histoon. Dit is een
specifiek stuk eiwit waar het DNA omheen gewikkeld zit wat een chromosoom wordt.
Het is belangrijk om erbij stil te staan dat alle cellen hetzelfde pakketje genen bevatten maar ze
allemaal een andere functie hebben. Zo woorden bepaalde genen aan- en uitgezet afhankelijk waar
ze in het lichaam bevinden. Er zijn ook externe signalen die met een chemische code bepaalde
genen aan of uit kunnen zetten. Deze genetische code wordt als een soort logboek bijgehouden.
Dit noemen ze een epi genoom. Epi genoom is flexibel, en zorgt ervoor dat een levend organisme
zich kan aanpassen aan de omgeving. Dus jouw leefstijl, ervaringen, stress kunnen invloed hebben
op je jou en je lichaam. Jouw nature kan dus worden beïnvloed door je nurture.
De interne communicatie in het lichaam
Het centrale zenuwstelsel en het endocriene stelsel (hormoonstelsel) zijn samen
verantwoordelijk van al onze gedachtes, gevoelens, en gedrag. Beiden netwerken werken
samen en blijven in contact met het lichaam via elektrische impulsen en hormonen.
Inhoudsopgave
Erfelijkheid en evolutie:................................................................................................................................. 1
Evolutionaire psychologie en neurowetenschap..................................................................................................1
Charles Darwin.....................................................................................................................................................2
Genetica...............................................................................................................................................................2
Geslachtschromosomen.......................................................................................................................................2
Epigenetica...........................................................................................................................................................2
De interne communicatie in het lichaam........................................................................................................ 2
Centrale zenuwstelsel...........................................................................................................................................3
Centraal en perifeer zenuwstelsel........................................................................................................................3
Neuronen..............................................................................................................................................................4
Structuur neuron..................................................................................................................................................6
...................................................................................................................................................................... 6
Actiepotentiaal.....................................................................................................................................................6
Endocrien stelsel...................................................................................................................................................6
Hersenen....................................................................................................................................................... 7
Drie lagen van de hersenen..................................................................................................................................7
Hersenkwabben van de cerebrale cortex.............................................................................................................7
Spiegelneuronen...................................................................................................................................................8
Erfelijkheid en evolutie:
Evolutionaire psychologie en neurowetenschap
Binnen het biologisch perspectief wordt het menselijk gedrag naar twee invalshoeken belicht
1. Evolutionaire psychologie: Het menselijke gedrag ontstaat vanuit onze genetische
informatie, de manier hoe wij ons genetisch aanpassen aan onze omgeving zal ook iets
zeggen over onze voortplanting en uiteindelijk onze overleving.
2. (Neurowetenschap) Biologische processen, de interne communicatie is geregeld via het
hormoonstelsel en het zenuwstelsel. Beide systemen gebruiken chemische processen om te
communiceren met de rest van het lichaam.
, Charles Darwin
Charles Darwin; origin of Species. “Evolutietheorie” elke soort is ontstaan door een andere soort.
Darwin beweerde hier dat er een connectie is tussen mensen en dieren en dit is tegen de
gedachtegang van god. Wij zijn ontstaan door god.
Survival of the fittest; levende organismes passen zich aan de veranderde omgeving, hierdoor
worden oude kenmerken, nu nieuwe beter aangepaste eigenschappen. De soort met de beste
eigenschappen (genen) zal overwinnen.
Genetica
Ieder individu heeft een eigen uniek genotype, jouw blauwdruk die in jou gene is vastgelegd.
Deze genetische informatie uit zich in het fenotype; namelijk in lichamelijke, zichtbare
kenmerken. Fenotype vallen ook biologische kenmerken (stofwisseling, hartinfaatziekte).
Wanneer iets genetisch aangelegd betekent het niet direct dat je ook een hartinfaatziekte krijgt.
Dit is in combinatie met je levensstijl. Ook andersom.
Iedere celkern bevat een complete set van erfelijke informatie in de chromosomen: ofwel
genoom genoemd. Het menselijke genoom bevat 23 paar, ofwel 46 chromosomen. Zijn lange
spiraalvormige strengelen, deze bevatten vooral uit DNA. Een gen is een stukje DNA dat een code
vormt over een bepaald kenmerk over hoe je eruitziet, hoe je lichaam werkt en wie je bent.
Geslachtschromosomen.
23 chromosomen van moeder
23 chromosomen van vader
XX = meisje
XY = jongen
De overige 22 chromosomen zijn autosomen.
Epigenetica
Er zijn miljarden DNA-paren waar informatie op staat. Dit is gedraaid om een histoon. Dit is een
specifiek stuk eiwit waar het DNA omheen gewikkeld zit wat een chromosoom wordt.
Het is belangrijk om erbij stil te staan dat alle cellen hetzelfde pakketje genen bevatten maar ze
allemaal een andere functie hebben. Zo woorden bepaalde genen aan- en uitgezet afhankelijk waar
ze in het lichaam bevinden. Er zijn ook externe signalen die met een chemische code bepaalde
genen aan of uit kunnen zetten. Deze genetische code wordt als een soort logboek bijgehouden.
Dit noemen ze een epi genoom. Epi genoom is flexibel, en zorgt ervoor dat een levend organisme
zich kan aanpassen aan de omgeving. Dus jouw leefstijl, ervaringen, stress kunnen invloed hebben
op je jou en je lichaam. Jouw nature kan dus worden beïnvloed door je nurture.
De interne communicatie in het lichaam
Het centrale zenuwstelsel en het endocriene stelsel (hormoonstelsel) zijn samen
verantwoordelijk van al onze gedachtes, gevoelens, en gedrag. Beiden netwerken werken
samen en blijven in contact met het lichaam via elektrische impulsen en hormonen.
