Week 1
Statistics: The study of how we describe and make inferences from data
Descriptive statistics: Statistieken om losse variabelen te beschrijven.
Inferential statistics: Statistieken om conclusies tussen variabelen te omschrijven.
Unit of analysis: Datgene wat wordt bestudeerd
Variabele: Datgene wat van een unit of analysis wordt bestudeerd.
Levels of measurement:
- Nominaal: Groep classificatie, geen ranking, numerical coding arbitrary
- Ordinaal: Ranking, afstand tussen categorieën niet bekend/gelijk
- Interval: Meaningful ranking en gelijke afstanden tussen categorieën
- Ratio: Ranking, gelijke afstanden en een obsolute en betekenisvolle 0
Continuous variabele: Gemeten over een continuüm, bv lengte. (precies)
Discrete variabele: Gemeten in hele units of categorieën, bv leeftijd (afgerond)
Central tendency: To describe the distribution of variables on different levels of measurement.
- Mean: Gemiddelde (interval en ratio)
- Median: Middelste score (ordinaal, interval en ratio)
- Mode: meest voorkomende score (nominaal, ordinaal, interval en ratio)
In een normale distributie hebben de mean, median en mode dezelfde waarde.
M=
∑x μ=
∑x
n N
Sample Mean Population Mean