100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Staatsrecht Tentamenstof

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
17
Geüpload op
16-11-2023
Geschreven in
2023/2024

In dit document staan alle leerdoelen voor het vak Staatsrecht aan de Hogeschool Utrecht uitgewerkt.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
16 november 2023
Aantal pagina's
17
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Week 1: De Nederlandse staat


De student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven; (Statuut, Grondwet)
De Nederlandse staat
De Nederlandse staat bezit alle kenmerken van een staat.
Er is een staatsrechtelijke verhouding tot de andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden.

Kenmerken van de staat
We spreken van een staat als er een gemeenschap van mensen is op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent. Erkenning van de staat door andere staten
wordt wel als vierde kenmerk gezien.

Het territorium (grondgebied van een staat) wordt begrensd door landsgrenzen en territoriale
zones. De gemeenschap kan bestaan uit mensen met een verschillende taal, godsdienst, cultuur
en geschiedenis die op grond van hun nationaliteit met elkaar verbonden zijn. Het hoogste gezag
van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht.

Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit:
Nederland;
drie overzeese landen: Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met een eigen bestuur, wetgever en
rechterlijke macht;
drie overzeese gemeenten (openbare lichamen): Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-
eilanden).

De student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de Grondwet is
en wat er in geregeld wordt;
Bronnen van staatsrecht (hoog naar laag)
Het staatsrecht, waaronder rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat
vastleggen (constitutie), is te vinden in:

Verdragen en Europese maatregelen (regels in verdragen en Europese verordeningen en
richtlijnen die rechtstreeks van toepassing zijn in Nederland)

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (regels over de organisatie van het Koninkrijk en
de onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het
Koninkrijk)

De Grondwet (regels over de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht en tevens de grondrechten)

Organieke wetten (voldoet aan de criteria van een wet in formele zin, terug te voeren is op een
opdracht uit de Grondwet en handelt over de inrichting en de organisatie van de Staat. Vb: de
Gemeentewet, de Provinciewet en de Kieswet)
en overige wetten in formele zin
AmvB’s, waaronder het Reglement van Orde voor de Raad van Ministers

Ministeriële regelingen, Vergaderreglementen van de Eerste en Tweede Kamer

,het Gewoonterecht (recht met betrekking tot een bepaald gebruik, waarvan men vindt dat het
juridisch gezien zo hoort, en dat een zekere tijd voortduurt)

Jurisprudentie (rechtersrecht) (uitspraken van rechters die weer nieuw staatsrecht vormen)

De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven(grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtspraak)
De vier pijlers van de rechtsstaat:

het legaliteitsbeginsel: elk publiekrechtelijk optreden van de overheid moet een basis hebben in
wetten die (mede) door de volksvertegenwoordiging tot stand zijn gekomen;

spreiding van de overheidsmacht over verschillende organen of personen;

rechtspraak door onafhankelijke rechters waarbij burgers beschermd worden tegen het
optreden van de overheid;

eerbiediging van de grondrechten.

, Week 2 en week 3: Grondrechten

De student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt verstaan en
wat het verschil is tussen beiden & horizontale en verticale werking van grondrechten
toepassen

KLASSIEKE GRONDRECHTEN (artt. 1 t/m 18 lid 1 en 23 lid 2 Grondwet)

-waarborgnormen (creëert een staatsvrije sfeer);
-overheidsingrijpen in beginsel niet toegestaan , tenzij uitdrukkelijke grondslag om te beperken in
de Grondwet zelf vermeld staat;
-directe werking en afdwingbaarheid bij de rechter;
-naast verticale werking (relatie overheid en burger) vaak ook horizontale werking (relatie burgers
onderling).

SOCIALE GRONDRECHTEN (artt. 18 lid 2 t/m 23 lid 1 Gw)

- Ook wel “instructienormen” genoemd: overheidsingrijpen is juist gewenst (inspanningsplicht);
de overheid moet zorgen voor voldoende onderwijs, huisvesting, een schoon milieu, etc.
-Indirecte werking via uitvoeringsregelingen. In beginsel niet direct afdwingbaar bij de
rechter (eventueel nog wel afdwingbaar via de band van het gelijkheidsbeginsel);
-Alleen verticale werking; dat wil zeggen in de verhouding tussen overheid en burger.


De student kan met behulp van de Grondwet en het EVRM grondrechten toepassen (inclusief
beperkingsmogelijkheden) in een casus;
Beperkingen zijn slechts toegestaan als de tekst van het specifieke grondrecht dat toestaat.
Let op! Er zijn ook absolute rechten. Daar zijn dan geen beperkingen op mogelijk. Voorbeeld: Het
folterverbod van art. 3 EVRM.

Verschillende vormen van beperking:
•(a) competentiebepaling.
Wie mag er beperkingen stellen aan het grondrecht? Doorgaans is dat alleen de formele wetgever
zelf (zie de zinsnedes “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet” of “bij de wet”);
Bij gebruik van zogenaamde “delegatieterminologie” kan ook een lagere regelgever bevoegd
worden om beperkingen te stellen.
N.B. Delegatieterminologie in de Grondwet; het zelfstandige naamwoord ‘regel’ of ‘regeling’ en
elke vorm van het werkwoord ‘regelen’ danwel het gebruik van de volledige formule ‘bij of
krachtens de wet’. Als alleen de formele wetgever de grondwetbepaling mag beperken dan staat
dat uiteraard in de grondwetbepaling zelf met de term ‘bij de wet’ of ‘bij een wet’.

Regering: AmvB Staten-Generaal (TK+EK)
Minister: Ministeriële regeling Regering
Prov. Staten: Provinciale Wet in formele zin
verordening
Gem. raad: Gemeentelijke
verordening
⬆️ ↗️ ⬆️
“Bij of krachtens de wet” “Bij de wet”
“Regelt” “Verantwoordelijkheid
“Regel” volgens de wet”
€5,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
chenchenyao

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
chenchenyao Hogeschool Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen