Week 1 – SWOT-analyse (deel 2)
Leerdoelen
• In staat zijn om o.b.v. de SWOT de juiste onderzoeksconclusies te trekken, doelen te bepalen en
oplossingsrich>ngen te creëren;
• In staat zijn om o.b.v. van de opgestelde oplossingsrich>ngen aanbevelingen te formuleren;
• Kunnen inschaCen wat de strategische en opera>onele consequen>es zijn van aanbevelingen.
Verbeteren van businessmodellen
1. Visie op de omgeving
2. Conclusies
3. Waardestrategie
4. Strategische marke>ngop>es
5. Marke>ngstrategie
6. Ac>eplan
1. Visie op de omgeving
Begint bij het interpreteren van onderzoeksdata
Er zijn veel interessante op>sche illusies die je kunt gebruiken als onderzoeksmethode om de percep>e en
interpreta>e van visuele informa>e te onderzoeken. Hier zijn er een paar:
1. De Müller-Lyer-illusie: Dit is een klassieke op>sche illusie waarbij twee lijnen van gelijke lengte lijken
te verschillen in lengte vanwege de pijlvormige lijnstukken aan de uiteinden van de lijnen. Deze illusie
kan worden gebruikt om te onderzoeken hoe mensen de rela>eve lengte van lijnen beoordelen.
2. De Ponzo-illusie: Dit is een andere klassieke op>sche illusie waarbij twee iden>eke lijnen op een
achtergrond van convergerende lijnen lijken te verschillen in lengte. Dit kan worden gebruikt om te
onderzoeken hoe mensen de diepte en grooCe van objecten waarnemen.
3. De Ebbinghaus-illusie: Dit is een op>sche illusie waarbij twee iden>eke cirkels worden weergegeven,
maar de ene lijkt groter dan de andere vanwege de grooCe van de omringende cirkels. Dit kan worden
gebruikt om te onderzoeken hoe mensen de grooCe van objecten waarnemen in rela>e tot de grooCe
van omringende objecten.
4. De Zöllner-illusie: Dit is een op>sche illusie waarbij horizontale lijnen schuin lijken te staan vanwege
de schuine lijnen die erboven en eronder staan. Dit kan worden gebruikt om te onderzoeken hoe
mensen de hoek van lijnen waarnemen en interpreteren.
Het gebruik van op>sche illusies als onderzoeksmethode kan nuUg zijn om te begrijpen hoe mensen visuele
informa>e waarnemen en interpreteren, en om te onderzoeken welke factoren van invloed kunnen zijn op
percep>e en interpreta>e.
• SWOT gaat over heden, advies over de toekomst
• Toekomst voorspellen
o Objec>ef (o.b.v. feiten)
ü Trendextrapola>e
ü Causale modellen
ü Nadeel = trendbreuken zijn niet voorspelbaar
o Subjec>ef (o.b.v. percep>es/aUtudes)
ü Opinieonderzoek (bijv. experts)
ü Inten>eonderzoek
ü Nadeel: over- en onderschaUng, subjec>viteit, discrepan>e inten>e/gedrag
• Scenario thinking (combineer beide methoden)
2. Conclusies
• Wat is het antwoord op de COV?
• Kernpunten:
o Beschrijving van het kernprobleem en de oorzaken o.b.v. de SWOT
• Doel: wat wil de organisa>e bereiken o.b.v. de SWOT?
• Gevolgen ongewijzigd beleid (0-op>e): wat gebeurt er met de
omzet/afzet/marktaandeel indien er niets veranderd.
à GAP-analyse
, 3. Waardestrategie
• Welke waardestrategie hanteert het bedrijf nu?
• Is dit randvoorwaardelijk of is er een keuze?
à Leg de strategie vast!
4. Strategische markeOngopOes
• Doel: ideeën ontwikkelen voor de marke>ngstrategie
• SWOT is de inspira>ebron voor dit proces
o SWOT geed zekerheid o.b.v. verleden
ü Sluit goed aan op de prak>jk
ü Bijv. confronta>ematrix
o Maar ga ook out-of-the-box
ü Behoeden verlangens van afnemers
ü Ga in op specifieke DESTEP-elementen
ü Nieuwe afnemersgroepen
ü Subs>tuten gaan leveren
ü Wat doen concurrenten ‘anders’?
ü Wat doen andere bedrijfstakken?
• Welke mogelijke oplossingsrich>ngen (op>es) zijn er?
o Creëer keuzemogelijkheden
o Creëer draagvlak
5. MarkeOngstrategie
• Moet passen bij het DNA
o Past het bij de missie
o Word het kernprobleem opgelost?
o Sluit e.e.a. aan bij de waardestrategie?
• Moet rendement opleveren
o Omzet/afzet/marktaandeel
o ROI/POP/NCW
o Wat zijn de risico’s?
• Moet haalbaar zijn (FOETSJE)
o Financieel
o Organisatorisch
o Economisch
o Technisch
o Sociaal
o Juridisch
o Ecologisch
6. AcOeplan
• Logisch gevolg na het opstellen van de strategie;
o Strategie vertalen in concrete ac>epunten
• Of je dit ook doet is akankelijk van de opdracht;
• Planningshorizon: 1 jaar
o Hoe ga je het strategische budget voor jaar 1 verdelen?
Leerdoelen
• In staat zijn om o.b.v. de SWOT de juiste onderzoeksconclusies te trekken, doelen te bepalen en
oplossingsrich>ngen te creëren;
• In staat zijn om o.b.v. van de opgestelde oplossingsrich>ngen aanbevelingen te formuleren;
• Kunnen inschaCen wat de strategische en opera>onele consequen>es zijn van aanbevelingen.
Verbeteren van businessmodellen
1. Visie op de omgeving
2. Conclusies
3. Waardestrategie
4. Strategische marke>ngop>es
5. Marke>ngstrategie
6. Ac>eplan
1. Visie op de omgeving
Begint bij het interpreteren van onderzoeksdata
Er zijn veel interessante op>sche illusies die je kunt gebruiken als onderzoeksmethode om de percep>e en
interpreta>e van visuele informa>e te onderzoeken. Hier zijn er een paar:
1. De Müller-Lyer-illusie: Dit is een klassieke op>sche illusie waarbij twee lijnen van gelijke lengte lijken
te verschillen in lengte vanwege de pijlvormige lijnstukken aan de uiteinden van de lijnen. Deze illusie
kan worden gebruikt om te onderzoeken hoe mensen de rela>eve lengte van lijnen beoordelen.
2. De Ponzo-illusie: Dit is een andere klassieke op>sche illusie waarbij twee iden>eke lijnen op een
achtergrond van convergerende lijnen lijken te verschillen in lengte. Dit kan worden gebruikt om te
onderzoeken hoe mensen de diepte en grooCe van objecten waarnemen.
3. De Ebbinghaus-illusie: Dit is een op>sche illusie waarbij twee iden>eke cirkels worden weergegeven,
maar de ene lijkt groter dan de andere vanwege de grooCe van de omringende cirkels. Dit kan worden
gebruikt om te onderzoeken hoe mensen de grooCe van objecten waarnemen in rela>e tot de grooCe
van omringende objecten.
4. De Zöllner-illusie: Dit is een op>sche illusie waarbij horizontale lijnen schuin lijken te staan vanwege
de schuine lijnen die erboven en eronder staan. Dit kan worden gebruikt om te onderzoeken hoe
mensen de hoek van lijnen waarnemen en interpreteren.
Het gebruik van op>sche illusies als onderzoeksmethode kan nuUg zijn om te begrijpen hoe mensen visuele
informa>e waarnemen en interpreteren, en om te onderzoeken welke factoren van invloed kunnen zijn op
percep>e en interpreta>e.
• SWOT gaat over heden, advies over de toekomst
• Toekomst voorspellen
o Objec>ef (o.b.v. feiten)
ü Trendextrapola>e
ü Causale modellen
ü Nadeel = trendbreuken zijn niet voorspelbaar
o Subjec>ef (o.b.v. percep>es/aUtudes)
ü Opinieonderzoek (bijv. experts)
ü Inten>eonderzoek
ü Nadeel: over- en onderschaUng, subjec>viteit, discrepan>e inten>e/gedrag
• Scenario thinking (combineer beide methoden)
2. Conclusies
• Wat is het antwoord op de COV?
• Kernpunten:
o Beschrijving van het kernprobleem en de oorzaken o.b.v. de SWOT
• Doel: wat wil de organisa>e bereiken o.b.v. de SWOT?
• Gevolgen ongewijzigd beleid (0-op>e): wat gebeurt er met de
omzet/afzet/marktaandeel indien er niets veranderd.
à GAP-analyse
, 3. Waardestrategie
• Welke waardestrategie hanteert het bedrijf nu?
• Is dit randvoorwaardelijk of is er een keuze?
à Leg de strategie vast!
4. Strategische markeOngopOes
• Doel: ideeën ontwikkelen voor de marke>ngstrategie
• SWOT is de inspira>ebron voor dit proces
o SWOT geed zekerheid o.b.v. verleden
ü Sluit goed aan op de prak>jk
ü Bijv. confronta>ematrix
o Maar ga ook out-of-the-box
ü Behoeden verlangens van afnemers
ü Ga in op specifieke DESTEP-elementen
ü Nieuwe afnemersgroepen
ü Subs>tuten gaan leveren
ü Wat doen concurrenten ‘anders’?
ü Wat doen andere bedrijfstakken?
• Welke mogelijke oplossingsrich>ngen (op>es) zijn er?
o Creëer keuzemogelijkheden
o Creëer draagvlak
5. MarkeOngstrategie
• Moet passen bij het DNA
o Past het bij de missie
o Word het kernprobleem opgelost?
o Sluit e.e.a. aan bij de waardestrategie?
• Moet rendement opleveren
o Omzet/afzet/marktaandeel
o ROI/POP/NCW
o Wat zijn de risico’s?
• Moet haalbaar zijn (FOETSJE)
o Financieel
o Organisatorisch
o Economisch
o Technisch
o Sociaal
o Juridisch
o Ecologisch
6. AcOeplan
• Logisch gevolg na het opstellen van de strategie;
o Strategie vertalen in concrete ac>epunten
• Of je dit ook doet is akankelijk van de opdracht;
• Planningshorizon: 1 jaar
o Hoe ga je het strategische budget voor jaar 1 verdelen?
