3 havo – DE GEO AARDRIJKSKUNDE - 9789006988079
Samenvatting hoofdstuk 1 paragraaf 3 en 4
Paragraaf 3 – Stad in Amerika: Chicago
Downtown Chicago
Downtown = stadscentrum
The loop = het drukste deel in Chicago
Alle metrolijnen komen samen in The Loop
The Loop = centrale zakenwijk met kantoren, winkels en hotels (central business district
(cbd) = downtown
25 jaar geleden woonde er bijna niemand, na sluitingstijd was het stil
Bewoners vertrokken naar voorsteden (suburbs)
Stedelijke vernieuwing = veel dure appartementen gebouwd in hoge woontorens,
leegstaande kantoren zijn verbouwd > nu wonen er meer mensen > aantrekkelijker voor
kantoren, winkels, cafés en restaurants
Heel downtown is opgeknapt, voorbeeld:
Millenium Park: vroeger lag er een groot rangeerterrein (dat ligt nu ondergronds met het
park erboven)
Aanleg promenades langs Lake Michigan en de Chicago River
Centrale stad
Centrale stad = gebied binnen de gemeentegrenzen van Chicago > 2,9 miljoen inwoners
Agglomeratie = stad met daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen > 9,5 miljoen inwoners
Noorden = rijke wijken met welvarende bewoners (mooie huizen, meeste mensen werken)
Anglo-Amerikanen: Engelstalige Amerikanen van Europese afkomst
Zuiden + Westen = arme buurten
Afro-Amerikanen (Afrikaanse Amerikanen)
Hispanics (Spaanssprekende immigranten uit Zuid- en Midden-Amerikaanse landen
(Mexico, Cuba en Puerto Rico)
Slechte leefbaarheid (wie het kan betalen, verhuist naar de voorsteden)
Sommige wijken zijn populair > kleine afstand van downtown > hier wonen
mensen die houden van een kleurrijke levendige stadswijk met een kleurrijke
bevolking = selectieve migratie
- Leefbaarheid = mate waarin een gebied geschikt is om in te wonen
Selectieve migratie = jong (20-40 jaar), hoogopgeleid, alleen of samenwonend of
klein gezin)
Nieuwkomers knappen verwaarloosde huizen op of laten nieuwe huizen bouwen
Re-urbanisatie = mensen trekken opnieuw naar de stad
Door re-urbanisatie > heb je menging van verschillende groepen (de rijkeren
komen wonen in de armere wijken) > de sfeer in de wijk verandert >
verschillende groepen leven met elkaar in de wijk > er komen andere soorten
restaurants, cafes en winkels
Samenvatting hoofdstuk 1 paragraaf 3 en 4
Paragraaf 3 – Stad in Amerika: Chicago
Downtown Chicago
Downtown = stadscentrum
The loop = het drukste deel in Chicago
Alle metrolijnen komen samen in The Loop
The Loop = centrale zakenwijk met kantoren, winkels en hotels (central business district
(cbd) = downtown
25 jaar geleden woonde er bijna niemand, na sluitingstijd was het stil
Bewoners vertrokken naar voorsteden (suburbs)
Stedelijke vernieuwing = veel dure appartementen gebouwd in hoge woontorens,
leegstaande kantoren zijn verbouwd > nu wonen er meer mensen > aantrekkelijker voor
kantoren, winkels, cafés en restaurants
Heel downtown is opgeknapt, voorbeeld:
Millenium Park: vroeger lag er een groot rangeerterrein (dat ligt nu ondergronds met het
park erboven)
Aanleg promenades langs Lake Michigan en de Chicago River
Centrale stad
Centrale stad = gebied binnen de gemeentegrenzen van Chicago > 2,9 miljoen inwoners
Agglomeratie = stad met daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen > 9,5 miljoen inwoners
Noorden = rijke wijken met welvarende bewoners (mooie huizen, meeste mensen werken)
Anglo-Amerikanen: Engelstalige Amerikanen van Europese afkomst
Zuiden + Westen = arme buurten
Afro-Amerikanen (Afrikaanse Amerikanen)
Hispanics (Spaanssprekende immigranten uit Zuid- en Midden-Amerikaanse landen
(Mexico, Cuba en Puerto Rico)
Slechte leefbaarheid (wie het kan betalen, verhuist naar de voorsteden)
Sommige wijken zijn populair > kleine afstand van downtown > hier wonen
mensen die houden van een kleurrijke levendige stadswijk met een kleurrijke
bevolking = selectieve migratie
- Leefbaarheid = mate waarin een gebied geschikt is om in te wonen
Selectieve migratie = jong (20-40 jaar), hoogopgeleid, alleen of samenwonend of
klein gezin)
Nieuwkomers knappen verwaarloosde huizen op of laten nieuwe huizen bouwen
Re-urbanisatie = mensen trekken opnieuw naar de stad
Door re-urbanisatie > heb je menging van verschillende groepen (de rijkeren
komen wonen in de armere wijken) > de sfeer in de wijk verandert >
verschillende groepen leven met elkaar in de wijk > er komen andere soorten
restaurants, cafes en winkels