Uitwerkingen VTV leerdoelen Basissemester module 2, Viaa, HBO v

VTV
Informatie afkomstig van skillsonline.nl

Week 1
Leerdoelen
1. In een gesimuleerde setting de temperatuur meten bij een zorgvrager;
2. In een gesimuleerde setting de hartslag (=pols) meten bij een zorgvrager;
3. In een gesimuleerde setting de bloeddruk meten bij een zorgvrager;
4. Afwijkende waarden signaleren, interpreteren en hierop de juiste acties uitvoeren bij
bovenstaande vitale functies;

Normale lichaamstemperatuur: tussen de 36,5 en de 37,5 graden
Normale hartslag: tussen de 60 en 100 slagen per minuut
Normale bloeddruk: bovendruk tussen de 120 en 140. Onderdruk tussen de 80 en 90.

5. Verschillende indicaties benoemen voor het meten van de lichaamstemperatuur;

Vitale functies zijn de belangrijkste functies van het lichaam en essentieel voor het behoud
van leven. Een stoornis in een van de vitale functies leidt tot stoornissen in een of meerdere
andere vitale functies. Stoornissen in de vitale functies kunnen uiteindelijk tot de dood
leiden.

De controle van de vitale functies is een essentieel onderdeel van de ABCDE-methode. De
letter E staat voor Exposure (lichaamstemperatuur).

De lichaamstemperatuur meet je om te kijken of iemand koorts heeft. Koorts is een reactie
op een infectie in het lichaam met een virus of bacterie.
Rectaal: mag niet wanneer er net geopereerd is aan het rectum of de prostaat. Of wanneer
er wondjes rond het rectum zijn.
Oksel: de oksel moet droog zijn wanneer de temperatuur gemeten wordt. Wassen of drogen
zorgt er voor dat de meting wordt beïnvloed.
Orale: mag niet wanneer iemand in coma ligt, epilepsie heeft, verward is of een afwijking
heeft aan de neus en/of mond.
Oor: mag niet op het oor waarop iemand net geslapen heeft of een oorontsteking heeft.


6. Benoemen welke factoren van invloed zijn op de lichaamstemperatuur;

- Lichaamstemperatuur is het laagst in de ochtend en vaak het hoogst aan het einde
van de middag
- Temperatuur veranderd door rust en activiteit
- Bij vrouwen die ovuleren is ochtendtemperatuur hoger dan normaal
- Plek waar je meet
o Rectale meting meest betrouwbaar

, o Oksel minst betrouwbaar
o Veranderingen in interne lichaamstemperatuur worden met oor meting
gemeten
- Warm/koud eten en drinken
- Roken
- Wrijving

7. Benoemen met welke factoren er rekening gehouden moet worden bij het
interpreteren van de gemeten lichaamstemperatuur;

- Rectale temperatuur ligt bij volwassenen normaal gesproken tussen de 36,5 en 37,5
graden
- Van koorts wordt gesproken bij een temperatuur boven de 38 graden (rectaal
gemeten)
- Een temperatuur tussen de 37,5 en 38 graden is een verhoging, subfebriele
temperatuur
- Temperatuur in het oor komt overeen met de interne lichaamstemperatuur en is dus
vergelijkbaar met de rectale temperatuur
- De temperatuur in de mond is 0,3 graden lager dan in het rectum
- De temperatuurmeting onder de oksel (axillair) is 0,5 tot in sommige gevallen wel 1
graden lager dan de rectale temperatuur

8. De werkwijze en aandachtspunten toelichten bij het bepalen van de
lichaamstemperatuur;

,
, 9. Redenen aangeven waarom de hartslag gecontroleerd wordt;

Het beoordelen van de hartslag geeft een indruk van de gezondheidssituatie van de
zorgvrager. Het hart en de bloedvaten vormen samen het circulatiesysteem. Ook dit is
opgenomen in de ABCDE-methode, onder Circulation.
Het aantal hartslagen per minuut (hartslagfrequentie of hartfrequentie) zegt iets over de
behoefte van het lichaam aan zuurstof en/of voeding.

Wanneer verwacht wordt dat een zorgvrager mogelijk een stoornis in de circulatie heeft of
kan ontwikkelen, dan is het noodzakelijk de hartslag te tellen. Dit is bijvoorbeeld het geval
bij:
- Aandoeningen van het hart of hartklachten;
- Voor of na een operatie;
- Bij het gebruik van bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld medicijnen voor
hartritmestoornissen.

10. Benoemen welke externe en interne factoren van invloed zijn op de hartslag;

- koorts
- Lichamelijke inspanning
- Stress
- Bloedingen
- Zuurstoftekort
- Schildklierafwijking
(→ tachycardie)

- Fanatieke sporters
- Slaap
- Hartslag verlagende medicijnen
(→ bradycardie)

11. De plaatsen benoemen (ook Latijnse benaming kennen) van het meten van de
hartslag;