Constituent
constituent = zinsdeel
vier typen:
1. nominale (zelfstandig naamwoord)
2. verbale (werkwoord)
3. adjectivische (bijvoeglijk naamwoord)
4. adverbiale (bijwoord)
door constituenten te combineren (aan de hand van regels) ontstaan er zinnen
1,INDEX1 ZUS INDEX3a, MORGEN INDEX3a WERKEN
2,GROENTEN GEZOND
Functie van constituenten
- constituenten kunnen 3 functies vervullen
1. predikaat: drukt een relatie uit met andere constituenten in de zin of
specificeert de eigenschap van een andere constituent
a. predikaat is vaak het verbale constituent
in zin 1: werken
in zin 2: gezond
2. argument: een constituent die door de betekenis van het predikaat vereist
wordt (kan niet weggelaten worden, weglaten = ongrammaticaal)
ik bezoek mijn om
predikaat: bezoek
argument ik & mijn oma = 2 valentie
iemand moet bij een persoon op bezoek gaan
3. adjunct: optionele toevoegingen in een zin
a. kunnen weggelaten worden
in zin 1: morgen
valentie
de betekenis van het predikaat kan 1 of meerdere argumenten vereisen om een
grammaticale zin te vormen: de valentie van het predikaat
- er bestaan eenplaatsige, tweeplaatsige of drieplaatsige predikaten
eenplaatsig: dansen (iemand danst) → intransitief ww
tweeplaatsig: bouwen (iemand bouwt iets) → transitief ww
drieplaatsig: sturen (iemand stuurt iets met iets anders) →
ditransitief ww
semantische en grammaticale rollen
- een predikaat drukt bepaalde toestand of gebeurtenis uit
- argument(en) van predikaat verwijzen naar participanten die betrokken zijn bij deze
toestand of gebeurtenis
- deze participanten/ argumenten vervullen (verschillende) semantische rollen bijv
agens of patiens
agens: de entiteit die de handeling verricht die door het predikaat wordt uitgedrukt
patiens; de entiteit die de handeling ondergaat die door het predikaat wordt
uitgedrukt
jan opent de deur
naast een semantische rol kan een constituent een grammaticale rol vervullen
- subject van de zin: grammaticaal onderwerp van de zin
constituent = zinsdeel
vier typen:
1. nominale (zelfstandig naamwoord)
2. verbale (werkwoord)
3. adjectivische (bijvoeglijk naamwoord)
4. adverbiale (bijwoord)
door constituenten te combineren (aan de hand van regels) ontstaan er zinnen
1,INDEX1 ZUS INDEX3a, MORGEN INDEX3a WERKEN
2,GROENTEN GEZOND
Functie van constituenten
- constituenten kunnen 3 functies vervullen
1. predikaat: drukt een relatie uit met andere constituenten in de zin of
specificeert de eigenschap van een andere constituent
a. predikaat is vaak het verbale constituent
in zin 1: werken
in zin 2: gezond
2. argument: een constituent die door de betekenis van het predikaat vereist
wordt (kan niet weggelaten worden, weglaten = ongrammaticaal)
ik bezoek mijn om
predikaat: bezoek
argument ik & mijn oma = 2 valentie
iemand moet bij een persoon op bezoek gaan
3. adjunct: optionele toevoegingen in een zin
a. kunnen weggelaten worden
in zin 1: morgen
valentie
de betekenis van het predikaat kan 1 of meerdere argumenten vereisen om een
grammaticale zin te vormen: de valentie van het predikaat
- er bestaan eenplaatsige, tweeplaatsige of drieplaatsige predikaten
eenplaatsig: dansen (iemand danst) → intransitief ww
tweeplaatsig: bouwen (iemand bouwt iets) → transitief ww
drieplaatsig: sturen (iemand stuurt iets met iets anders) →
ditransitief ww
semantische en grammaticale rollen
- een predikaat drukt bepaalde toestand of gebeurtenis uit
- argument(en) van predikaat verwijzen naar participanten die betrokken zijn bij deze
toestand of gebeurtenis
- deze participanten/ argumenten vervullen (verschillende) semantische rollen bijv
agens of patiens
agens: de entiteit die de handeling verricht die door het predikaat wordt uitgedrukt
patiens; de entiteit die de handeling ondergaat die door het predikaat wordt
uitgedrukt
jan opent de deur
naast een semantische rol kan een constituent een grammaticale rol vervullen
- subject van de zin: grammaticaal onderwerp van de zin