Blaasspoeling
Bij het spoelen van de blaas wordt via de katheter een vloeistof met een bepaalde
samenstelling in de blaas gebracht. De vloeistof verlaat de blaas weer, na korte of langere
tijd, via de katheter.
Het spoelen van de blaas gebeurt in opdracht van een arts. De reden hiervoor is
bijvoorbeeld het schoonspoelen van de katheter, of om te testen of de katheter nog
toegankelijk is.
De katheter kan verstopt raken als de urine vlokken, slijm of gruis bevat. Met spoelen kun je
voorkomen dat de katheter verstopt raakt. Als er geen urine uit de katheter komt, is het
belangrijk na te gaan wat de oorzaak daarvan is. Het is mogelijk dat de nieren geen urine
produceren, maar het komt vaker voor dat de katheter verstopt is.
Het spoelen van de blaas gebeurt vaak met een open systeem. Dit betekent dat het systeem
loszit van de katheter en aangesloten kan worden op een gewone verblijfskatheter. Via dit
systeem kun je blaasspoelen met een blaasspuit of uro-tainer. Een uro-tainer is een klein
zakje met 50 tot 100 milliliter spoelvloeistof, met aan het uiteinde een kort slangetje met
klemmetje. Na het verwijderen van het beschermkapje kun je de uro-tainer aansluiten op de
katheter. Door het omhooghouden of voorzichtig oprollen van het zakje, dwing je de
spoelvloeistof in de blaas te lopen. Als de vloeistof de blaas is ingelopen, kun je het
klemmetje dichtdoen.
Hoelang de vloeistof in de blaas moet blijven zitten, hangt af van de reden oor het
blaasspoelen.
Er zijn veel verschillende soorten blaasspoelvloeistoffen, met ieder een eigen inwerktijd. Zo
heb je vloeistoffen om bijvoorbeeld alleen de katheter te spoelen. Deze vloeistoffen hebben
geen inwerktijd nodig. Als de samenstelling van de urine verandert, bestaat er een kans dat
de katheter eerder verstopt raakt. Daarom heb je ook vloeistoffen met een inwerktijd van een
paar minuten. Als de inwerktijd voorbij is, kun je het klemmetje van de uro-tainer weer
openzetten. De vloeistof loopt dan weer terug het zakje in. Houd goed in de gaten of
dezelfde hoeveelheid vloeistof terugloopt. Als dat niet het geval is, rapporteer dit dan.
Het kan voorkomen dat de zorgvrager last krijgt van blaaskrampen tijdens het spoelen van
de blaas. De blaas reageert namelijk sterk op de spoelvloeistof, waardoor de zorgvrager
krampen kan krijgen. Een manier om deze te voorkomen, is ervoor te zorgen dat de vloeistof
in het spoelzakje minimaal op kamertemperatuur is. Als de vloeistof te koud is, kun je het
zakje spoelvloeistof even in een bak met warm water te leggen. Uiteraard moet je ook bij het
blaasspoelen ervoor zorgen dat je hygiënisch werkt, om te voorkomen dat er bacteriën in de
blaas terechtkomen.
Bij het spoelen van de blaas wordt via de katheter een vloeistof met een bepaalde
samenstelling in de blaas gebracht. De vloeistof verlaat de blaas weer, na korte of langere
tijd, via de katheter.
Het spoelen van de blaas gebeurt in opdracht van een arts. De reden hiervoor is
bijvoorbeeld het schoonspoelen van de katheter, of om te testen of de katheter nog
toegankelijk is.
De katheter kan verstopt raken als de urine vlokken, slijm of gruis bevat. Met spoelen kun je
voorkomen dat de katheter verstopt raakt. Als er geen urine uit de katheter komt, is het
belangrijk na te gaan wat de oorzaak daarvan is. Het is mogelijk dat de nieren geen urine
produceren, maar het komt vaker voor dat de katheter verstopt is.
Het spoelen van de blaas gebeurt vaak met een open systeem. Dit betekent dat het systeem
loszit van de katheter en aangesloten kan worden op een gewone verblijfskatheter. Via dit
systeem kun je blaasspoelen met een blaasspuit of uro-tainer. Een uro-tainer is een klein
zakje met 50 tot 100 milliliter spoelvloeistof, met aan het uiteinde een kort slangetje met
klemmetje. Na het verwijderen van het beschermkapje kun je de uro-tainer aansluiten op de
katheter. Door het omhooghouden of voorzichtig oprollen van het zakje, dwing je de
spoelvloeistof in de blaas te lopen. Als de vloeistof de blaas is ingelopen, kun je het
klemmetje dichtdoen.
Hoelang de vloeistof in de blaas moet blijven zitten, hangt af van de reden oor het
blaasspoelen.
Er zijn veel verschillende soorten blaasspoelvloeistoffen, met ieder een eigen inwerktijd. Zo
heb je vloeistoffen om bijvoorbeeld alleen de katheter te spoelen. Deze vloeistoffen hebben
geen inwerktijd nodig. Als de samenstelling van de urine verandert, bestaat er een kans dat
de katheter eerder verstopt raakt. Daarom heb je ook vloeistoffen met een inwerktijd van een
paar minuten. Als de inwerktijd voorbij is, kun je het klemmetje van de uro-tainer weer
openzetten. De vloeistof loopt dan weer terug het zakje in. Houd goed in de gaten of
dezelfde hoeveelheid vloeistof terugloopt. Als dat niet het geval is, rapporteer dit dan.
Het kan voorkomen dat de zorgvrager last krijgt van blaaskrampen tijdens het spoelen van
de blaas. De blaas reageert namelijk sterk op de spoelvloeistof, waardoor de zorgvrager
krampen kan krijgen. Een manier om deze te voorkomen, is ervoor te zorgen dat de vloeistof
in het spoelzakje minimaal op kamertemperatuur is. Als de vloeistof te koud is, kun je het
zakje spoelvloeistof even in een bak met warm water te leggen. Uiteraard moet je ook bij het
blaasspoelen ervoor zorgen dat je hygiënisch werkt, om te voorkomen dat er bacteriën in de
blaas terechtkomen.