Plan van aanpak
Module: Praktijkintegratie, werken op teamniveau met professionals
Naam: [Naam] | Studentnummer: Datum: September 2023Opleiding: LOI-hogeschool
|Social workDocent: [Naam]Referentie volgens APA-normen
,Inhoudsopgave
1. Organisatieomschrijving............................................................................................................................. 1
1.1 De missie van de organisatie.........................................................................................................................2
1.2 De visie van de organisatie.............................................................................................................................2
2. Casusbeschrijving....................................................................................................................................... 2
2.1 Situatiebeschrijving........................................................................................................................................2
3. Voorbereidend onderzoek.......................................................................................................................... 3
3.1 Aanwezige professionals................................................................................................................................3
4. Intercollegiaal overleg................................................................................................................................ 4
5. Het integrale plan...................................................................................................................................... 5
6. Reflectie eigen onderzoek.......................................................................................................................... 7
7. Bibliografie................................................................................................................................................ 7
1. Organisatieomschrijving
De cliënt woont bij [Naam]
[Naam] biedt 12 huisgenoten een veilige woonplek en begeleidt hen naar werk in het regulier
bedrijfsleven of naar dagbesteding. Het doel is de jongeren te trainen en te ondersteunen in
hun ontwikkeling, te stimuleren om eigen keuzes te maken, hun plek in de maatschappij zo
zelfstandig mogelijk in te nemen en met het uiteindelijke doel het vergroten van het welzijn
van onze jongeren. De leeftijd van de mensen die inwonend is tussen de 20 en 35 jaar oud.
,Er wonen 6 mannen en 6 vrouwen, de meeste mensen hebben een (licht) verstandelijke
beperking, syndroom van Down, autisme of ADHD. Het is een leuke groep, ontstaan uit de
wens om zelfstandig, zonder ouders te wonen en extra begeleiding nodig hebben bij de
dagelijkse activiteiten, sociale interactie en het vergoten van hun zelfredzaamheid.
1.1 De missie van de organisatie
Ook mensen met een beperking willen een leven leiden dat past bij hun mogelijkheden,
wensen en ambities. Daarbij hebben zij veelal in mindere of meerdere mate zorg en
ondersteuning nodig. Daar waar de zorg- en ondersteunings- behoeften de mogelijkheden
van het individu en van zijn of haar directe sociale omgeving te boven gaan, komt
professionele zorg en ondersteuning in beeld. De aard en inhoud van die professionele zorg
en ondersteuning wordt op maat vormgegeven en hangt af van de individuele
ondersteuningsbehoefte van de persoon met een beperking.
1.2 De visie van de organisatie
Een kwalitatief goed bestaan betreft voor mensen met een beperking dezelfde soort zaken
als voor elke burger, zoals gewaardeerd worden om wie je bent, zeggenschap hebben over
je leven, verbonden zijn met andere mensen, vrienden hebben, deelhebben aan wat er in je
omgeving gebeurt, van betekenis zijn voor anderen, bijdragen aan de samenleving. Deel
uitmaken van de samenleving moet vanzelfsprekend zijn in het denken en handelen.
2. Casusbeschrijving
2.1 Situatiebeschrijving
F. woont sinds mei 2016 bij [Naam]. F. is een enthousiaste man met een open uitstraling. F.
komt gemakkelijk met mensen in contact en kan zich goed uitdrukken. Hij is zorgzaam, heeft
humor en houdt van muziek. F. is 29 jaar uit en heeft twee ouders, een broer en een zus, hij
ziet zijn familie graag. F. zijn sociale netwerkt bestaat uit meerdere vrienden en kennissen. F
heeft geen relatie. F. werkt twee dagen bij de papierwinkel en een dag bij [Naam]. In zijn vrije
tijd is F. bezig met hoorn spelen. Hij luistert graag naar muziek of kijkt een serie. Hij geniet
ervan om een wandeling te maken en is graag buiten. Hij volgt de MediaKlup op
donderdagavond en besteedt veel vrije uurtjes op zijn laptop om te programmeren. F. heeft
zelf inzicht op zijn bankrekening, zijn privé financiën regelt F. zelf, met ondersteuning van zijn
vader en moeder. Zijn vader en moeder zijn wettelijk vertegenwoordiger en beslissen mee
over het geld van de PGB.
F. heeft voor zijn geboorte een hersenbloeding gehad. Hij is daardoor beperkt in het gebruik
van zijn rechterarm en rechterbeen. Hij heeft spastische hemiparese rechts, zijn rechterhelft
is spastisch en verzwakt. Hij maakt gebruik van een beenspalk, heeft aangepaste schoenen
en fietst op een aangepaste 3-wieler. F. heeft epilepsie met absences die wisselen in hoe
vaak en hoe intensief ze zijn. F. heeft daarnaast een licht verstandelijke beperking waardoor
hij bij het aanleren van nieuwe vaardigheden extra tijd, herhaling en begeleiding nodig heeft.
F. is door gevoelens van spanning, verdriet en boosheid vaak overspoeld geweest, hierdoor
zijn deze gevoelens extra spannend voor hem geworden. (Bron: persoonlijk zorgplan en
signaleringsplan)
2.2 Probleembeschrijving
F. heeft epilepsie, de onderzoeken en diagnose zijn 15 jaar geleden geweest en F. is
inmiddels lichamelijk volwassen geworden. De epileptische aanvallen zitten hem fysiek en
mentaal dwars, mogelijk hebben de absences een relatie met onderliggende angst of zijn
spanning regulatie. F. ervaart steeds meer pijnklachten aan de gevolgen van zijn spastische
hemiparese, de op maat gemaakt hand- en beenspalk lijkt hem pijn te doen. De lichamelijke
problemen zorgen voor verdriet, boosheid en onmacht bij F. en dit zit hem dagelijks dwars.
, Hij lijkt met tijden somber en terneergeslagen. Deze signalen is een teken dat hij zijn
lichamelijke beperking niet lijkt te accepteren of mee kan leven.
2.3 Problemen op leefgebieden
Lichamelijk functioneren: F. heeft spastische hemiparese rechts. Dit weerhoudt hem in
bewegingsactiviteiten; zowel op zijn werk, als in zijn vrije tijd. Daarnaast beperkt de pijn hem
steeds meer in alledaagse taken, zoals snijwerk, tilwerk of zijn hoorn bespelen.
Praktisch functioneren: F. wil zelfstandig leren reizen met het OV en wil zijn mobiliteit
vergroten ten aanzien van fietsen en deelnemen aan het verkeer. Door zijn epileptische
aanvallen ervaart hij angstige gevoelens als hij onderweg is epilepsie krijgt en alleen is.
Psychisch functioneren: F. is door gevoelens van spanning, verdriet en boosheid vaak
overspoeld, hierdoor zijn deze gevoelens extra spannend voor hem geworden. De afgelopen
tijd valt het op dat F. vaak boos is op zijn beperking en verdrietig is als hij pijn heeft of als
een bepaalde handeling hem niet lukt.
2.4 Hulpvraag
Kan iemand mij helpen mijn lichamelijke pijnklachten te verminderen - waardoor momenteel
mijn functioneren belemmerd wordt - mijn mobiliteit te vergoten en meer inzicht te krijgen in
mijn epileptische aanvallen en ik zo meer kan deelnemer aan het verkeer en OV? Kan
iemand mij helpen om met mijn beperking en mijn emoties om te gaan?
3. Voorbereidend onderzoek
3.1 Aanwezige professionals
De zorgaanbieder (dit is mijn rol als persoonlijk begeleider, namens [Naam]) biedt zorg en
ondersteuning. De persoonlijk begeleider stelt de wensen en behoeften van de cliënt en/of
de wettelijke vertegenwoordiger centraal. De psycholoog kan een psychosociale anamnese
uitvoeren om zicht te krijgen op de achterliggende problematiek. [Naam] Schoentechniek &
[Naam] voetzorg kan kijken naar meer mogelijkheden en technieken die aansluiten bij de
wens van de cliënt. Ze bieden schoenen en steunzolen te vervaardigen met een
orthopedisch ondersteunende functie. [Naam] helpt door orthopedische hulpmiddelen te
bieden waarmee je weer beter of pijnvrij kunt bewegen. De neuroloog onderzoekt de
oorzaak van de epileptische aanvallen door de hersenactiviteit te meten of door een
beeldvormend onderzoek.
3.2 Analyse en theoretisch kader waarom deze professionals aanwezig zijn
De zorgaanbieder waar F. woont is aanwezig (in de persoon van persoonlijk begeleider),
omdat ze op de gehele breedte van het bestaan zorg en ondersteuning bieden, dit betekent
dat de zorgaanbieder bij alle cliënten, op alle bestaansgebieden ondersteuning geeft en
volledig verantwoordelijk is voor de uitkomsten. De zorgaanbieder heeft in het vaststellen
van de ondersteuningsbehoefte een adviserende en ondersteunende rol. De wensen en
behoeften van de cliënt en/of diens wettelijke vertegenwoordiger komen tot stand, binnen de
vigerende wettelijke en financiële kaders en de professionele standaarden. De
zorgaanbieder legt verantwoording af over de zorgafspraken zoals die gemaakt en
vastgelegd zijn in het ondersteuningsplan.
De neuroloog kan inschatten of het in de situatie gaat om een psychogene niet-epileptische
aanvallen (PNEA). Het onderscheid met epileptische insulten is vaak lastig te maken.
Bovendien komt PNEA vaak (10-15%) voor als co-morbiditeit bij patiënten met epilepsie. Een
multidisciplinaire benadering met betrokkenheid van neuroloog, klinisch neurofysioloog en
psycholoog leidt in een ruime meerderheid tot een diagnose en behandeladvies (Meppelink
& Polet, 2020).
De psycholoog kan een grondige psychosociale anamnese uitvoeren om zicht te krijgen op
de achterliggende problematiek en het algemeen functioneren en welbevinden. De integratie