samenvatting hebt
gekocht. Ik raad je aan
Natuurkunde samenvatting deze samenvatting 3
keer goed door te lezen
per dag, Herhaal dit 2
Par. 1.1 Modellen t/m 5 keer. Succes met
het leren.
Een model ziet er hetzelfde uit als het echte voorwerp, maar het is veel
kleiner en goedkoper.
Dit wordt bijvoorbeeld ook bij de politie gebruikt om een voorstelling te
maken hoe de dader eruit ziet.
Model = Een model is een vereenvoudigde voorstelling van de
werkelijkheid.
Modellen worden ook bij natuurkunde gebruikt. Eerst doen ze
experimenten, om gegevens te verzamelen. Met deze gegevens maken ze
uiteindelijk een model.
Modellen in de natuurwetenschappen:
In de natuurwetenschappen gebruik je modellen, bijvoorbeeld om:
waarnemingen te verklaren.
resultaten van nieuwe proeven te voorspellen.
Op een computer kun je veel programma’s vinden waarmee je de
werkelijkheid kan namaken. Bijvoorbeeld om je keuken te ontwerpen of
voor de politie. Je kunt hier alles naar jou wil aanpassen.
Ook kunnen computermodellen gegevens voorspellen, zoals het weer.
Deze gegevens kloppen niet altijd, omdat het model eenvoudiger is dan de
werkelijkheid.
Par. 1.2 Model van de fasen
Veel stoffen komen in drie verschillende fasen voor, bijvoorbeeld water.
Er zijn 3 soorten kleinste deeltjes:
Moleculen
Atomen
Ionen
Het kleinste deeltje van suiker is een suikermolecuul. Bij ijzer zijn dit
atomen en bij keukenzout ionen. De meeste stoffen bestaan uit moleculen
dus we doen alsof alle stoffen uit moleculen bestaan.
Als je een gaskraan open zet dan verspreidt het zich door de hele ruimte.
Dit betekent dat de moleculen alle kanten bewegen. Ook zit er veel ruimte
tussen de moleculen, want je kunt gas makkelijk samenpersen.