kloosterwezen
(bladzijde 273-275)
Vita apostolica, imitatio christi, en de nieuwe spiritualiteit
● In de 11e eeuw werden er in de kerk hervormingen doorgevoerd, maar daarnaast
was er een nieuwe gedachtegang over hoe men diende te leven, die twee delen had.
Het eerste had te maken met dat je moest leven naar het voorbeeld van christus en
zijn apostelen (imitatio christi), en dus leven zonder materiële overdaad en moreel
zuiver. Het tweede had te maken met de spiritualiteit die je moest hebben. Je moest
volgens deze gedachte op zoek naar een persoonlijke, intieme geestelijke relatie met
god, en dat kon je bereiken door bidden en mediteren.
● Bij dat laatste was belangrijk dat Jezus en Maria steeds meer gezien werden als
menselijk persoon, ipv als een afstandelijk, abstract goddelijk iets. Jezus had pijn
geleden, Maria had haar zoon verloren, etc.
● Er kwamen lekenbewegingen die letterlijk wilden gaan leven zoals de apostelen dat
hadden gedaan, dus in armoede en gedreven het woord van god te verkondigen. Zij
hadden kritiek op de ‘verdorvenheid’ van de kerk, en stonden daarom steeds op het
randje om wel of niet veroordeeld te worden als ketter. Een voorbeeld van zo’n
beweging waren de begijnen.