Samenvatting TBO Thema 3
Bewegingsonderwijs en sport tussen aanpassing en kritiek Impliceert dat er een duidelijke scheiding
is tussen ‘het bewegingsonderwijs’ en ‘de sport’. Een scheiding die leidt tot kritiek en die (wellicht)
vraagt om aanpassing.
‘Binnen de Werkgroep ontstond rond 1975 een beweging waarin
men zich afvroeg of de theorie van het bewegend zich gedragen
van Gordijn wel een voldoende legitimering voor het vak
gymnastiek/bewegingsonderwijs was. Men noemde Gordijn
onmaatschappelijk, omdat zijn theorie zich teveel toespitste op het
individu. Weliswaar zijn pedagogische notities cultuurgebonden,
maar men miste daarin het maatschappelijk engagement.’
(Donkers, 1992)
Gordijn was wel degelijk bezig met het maatschappelijke gedeelte
binnen het bewegingsonderwijs. Dit blijkt uit zijn sociaal politieke
engagement het spelende moet steeds meer plaats maken voor
het taakvolbrengen.
Het bewegingsonderwijs valt binnen de bewegingscultuur. Hoe wij over bewegen denken, hoe we
over lichamelijkheid denken en hoe we over onderwijs denken is cultuurgebonden. Dus ook hoe wij
ons (bewegings)onderwijs vormgeven (dat we het überhaupt hebben) is een product van onze
cultuur. Bij cultuur gaat het om het geheel van geïnstitutionaliseerde waarden, normen en
betekenissen van een groep, waardoor de leden worden geïnspireerd en geactiveerd en wat ze
manifesteren in een gemeenschappelijke levensstijl en een collectieve identiteit. Het gaat om het
handelen van mensen en de waardenoriëntatie die daar uit spreekt. Cultuur draait om de mens als
zin- en betekenisverlener, maar de cultuur schrijft ons voor wat de zin en betekenis wij zouden
moeten verlenen. Bijvoorbeeld: wij gebruiken een honkbalknuppel binnen onze bewegingscultuur om
een bal mee weg te slaan. In onze gemeenschap(cultuur) wordt het niet getolereerd als wij de ander
slaan met dezelfde knuppel(normen en waarden). Dit hebben we geleerd in het groeiproces van kind
tot volwassene.
Bewegen is niet louter een fysiologisch gebeuren. Bewegen is ook een sociaal, cultureel gebeuren.
Hoe en of wij bewegen is contextafhankelijk, cultuurgebonden. Hoe en of wij bewegen wordt onder
meer bepaald door:
Plaats (omgeving)
Tijd
Leeftijd
Geslacht
Sociale klasse
Etc…
Bewegingsonderwijs en sport tussen aanpassing en kritiek Impliceert dat er een duidelijke scheiding
is tussen ‘het bewegingsonderwijs’ en ‘de sport’. Een scheiding die leidt tot kritiek en die (wellicht)
vraagt om aanpassing.
‘Binnen de Werkgroep ontstond rond 1975 een beweging waarin
men zich afvroeg of de theorie van het bewegend zich gedragen
van Gordijn wel een voldoende legitimering voor het vak
gymnastiek/bewegingsonderwijs was. Men noemde Gordijn
onmaatschappelijk, omdat zijn theorie zich teveel toespitste op het
individu. Weliswaar zijn pedagogische notities cultuurgebonden,
maar men miste daarin het maatschappelijk engagement.’
(Donkers, 1992)
Gordijn was wel degelijk bezig met het maatschappelijke gedeelte
binnen het bewegingsonderwijs. Dit blijkt uit zijn sociaal politieke
engagement het spelende moet steeds meer plaats maken voor
het taakvolbrengen.
Het bewegingsonderwijs valt binnen de bewegingscultuur. Hoe wij over bewegen denken, hoe we
over lichamelijkheid denken en hoe we over onderwijs denken is cultuurgebonden. Dus ook hoe wij
ons (bewegings)onderwijs vormgeven (dat we het überhaupt hebben) is een product van onze
cultuur. Bij cultuur gaat het om het geheel van geïnstitutionaliseerde waarden, normen en
betekenissen van een groep, waardoor de leden worden geïnspireerd en geactiveerd en wat ze
manifesteren in een gemeenschappelijke levensstijl en een collectieve identiteit. Het gaat om het
handelen van mensen en de waardenoriëntatie die daar uit spreekt. Cultuur draait om de mens als
zin- en betekenisverlener, maar de cultuur schrijft ons voor wat de zin en betekenis wij zouden
moeten verlenen. Bijvoorbeeld: wij gebruiken een honkbalknuppel binnen onze bewegingscultuur om
een bal mee weg te slaan. In onze gemeenschap(cultuur) wordt het niet getolereerd als wij de ander
slaan met dezelfde knuppel(normen en waarden). Dit hebben we geleerd in het groeiproces van kind
tot volwassene.
Bewegen is niet louter een fysiologisch gebeuren. Bewegen is ook een sociaal, cultureel gebeuren.
Hoe en of wij bewegen is contextafhankelijk, cultuurgebonden. Hoe en of wij bewegen wordt onder
meer bepaald door:
Plaats (omgeving)
Tijd
Leeftijd
Geslacht
Sociale klasse
Etc…