Onderwerp Toetsterm Uitleg
H10.7 & 11 De kandidaat kan beschrijven wat de rol is van Rechter; heeft de taak om te beslissen of de officier van justitie met wettig en
belangrijke personen in het strafrecht, zoals van de overtuigend bewijs heeft aangetoond dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd
rechter, de officier van justitie, de rechter- en of hij daarvoor gestraft moet worden. ( dus vervolgd )
commissaris, de advocaat, het slachtoffer, de OvJ; heeft de leiding tijdens het voor- onderzoek die de opsporingsambtenaren instellen.
verdachte, een getuige, en de rol van het bureau voor Hij/zij besluit wat er gebeurt met de verdachte tijdens het onderzoek – opsporen
slachtofferhulp en de (jeugd) reclassering (kennis) waarheid achterhalen art. 141 Sv
Rechter – commissaris; is een rechter die tijdelijk een andere rol vervult ; toezicht
houden op een zorgvuldige gang van zaken tijdens het onderzoek
Advocaat / raadsman; de belangen van zijn cliënt behartigen tijdens het strafproces,
ondersteunen van verdachte
Slachtoffer; degene die benadeeld is door het strafbare feit, bij zware misdrijven heeft
het slachtoffer spreekrecht, schadeclaim, maatregel voor verdachte voor schade
vergoeden. Verdachte; degene die een strafbaar heeft gepleegd en daarvoor moet boete.
Getuige; mensen die erbij waren toen het strafbare feit werd gepleegd,
Bureau van slachtofferhulp; is een bureau waar mensen hulp kunnen krijgen als zij
slachtoffer zijn geworden van een strafbaar feit helpt met contact tussen OvJ en politie.
Reclassering/Jeugd reclassering (t/m 18) ; hulp en steun bieden nadat de uitspraak van
de rechter heeft plaatsgevonden, deze hulp wordt aangeboden zodat de verdachten een
zo normaal mogelijk leven krijgen (nazorg)
H1.4 De kandidaat kan voor een beschreven situatie Materieel strafrecht ; bestaat uit strafbepalingen en de straffen/maatregelen die kunnen
vaststellen of er sprake is van materieel strafrecht of worden opgelegd (Sr)
formeel strafrecht ( toepassing) Formeer strafrecht ; beschrijft de bevoegdheden van politie en justitie, de rechten van de
verdachte, verloop van de terechtzitting en de rechtsmiddelen.
H1.5 & 2 De kandidaat kan de belangrijkste rechtsbronnen van Wetboek van strafrecht (grootste deel van materieel strafrecht)
het strafrecht en het strafprocesrecht beschrijven, boek 1: Algemene bepalingen
zoals Sr, Sv, bijzondere strafwetten, AMVB, boek 2: Misdrijven
verordeningen, verdragen en jurisprudentie. (kennis) boek 3: Overtredingen
Wetboek van strafvordering (grootste deel van formeel strafrecht) hier vinden
- we de rechten van de verdachte, positie van raadsman en bevoegdheid van politie.
Bijzondere wetten dit is een wet die op één onderwerp speciaal regelt zoals de
Opiumwet, Wet wapens en munitie, de Wegenverkeerswet. Dit is meestal het formeel
strafrecht. Algemene maatregelen van bestuur (AMVB)dit zijn de regels die
afkomstig zijn van de regering, maar een algemene maatregel van bestuur mag alleen
een straf bevatten als deze straf door de Tweede en Eerste kamer in een wet is
vastgesteld. Verordeningen verordeningen zijn bijv. gemeenten en
provincies(lagere overheden). Ze mogen strafbepalingen bevatten, alleen deze mogen ze
niet zelf bepalen: dit is landelijk geregeld in art 154 Gemeentewet en art 150
H10.7 & 11 De kandidaat kan beschrijven wat de rol is van Rechter; heeft de taak om te beslissen of de officier van justitie met wettig en
belangrijke personen in het strafrecht, zoals van de overtuigend bewijs heeft aangetoond dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd
rechter, de officier van justitie, de rechter- en of hij daarvoor gestraft moet worden. ( dus vervolgd )
commissaris, de advocaat, het slachtoffer, de OvJ; heeft de leiding tijdens het voor- onderzoek die de opsporingsambtenaren instellen.
verdachte, een getuige, en de rol van het bureau voor Hij/zij besluit wat er gebeurt met de verdachte tijdens het onderzoek – opsporen
slachtofferhulp en de (jeugd) reclassering (kennis) waarheid achterhalen art. 141 Sv
Rechter – commissaris; is een rechter die tijdelijk een andere rol vervult ; toezicht
houden op een zorgvuldige gang van zaken tijdens het onderzoek
Advocaat / raadsman; de belangen van zijn cliënt behartigen tijdens het strafproces,
ondersteunen van verdachte
Slachtoffer; degene die benadeeld is door het strafbare feit, bij zware misdrijven heeft
het slachtoffer spreekrecht, schadeclaim, maatregel voor verdachte voor schade
vergoeden. Verdachte; degene die een strafbaar heeft gepleegd en daarvoor moet boete.
Getuige; mensen die erbij waren toen het strafbare feit werd gepleegd,
Bureau van slachtofferhulp; is een bureau waar mensen hulp kunnen krijgen als zij
slachtoffer zijn geworden van een strafbaar feit helpt met contact tussen OvJ en politie.
Reclassering/Jeugd reclassering (t/m 18) ; hulp en steun bieden nadat de uitspraak van
de rechter heeft plaatsgevonden, deze hulp wordt aangeboden zodat de verdachten een
zo normaal mogelijk leven krijgen (nazorg)
H1.4 De kandidaat kan voor een beschreven situatie Materieel strafrecht ; bestaat uit strafbepalingen en de straffen/maatregelen die kunnen
vaststellen of er sprake is van materieel strafrecht of worden opgelegd (Sr)
formeel strafrecht ( toepassing) Formeer strafrecht ; beschrijft de bevoegdheden van politie en justitie, de rechten van de
verdachte, verloop van de terechtzitting en de rechtsmiddelen.
H1.5 & 2 De kandidaat kan de belangrijkste rechtsbronnen van Wetboek van strafrecht (grootste deel van materieel strafrecht)
het strafrecht en het strafprocesrecht beschrijven, boek 1: Algemene bepalingen
zoals Sr, Sv, bijzondere strafwetten, AMVB, boek 2: Misdrijven
verordeningen, verdragen en jurisprudentie. (kennis) boek 3: Overtredingen
Wetboek van strafvordering (grootste deel van formeel strafrecht) hier vinden
- we de rechten van de verdachte, positie van raadsman en bevoegdheid van politie.
Bijzondere wetten dit is een wet die op één onderwerp speciaal regelt zoals de
Opiumwet, Wet wapens en munitie, de Wegenverkeerswet. Dit is meestal het formeel
strafrecht. Algemene maatregelen van bestuur (AMVB)dit zijn de regels die
afkomstig zijn van de regering, maar een algemene maatregel van bestuur mag alleen
een straf bevatten als deze straf door de Tweede en Eerste kamer in een wet is
vastgesteld. Verordeningen verordeningen zijn bijv. gemeenten en
provincies(lagere overheden). Ze mogen strafbepalingen bevatten, alleen deze mogen ze
niet zelf bepalen: dit is landelijk geregeld in art 154 Gemeentewet en art 150
