Microbiologie 28.1
Protists, protist. Een informele term die word gebruikt voor
eukaryoten die geen plant, dier of schimmel zijn. De meeste
protisten zijn eencellig, sommige protisten vormen een kolonie of
zijn meercellig.
Mixotrophs, mixotroof. Een organisme dat in staat is tot zowel
fotosynthese als heterotrofie.
Heterotrofie, de vorm van stofwisseling waarbij een organisme organische voedingsstoffen
nodig heeft. Obligaat heterotroof zijn o.a. alle dieren, de meeste
bacteriën en alle schimmels.
Endosymbiosis, endosymbiose. Een proces waarbij een eencellig
organisme (de gastheer) een andere cel verzwelgt (in zich opneemt) die
in de gastheer leeft. Die andere cel word uiteindelijk een organel in de
gastheercel. Het verwijst ook naar de hypothese dat mitochondria en
plastiden voorheen kleine prokaryoten waren die binnen grotere cellen
begonnen te leven.
Algae, algen / Zeewier is een losse aanduiding van groepen niet verwante algen die in zee
leven. Doorgaans doelt men daarbij op meercellige, relatief grote (macroscopische) wieren
die aan de bodem gehecht zijn. Zeewieren vinden we onder
de groenwieren (Chlorophyta), de roodalgen (Rhodoplantae)
en de bruinwieren (Phaeophyta)
Zeewieren zijn net als de andere algen eukaryoten en voeren
hun fotosynthese uit met behulp van bladgroenkorrels (ook
wel chloroplasten) of vergelijkbare organellen.
Generatiewisseling komen we bij verschillende zeewieren tegen, waardoor een bepaalde
zeewiersoort in de ene generatie een andere gedaante kan hebben dan in de volgende
generatie. De vorm en ecologie van zeewieren wijken doorgaans af van die de andere
algensoorten
Secundary endosymbiosis, secundaire
endosymbiose. Een proces in de
eukaryotische evolutie waarbij een
heterotrofe eukaryotieche cel, een
fotosynthetiserende eukaryotiesche cel
opnam. Die in de symbiotische relatie
binnen de heterotrofe cel overleefde.
Protists, protist. Een informele term die word gebruikt voor
eukaryoten die geen plant, dier of schimmel zijn. De meeste
protisten zijn eencellig, sommige protisten vormen een kolonie of
zijn meercellig.
Mixotrophs, mixotroof. Een organisme dat in staat is tot zowel
fotosynthese als heterotrofie.
Heterotrofie, de vorm van stofwisseling waarbij een organisme organische voedingsstoffen
nodig heeft. Obligaat heterotroof zijn o.a. alle dieren, de meeste
bacteriën en alle schimmels.
Endosymbiosis, endosymbiose. Een proces waarbij een eencellig
organisme (de gastheer) een andere cel verzwelgt (in zich opneemt) die
in de gastheer leeft. Die andere cel word uiteindelijk een organel in de
gastheercel. Het verwijst ook naar de hypothese dat mitochondria en
plastiden voorheen kleine prokaryoten waren die binnen grotere cellen
begonnen te leven.
Algae, algen / Zeewier is een losse aanduiding van groepen niet verwante algen die in zee
leven. Doorgaans doelt men daarbij op meercellige, relatief grote (macroscopische) wieren
die aan de bodem gehecht zijn. Zeewieren vinden we onder
de groenwieren (Chlorophyta), de roodalgen (Rhodoplantae)
en de bruinwieren (Phaeophyta)
Zeewieren zijn net als de andere algen eukaryoten en voeren
hun fotosynthese uit met behulp van bladgroenkorrels (ook
wel chloroplasten) of vergelijkbare organellen.
Generatiewisseling komen we bij verschillende zeewieren tegen, waardoor een bepaalde
zeewiersoort in de ene generatie een andere gedaante kan hebben dan in de volgende
generatie. De vorm en ecologie van zeewieren wijken doorgaans af van die de andere
algensoorten
Secundary endosymbiosis, secundaire
endosymbiose. Een proces in de
eukaryotische evolutie waarbij een
heterotrofe eukaryotieche cel, een
fotosynthetiserende eukaryotiesche cel
opnam. Die in de symbiotische relatie
binnen de heterotrofe cel overleefde.