Vragen van ‘wissel die koers’
1. Het spel bestond uit 3 landen (Amerika, Saoedi-Arabië en Japan), elke speler bezit
een land. Daar hoort ook een kleur bij:
-Amerika: blauw
- Japan: geel
-Saoedi-Arabië: groen
Amerika begint en de volgende is de speler links van Amerika is de volgende die aan de beurt
is (kortom je gaat met de klok mee).
Elk land krijgt een start kapitaal, dat is eenmalig (Saoedi-Arabië 5 groene munten, Amerika 3
blauwe munten en Japan 1 gele munt).
Met die munten kan je kaartjes van andere landen kopen, je krijgt bepaalde kaartjes elke
ronde om mee te beginnen (Amerika 2 auto’s, Japan 2 elektriciteit en Saoedi-Arabië 1 olie
kaartje). Je mag zelf bepalen of je die gaat bij je eigen kaartjes gebruikt die je opspaart of de
kaartjes verkoopt. Elk kaartje kost 1 munt. Je kan kaartjes op sparen en op die manier een
kaartje met een kroon proberen te bemachtigen (dat kaartje staat voor 1 punt). In de
volgende ronde kan je dan weer opnieuw beginnen met sparen, voor het volgende kaartje
met de kroon.
Als je munten wisselt om een kaartje van een ander te kopen, dan moet dat bij de
wisselbank. Aan de linkerkant staan de gevraagde muntjes en aan de rechter kant van het
land staan de gegeven muntjes. Daarbij moet rekening gehouden worden met de
wisselkoers. De wisselkoers bepaalt hoeveel je munt waard is vergeleken met andere
landen. Je had deze wisselkoersen:
-1 op 1
-1 op 2
-1 op 4
-1 op 8
Elk land begon op de aangegeven wisselkoers. Voor Amerika was dat 1 op 4 en voor Japan en
Saoedi-Arabië geldt dat 1 op 2.
Je kon ook in andere landen investeren. Op dat moment moest je 5 munten van dat andere
land bemachtigd hebben. Je kon ook je eigen munten inruilen, voor de andere munten. Als
de wisselkoers bijvoorbeeld gunstig stond. Als je die 5 munten van dat land hebt
1. Het spel bestond uit 3 landen (Amerika, Saoedi-Arabië en Japan), elke speler bezit
een land. Daar hoort ook een kleur bij:
-Amerika: blauw
- Japan: geel
-Saoedi-Arabië: groen
Amerika begint en de volgende is de speler links van Amerika is de volgende die aan de beurt
is (kortom je gaat met de klok mee).
Elk land krijgt een start kapitaal, dat is eenmalig (Saoedi-Arabië 5 groene munten, Amerika 3
blauwe munten en Japan 1 gele munt).
Met die munten kan je kaartjes van andere landen kopen, je krijgt bepaalde kaartjes elke
ronde om mee te beginnen (Amerika 2 auto’s, Japan 2 elektriciteit en Saoedi-Arabië 1 olie
kaartje). Je mag zelf bepalen of je die gaat bij je eigen kaartjes gebruikt die je opspaart of de
kaartjes verkoopt. Elk kaartje kost 1 munt. Je kan kaartjes op sparen en op die manier een
kaartje met een kroon proberen te bemachtigen (dat kaartje staat voor 1 punt). In de
volgende ronde kan je dan weer opnieuw beginnen met sparen, voor het volgende kaartje
met de kroon.
Als je munten wisselt om een kaartje van een ander te kopen, dan moet dat bij de
wisselbank. Aan de linkerkant staan de gevraagde muntjes en aan de rechter kant van het
land staan de gegeven muntjes. Daarbij moet rekening gehouden worden met de
wisselkoers. De wisselkoers bepaalt hoeveel je munt waard is vergeleken met andere
landen. Je had deze wisselkoersen:
-1 op 1
-1 op 2
-1 op 4
-1 op 8
Elk land begon op de aangegeven wisselkoers. Voor Amerika was dat 1 op 4 en voor Japan en
Saoedi-Arabië geldt dat 1 op 2.
Je kon ook in andere landen investeren. Op dat moment moest je 5 munten van dat andere
land bemachtigd hebben. Je kon ook je eigen munten inruilen, voor de andere munten. Als
de wisselkoers bijvoorbeeld gunstig stond. Als je die 5 munten van dat land hebt